SPRILA: Veelgestelde vragen
Hier vindt u het antwoord op veelgestelde vragen over de Subsidieregeling Private Laadinfrastructuur bij bedrijven (SPRILA) Advies en Aanschaf.
Aanvrager en leverancier
Ja. Op Iemand machtigen of gemachtigd worden ziet u hoe.
Nee. Dit is niet verplicht. U moet als aanvrager wel toegang hebben tot de energieaansluiting die u voor de laadlocatie gebruikt.
Een wijziging van leverancier voor uw laadstations of batterij hoeft u niet door te geven. Het is mogelijk om van leverancier te wijzigen, nadat u de aanvraag met offerte heeft ingediend. Het aantal laadstations en de categorie van het laadstation kunnen achteraf niet opgehoogd worden.
SPRILA geldt niet voor particuliere bewoners. Zij kunnen gebruikmaken van de SVVE. Voor kantoorgebouwen en utiliteitsbouw uit bedrijfsverzamelgebouwen kan een VVE SPRILA aanvragen. De laadinfrastructuur moet dan gebruikt worden door deze ondernemingen. Laadinfrastructuur voor parkeerplaatsen van bewoners kan geen onderdeel zijn van de aanvraag.
Batterij
Nee. Het gebruik van software is niet toegestaan.
Laadstations
Nee. Vanwege netcongestie is er veel onzekerheid. Een offerte van de netbeheerder is onvoldoende.
Nee. SPRILA is er voor laadstations; fysieke installaties op een vaststaande locatie.
Ja. Nadat u de aanvraag heeft gedaan mag u met de werkzaamheden starten waaronder het aangaan van verplichtingen. Dit is op eigen risico.
Deze voorwaarde is opgenomen om slim laden te stimuleren. U toont met een datasheet of een beschrijving in een offerte aan dat het laadstation OCPP 1.6 of hoger heeft. Bij het indienen van uw subsidieaanvraag verklaart u dat de laadstations met het internet zijn verbonden.
U toont met een datasheet of een beschrijving in een offerte aan dat het laadstation OCPP 1.6 of hoger heeft. Het aanleveren van een CS-certificaat is niet nodig. Bespreek de digitale veiligheid met uw leverancier.
Ja. U mag de laadstations vervangen door slimme laadstations met OCPP 1.6 of hoger. Ook mogen laadstations worden vervangen door een laadstation met een hoger vermogen. Hierbij toont u aan dat de laadstations geïnstalleerd zijn.
Ja. Hierbij kunt u alleen subsidie aanvragen voor de nieuwe laadstations.
Ja. De kosten moeten hierbij redelijk en aannemelijk zijn. Bij de aanvraag moet informatie aangeleverd worden waaruit blijkt dat de laadstations op eigen terrein zijn geïnstalleerd. Dit kan bijvoorbeeld met werkbonnen en foto's.
Ja. Financial lease is toegestaan. U bent daarbij eigenaar van het laadstation. Operationeel lease is niet mogelijk.
Vanaf 2025 moet SPRILA Advies in elk adviesrapport laten zien hoeveel energie er wordt gebruikt. Dit noemen we een energieverbruiksprofiel.
Het profiel laat een grafiek zien die het elektriciteitsverbruik op de locatie toont. In deze grafiek ziet u per kwartier hoeveel stroom er wordt gebruikt. Dit helpt om te begrijpen hoeveel transportvermogen er nog over is. De informatie voor deze grafiek krijgt u bij het meetbedrijf of de energieleverancier. U kunt de gegevens ook zelf verzamelen met een slimme meter en een P1-device (een type slimme meter die live het energieverbruik bijhoudt) .
De grafiek moet duidelijk laten zien hoe het stroomverbruik verschilt tussen dag en nacht. Dit wordt voor ieder uur weergegeven over een hele dag van 24 uur. Als er grote verschillen zijn tussen de seizoenen, is het belangrijk om ook deze verschillen te laten zien. U kunt dan kiezen voor:
- één overzicht van het hele jaar, of;
- 2 grafieken - één voor een zomerdag en één voor een winterdag.
Ook legt u uit hoeveel capaciteit er nog beschikbaar is om de voertuigen op te laden.
