Veelgestelde vragen over glastuinbouw en MIA\Vamil
Op deze pagina vindt u antwoorden op veelgestelde vragen over glastuinbouw in relatie tot de MIA\Vamil.
Hiermee wordt het volgende bedoeld.
Heeft u een investering gemeld voor de bouw van een duurzame kas onder code 2111, 2112 of 2113? En wilt u nog een (deel)investering melden voor toepassing in dezelfde kas? Bijvoorbeeld een investering in insectengaas of voor voorzieningen voor biologische bestrijding van ziekten en plagen? Dan moet u deze investering melden onder dezelfde code als die van de kas. De reden hiervoor is dat voor de totale kas een maximaal bedrag in aanmerking komt voor de MIA\Vamil.
Heeft u geen investering gemeld voor de bouw van een duurzame kas onder code 2111, 2112 of 2113? Dan kunt u een (deel)investering in een bedrijfsmiddel van de Milieulijst wel melden onder een andere code.
Vormen meerdere kassen technisch, functioneel en in de tijd een samenhangend geheel? Dan beschouwen wij deze als één investeringsproject. De wijze waarop het project in uw vergunningsaanvraag is omschreven, telt hierin zwaar mee. Verder kijken wij onder meer of de projectdelen:
- gelijktijdig zijn aangeschaft;
- dezelfde locatie hebben;
- op hetzelfde perceel staan;
- bepaalde voorzieningen of installaties delen;
- bij dezelfde leverancier zijn aangeschaft.
Voorbeelden
- Heeft u voor de bouw van meerdere kassen op één locatie gelijktijdig een vergunningsaanvraag gedaan? En heeft u voor deze kassen op (nagenoeg) hetzelfde moment een investeringsverplichting aangegaan? Maar worden de kassen niet gelijktijdig gebouwd? Dan gaan wij ervan uit dat hier sprake is van één project.
- Doet u op één locatie, na de realisatie van een aantal kassen (fase 1), een nieuwe vergunningsaanvraag voor een fase 2? En vindt de investeringsverplichting voor nieuwe, in fase 2 te bouwen kassen, op een later moment plaats? Dan vinden wij het aannemelijk dat hier sprake is van 2 projecten (project fase 1 en project fase 2).
Waarom is bovenstaande beoordeling van belang? De Europese Commissie wijst er in de LVV nadrukkelijk op dat de staatssteundrempels niet mogen worden omzeild door kunstmatige opsplitsing van de steunregelingen of steunprojecten.
Let op:
Onder het bedrijfsmiddel 'kas' verstaan we de glasopstand met toebehoren, zoals beschreven op het voor MIA\Vamil benodigde certificaat (Groen Label of SKAL). Een kas kan bepaalde voorzieningen delen met een andere kas. Maar hebben de kassen een open verbinding met elkaar? Dan beschouwen we dit als één enkele kas.
Wij controleren de aanvragen steekproefsgewijs.
Bij controle vragen wij u om een plattegrond en een (voorlopig) certificaat toe te zenden. Ter onderbouwing van de kosten moet u een kostenoverzicht overleggen. Hierin staat het volgende vermeld:
- de datum van de verplichting per opdracht of factuur de datum;
- de leverancier;
- het onderdeel en;
- het bedrag.
Van alle opdrachten en facturen van boven de € 5.000 is een kopie vereist. Een blanco kostenoverzicht downloadt u op de pagina Publicaties MIA\Vamil.