Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) Q1 2022 voorwaarden
Om in aanmerking te komen voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL), moest u voldoen aan de voorwaarden. Voor TVL Q1 2022 waren er algemene voorwaarden die voor alle ondernemingen golden en er waren aanvullende voorwaarden voor bepaalde ondernemingen.
Algemene voorwaarden TVL Q1 2022
Onderstaande TVL-voorwaarden golden voor alle ondernemingen.
Omzetverlies en vaste lasten
- Uw bedrijf heeft meer dan 30% omzetverlies in het 1e kwartaal van 2022 vergeleken met het 1e kwartaal van 2019 óf het 1e kwartaal van 2020.
U kon zelf kiezen welke referentieperiode voor u het gunstigste is: Q1 2019 of Q1 2020. - Uw vaste lasten waren minimaal € 1.500 per kwartaal, op basis van het percentage vaste lasten dat bij uw hoofdactiviteit hoorde.
Let op: het gaat om uw berekende vaste lasten, niet om de werkelijke vaste lasten.
Bekijk hoe we voor de TVL uw omzetverlies en vaste lasten bepaalden
Wat verstaan wij onder omzet en vaste lasten?
- Omzet: onder omzet verstaan wij alle inkomsten zonder de ontvangen btw en vóór aftrek van kosten en vaste lasten. Ontvangen TVL of andere Covid-19 subsidies (zoals TOGS, NOW, etc.) tellen niet mee als omzet.
Als u een aangifte voor de omzetbelasting moet doen, gebruik dan de posten Prestaties binnenland (1a, 1b, 1c en 1e) en Prestaties naar of in het buitenland (3a, 3b en 3c) van uw btw-aangifte als omzet. - Vaste lasten: voor de berekening van de vaste lasten gebruiken we het gemiddelde aandeel van de vaste lasten in de omzet van uw branche. Dit noemen we het percentage vaste lasten. Uw werkelijke vaste lasten hoeft u dus niet op te geven.
Lees meer over percentages vaste lasten
KVK-gegevens
- Zowel mkb als niet-mkb ondernemingen kwamen in aanmerking voor de regeling:
- Mkb'ers konden de TVL Q1 2022 apart aanvragen (óók als zij onderdeel zijn van een groep);
- Voor niet-mkb-ondernemingen gold: als u als grote onderneming deel uitmaakte van een groep verbonden ondernemingen, kon u maar één aanvraag per groep indienen. U controleert of u een grote onderneming bent met de mkb-toets. Eén onderneming vroeg TVL aan voor de gehele groep, dit is de subsidieaanvrager. De hele groep gaf hiervoor toestemming aan de subsidieaanvrager, die dit bevestigde op het aanvraagformulier. Om te beslissen welke onderneming binnen de groep de subsidieaanvrager is, stelde u vast welke hoofdactiviteit het meest representatief was voor de groep. Dit kon u doen door met elkaar te bepalen met welke activiteit de groep het grootste deel van de omzet in 2019 behaalde. De onderneming die de TVL aanvroeg, moest met die SBI-code ingeschreven staan in het Handelsregister van KVK. Afzonderlijke bedrijfsonderdelen met een eigen rechtspersoon en eigen KVK-inschrijving mochten niet apart TVL Q1 2022 ondernemingen aanvragen als zij onderdeel waren van een groep.
- Uw bedrijf is vóór 30 juni 2020 opgericht en ingeschreven in het KVK Handelsregister.
- U heeft zich na 30 juni 2020 niet met terugwerkende kracht ingeschreven in het Handelsregister of uw SBI-code aangepast om in aanmerking te komen voor deze subsidie.
- De hoofdactiviteit waarmee uw onderneming op 15 maart 2020 is ingeschreven in het Handelsregister van KVK telde.
Alleen als u eerder na een herbeoordeling of bezwaar TVL ontving voor een andere SBI-code, kwam u ook met deze SBI-code in aanmerking. Het aanvraagsysteem koos in dat geval automatisch de gunstigste SBI-code.
Voor ondernemingen die zich tussen 16 maart en 30 juni 2020 hebben ingeschreven in het Handelsregister telde de hoofdactiviteit van 30 juni 2020.
Lees meer over uw hoofdactiviteit - Alleen als u SBI-code 64.2, 64.30.3 of 70.10 als hoofdactiviteit had en SBI-codes van nevenactiviteiten die recht gaven op TVL, kwam u in aanmerking met een nevenactiviteit. Het aanvraagsysteem koos automatisch de gunstigste SBI-code.
- Voor bepaalde SBI-codes golden aanvullende voorwaarden.
Uitgesloten SBI-codes
SBI-code | Bedrijfssector |
64 | Financiële instellingen (geen verzekeringen en pensioenfondsen, met uitzondering van SBI-code 64.2 (financiële holdings) en 64.30.3 (beleggingsinstellingen met beperkte toetreding)), 64.99 (overige financiële mediatie), 66.12 (commissionairs en makelaars in effecten), 66.191 (administratiekantoren voor aandelen en obligaties), 66.193 (hypotheek- en kredietbemiddeling), 66.292 (actuariële en pensioenadviesbureaus), 66.299 (overige dienstverlening in verband met verzekeringen en pensioenfondsen) en 66.30 (vermogensbeheer)) |
65 | Verzekeringen en pensioenfondsen (geen verplichte sociale verzekeringen) |
66 | Overige financiële dienstverlening (met uitzondering van SBI-code 66.21 (risicoanalisten en schadetaxateurs) en 66.22 (assurantietussenpersonen)) |
84 | Openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen |
85 | Publiek bekostigde scholen en instellingen |
97 | Huishoudens als werkgever van huishoudelijk personeel |
98 | Niet-gedifferentieerde productie van goederen en diensten door particuliere huishoudens voor eigen gebruik |
99 | Extraterritoriale organisaties en lichamen |
Als u alléén SBI-code 64.2. 64.30.3 of 70.10 (holdings (geen financiële) en concerndiensten binnen eigen concern) als hoofdactiviteit had, en verder geen nevenactiviteit, kwam u niet in aanmerking.
SBI-code | Bedrijfssector |
64 | Financiële instellingen (geen verzekeringen en pensioenfondsen, met uitzondering van SBI-code 64.2 (financiële holdings) en 64.30.3 (beleggingsinstellingen met beperkte toetreding)) |
65 | Verzekeringen en pensioenfondsen (geen verplichte sociale verzekeringen) |
66 | Overige financiële dienstverlening |
Vestiging
- Uw bedrijf had een fysieke vestiging in Nederland. Dit vestigingsadres was geregistreerd in het Handelsregister van KVK.
- Minstens één vestiging van uw bedrijf had een ander adres dan uw privéadres. Of de vestiging stond los van de privéwoning en had een eigen opgang of toegang. Was dat laatste het geval, dan moest u bij uw aanvraag bewijs meesturen dat de vestiging los stond van de privéwoning en een eigen opgang of toegang had. Uitgezonderd zijn horecaondernemingen met SBI-code 56.10.1, 56.10.2 en 56.30 en ambulante ondernemingen met SBI-code 47.81.1, 47.81.9, 47.82, 47.89.1, 47.89.2, 47.89.9, 49.39.1, 49.32, 49.41, 49.42, 50.20, 50.40, 51.10, 53.10, 53.20, 85.53 of 93.21.2 (auto- en motorrijscholen, taxibedrijven, touringcar operators, markthandelaren, kermisexploitanten, recreatieve vliegsector, binnenvaart, zee- en kustvaart, goederenvervoer over de weg, verhuisvervoer, post- en koeriersdiensten). Bij deze ondernemingen mag het privéadres van de eigenaar/eigenaren wel gelijk zijn aan het vestigingsadres.
Afwijkende referentieperiodes
Met de TVL Q1 2022 wilden we zoveel mogelijk ondernemers helpen. Daarom kon u als referentieperiode kiezen uit 2 kwartalen: Q1 2019 of Q1 2020. Voor een aantal ondernemingen gold een andere referentieperiode:
Start onderneming | Referentieperiodes |
---|---|
tussen 1 januari 2019 en 31 maart 2019 | Q2 2019 of Q1 2020 |
tussen 1 april 2019 en 30 juni 2019 | Q3 2019 of Q1 2020 |
tussen 1 juli 2019 en 30 september 2019 | Q4 2019 of Q1 2020 |
tussen 1 oktober 2019 en 31 december 2019 | Q1 2020 of Q3 2020 |
tussen 1 januari 2020 en 31 maart 2020 | Q2 2020 of Q3 2020 |
tussen 1 april 2020 en 30 juni 2020 | alleen Q3 2020 |
Op de pagina Aanvraagproces staat per periode een toelichting.
Niet in financiële moeilijkheden
We keken bij uw TVL-aanvraag of u in financiële moeilijkheden zat. Als u een aanvraag indiende als grote onderneming verklaarde u naar waarheid dat uw onderneming en de ondernemingen die met u verbonden waren in een groep - zowel nationaal als internationaal - niet in moeilijkheden verkeerde(n) op 31 december 2019. Als dit wel het geval was, kwam u niet in aanmerking voor subsidie. Het ging om de volgende punten:
- Uw bedrijf, of de groep waar u deel van uitmaakte, was op 31 december 2019 geen ‘onderneming in moeilijkheden’. Dit is wel zo als:
- meer dan de helft van uw geplaatste aandelenkapitaal door verliezen is verdwenen;
- meer dan de helft van het kapitaal van de onderneming (zoals dat in de boeken staat) door verliezen is verdwenen;
- er een collectieve insolventieprocedure tegen u loopt of dreigt te lopen;
- u reddingssteun heeft gekregen en deze nog niet heeft terugbetaald of de garantie nog niet heeft beëindigd;
- u herstructureringssteun heeft ontvangen en nog steeds in een herstructureringsplan zit.
- Uw bedrijf was op 31 december 2019 of daarna niet failliet.
- Aan uw bedrijf was op het moment van aanvraag geen surséance van betaling verleend.
Grote ondernemingen stuurden de verklaring hieronder mee met hun aanvraag. Mkb-ondernemingen beantwoordden een vraag over financiële moeilijkheden - van hun eigen onderneming - op het aanvraagformulier.
Let op: Het formulier hoefde alleen op nationaal niveau te worden ingevuld.
Maximale staatssteun
Na het krijgen van de subsidie mocht u in totaal niet meer dan € 2,3 miljoen aan overheidssteun hebben ontvangen op basis van de Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak (PbEU 2020, C 91 I). Dit maximum was met ingang van TVL Q4 2021 verhoogd (eerder: € 1,8 miljoen).
Let op: als uw bedrijf onderdeel uitmaakte van een groep, gold dit maximumbedrag voor de hele groep samen. Voor visserij- en aquacultuur gold een maximum van € 345.000 overheidssteun. Dit maximum was met ingang van TVL Q4 2021 verhoogd (eerder: € 270.000). Voor de primaire productie van landbouwproducten gold een maximum van € 290.000 overheidssteun (eerder: € 225.000), inclusief de opslag voor speciale kosten land- en tuinbouw.
Aanvullende voorwaarden TVL Q1 2022
Voor een aantal ondernemingen golden aanvullende voorwaarden. Deze waren naast bovenstaande voorwaarden van toepassing.
Horecaondernemingen
Had u een horecaonderneming met SBI-code 56.10.1 of 56.10.2? Dan verklaarde u minimaal één horecagelegenheid te huren, pachten of in eigendom te hebben.
Zorgondernemers
Om het omzetverlies als gevolg van de coronamaatregelen te compenseren, kon u als zorgondernemer ook tegemoetkomingen ontvangen van zorginkopers zoals zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten. Wij wezen u erop dat in de beleidsregel voor de continuïteitsbijdrage van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de volgende bepaling staat:
"Om in aanmerking te komen voor de continuïteitsbijdrage geldt de voorwaarde, dat de zorgaanbieder geen aanspraak maakt op relevante rijksregelingen in het kader van de coronacrisis, behalve eventueel voor het deel omzetdaling dat mogelijk resteert na aftrek van de vergoeding die de zorgaanbieder ontvangt op basis van de prestatie continuïteitsbijdrage."
Dit betekent dat de TVL-subsidie gevolgen kon hebben voor de hoogte van de continuïteitsbijdrage. Om te voldoen aan de beleidsregel van de NZa mocht u enkel een beroep doen op de TVL als u onderaan de streep, rekening houdend met steun van een zorginkoper, minimaal 30% omzetverlies had over de betreffende periode. Uiteraard moest u ook voldoen aan alle andere TVL-voorwaarden.
Meer informatie vindt u op de website van de NZa. Bekijk ook de beleidsregel voor de continuïteitsbijdrage.
Amateur sportclubs
Amateur sportclubs konden in één kwartaal niet gebruikmaken van zowel de TVL als de Tegemoetkoming amateursportorganisaties COVID-19 (TASO).
Aanvraag van € 25.000 of hoger én ingeschreven tussen 16 maart en 30 juni 2020
Is uw onderneming tussen 16 maart 2020 en 30 juni 2020 ingeschreven in het KVK-Handelsregister en vroeg u € 25.000 of meer subsidie aan? Dan was bij de TVL-aanvraag een derdenverklaring nodig. Een accountant of boekhouder kon dit afgeven. Bij een aanvraag van € 125.000 of hoger had u naast de derdenverklaring ook een accountantsproduct nodig, zowel bij de aanvraag als bij de vaststelling. Zie ook de volgende voorwaarde.
Lees meer over de derdenverklaring in TVL Q1 2022
Aanvraag van € 125.000 of hoger
Bij aanvragen van € 125.000 of hoger vroegen wij u bij de aanvraag en bij de vaststelling om extra informatie aan te leveren in de vorm van een accountantsproduct.
Lees meer over het accountantsproduct in TVL Q1 2022
Grote ondernemingen
Had u een grote onderneming? Dan hadden we ook de volgende gegevens nodig:
- U vulde bij de aanvraag een verklaring niet in financiële moeilijkheden in.
- U leverde bij de aanvraag en bij de vaststelling een overzicht van de tot de groep behorende ondernemingen op het moment van aanvraag, in de referentieperiode en in de subsidieperiode. U vermeldde de KVK-nummers van alle verbonden ondernemingen in Nederland. Deze gegevens vulde u in op het aanvraagformulier.
U controleert of u een grote onderneming bent met de mkb-toets. Een grote onderneming of groep verbonden ondernemingen voldoet daarbij aan de volgende criteria:
- meer dan 250 fte in dienst (meerdere medewerkers kunnen 1 fte vervullen) of;
- een netto omzet van meer dan € 50 miljoen en een balanstotaal van meer dan € 43 miljoen.
Het gaat hierbij om alle partner- en verbonden ondernemingen in Nederland en in het buitenland.
Wat is een groep verbonden ondernemingen?
Een groep verbonden ondernemingen is een aantal ondernemingen zodanig verbonden dat ze samen een groep of concern vormen. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld:
- Een onderneming heeft meer dan 50% van de aandelen in een andere onderneming;
- Een onderneming kan de meerderheid van het bestuur of de raad van commissarissen van een andere onderneming benoemen of ontslaan;
- Twee of meerdere ondernemingen hebben een gezamenlijke leiding die alle beslissingen neemt. Bijvoorbeeld bij dochterondernemingen of werkmaatschappijen.
- Een onderneming heeft als enige het recht om te beslissen over een andere onderneming. Dit is vaak vastgelegd in een overeenkomst.
- Een onderneming kan op hoofdlijnen instructies opleggen aan een andere onderneming. Dit is vaak vastgelegd in de statuten of in een overeenkomst.
- Een franchisenemer die niet los staat van de franchisegever. Dit is vaak vastgelegd in de franchiseovereenkomst. Een franchise kan ook nog op een van de bovenstaande manieren verbonden zijn met een andere onderneming.
Vorige subsidieperiodes
Bent u op zoek naar informatie over eerdere subsidieperiodes die inmiddels zijn gesloten?