Om te bepalen welke laadinfrastructuur het beste bij u past, is het belangrijk om naar uw laadvraag te kijken. De laadvraag hangt af van:
- welke en hoeveel voertuigen u op hetzelfde moment wil opladen
- hoe snel de voertuigen opgeladen moeten worden
- het laadprofiel - dit laat zien hoeveel stroom elk voertuig nodig heeft op verschillende momenten van de dag
Een situatietekening is een plattegrond van uw terrein waarop alles duidelijk staat aangegeven met de kloppende afmetingen. Op deze tekening moet u het volgende aangeven:
- het terrein zelf met alle gebouwen
- de inritten (toegangswegen)
- de parkeervakken waar voertuigen kunnen draaien
- alle technische apparatuur die nodig is, zoals de laadstations, transformatoren en verdeelstations
- bescherming tegen aanrijdingen
- andere belangrijke zaken die op het terrein staan of komen
De tekening moet precies laten zien waar de parkeerplekken op uw terrein komen en waar u alle nieuwe apparatuur wilt plaatsen.
Als basis voor uw situatietekening kunt u een plattegrond of luchtfoto gebruiken. Deze moet wel onderdeel zijn van de uiteindelijke tekening. In uw adviesrapport gebruikt u deze tekening om uit te leggen waarom sommige keuzes zijn gemaakt voor de plaatsing van de laadapparatuur.
Wilt u een voorbeeld zien? Bekijk dan het Format SPRILA Advies 2025. Dit laat zien hoe de situatietekening eruit kan zien. U ziet de belangrijkste onderdelen, zoals het gebouw, parkeervakken met draaicirkels, laadstations, de trafo en aanrijbeveiliging.
In uw adviesrapport moet u alle kosten duidelijk opschrijven die nodig zijn om de laadinfrastructuur aan te leggen. Dit zijn de belangrijkste kosten die u moet noemen:
- prijs van de laadstations en andere nieuwe apparatuur
- kosten om alles te installeren
- kosten voor het verzwaren van de stroomaansluiting
- doorlopende kosten, zoals:
- verzekeringen
- hogere maandelijkse kosten voor een zwaardere stroomaansluiting
U mag geen extra bedragen (marges) of geschatte kosten (stelposten) opnemen. Wilt u dit toch doen? Dan moet u goed uitleggen waarom dit nodig is.
Gebruik de tool op de site van Nationale Agenda Laadinfrastructuur om de kosten makkelijk te berekenen.
Combinaties
Op de laadlocatie mag u deels private en publieke laadinfrastructuur realiseren. Een laadstation of batterij kunt u niet voor beide regelingen aanvragen. Elke regeling heeft specifieke voorwaarden. De voorwaarden zijn namelijk zo dat de situatie alleen voldoet aan de voorwaarden van de SPRILA of de SPULA.
Ja. In het aanvraagformulier is het mogelijk om AC- en DC-laadstations aan te vragen.
Ja. De Energie-investeringsaftrek (EIA) wordt niet gezien als staatssteun.
Exploitanten van laadinfrastructuur
De exploitant van laadinfrastructuur is een onderneming waarvan de activiteiten op de locatie bestaan uit het via laadinfrastructuur of tankstations aanbieden van elektriciteit of brandstoffen aan derden.
Ja. Een CPO mag onder voorwaarden laadinfrastructuur aanvragen als het om de eigen bedrijfsvoering gaat. Bijvoorbeeld als het bedrijf dat laadinfrastructuur exploiteert laadpalen wil plaatsen bij het eigen bedrijfspand om de eigen voertuigen op te laden.
Ja. Bedrijven mogen samenwerken met een Chargepoint Operator voor het beheer van de laadinfrastructuur. De laadinfrastructuur moet worden aangeschaft door het bedrijf dat de laadinfrastructuur gebruikt voor de bedrijfsvoering.
Subsidiebedrag
De toegestane staatssteunpercentages zijn 20% voor grote ondernemingen en 40% voor mkb-ondernemingen. Wanneer een onderneming te veel staatssteun krijgt, kan RVO het subsidiebedrag verlagen om binnen de staatssteunruimte te blijven.
Als er meer aanvragen zijn dan er geld beschikbaar is (overtekening), loten we met een notaris. Op een later moment maken we de datum van de lotingsuitslag bekend.
Publieke toegankelijkheid
Publiek toegankelijke locaties zijn zichtbaar in diverse apps van laadstations. RVO kan ook meldingen ontvangen over een bepaalde locatie.
Ja dit is voldoende.
Overig
Bij het verlenen van staatssteun geldt een transparantieverplichting. Steunbedragen komen daarom verplicht in de Transparency Award Module (TAM) van de Europese Commissie en worden in het jaar 2025 gepubliceerd. Er zijn minimale bedragen voor publicatie.
Onderstaande links geven meer informatie over beleidskeuzes:
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat