Hoe regelt u een gedragscode flora- en fauna-activiteiten en houtopstanden?

De activiteiten die u gaat uitvoeren, bepalen de inhoud (reikwijdte) van uw gedragscode. In de gedragscode beschrijft u welke flora- en fauna-activiteit u uitvoert. Bijvoorbeeld een ruimtelijke ingreep of bestendig beheer en onderhoud. Wilt u weten welke activiteit u in uw gedragscode zet? In het Reikwijdtedocument leest u:

• welke activiteiten u kunt uitvoeren onder de vrijstelling van een gedragscode;
• welke soorten vallen onder de vrijstelling van een gedragscode bij ruimtelijke ingrepen;
• welke maatregelen u in elk geval moet uitvoeren om negatieve effecten op deze soorten te voorkomen of te beperken.

Het Reikwijdtedocument heeft 2 bijlagen:

• Bijlage 1 Reikwijdtedocument: Soortenlijst voor kleinschalige ruimtelijke ingrepen. U vindt in deze bijlage een uitleg over waarom soorten wel of niet in het Reikwijdtedocument zijn opgenomen.
• Bijlage 2 Reikwijdtedocument: Maatregelencatalogus. Hierin vindt u welke maatregelen u per soort en type activiteit moet opnemen in de gedragscode. Dit zijn maatregelen die effectief zijn gebleken. De maatregelen komen uit publicaties, Kennisdocumenten Soorten Natuurbescherming op de website van BIJ12 of (andere) adviezen van deskundigen.

Gebruik altijd de laatste versie

Gebruik altijd de laatste versie van het Reikwijdtedocument. Die vindt u op deze pagina. Wij werken het Reikwijdtedocument regelmatig bij met kennis over: 

• de Staat van Instandhouding van soorten (SvI);
• het effect van de maatregelen. 

Betrokken partijen

Wij hebben het Reikwijdtedocument opgesteld met het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) en het Interprovinciaal Overleg (IPO). 

Waarom een Reikwijdtedocument?

Wij gebruiken dit document als hulpmiddel om ingediende gedragscodes te beoordelen. U kunt het gebruiken bij de voorbereiding of het opstellen van uw gedragscode.

Na-isolatie en renovatie

Gaat u specifieke renovatie- en na-isolatieprojecten uitvoeren? Dan kunt u de Landelijke leidraad natuurvrij maken bij na-isolatie en renovatie woningen en gebouwen gebruiken. Deze helpt u bij uw aanpak om woningen en gebouwen natuurvrij te maken. En daarmee het doden of verwonden van soorten te voorkomen. Ook kunt u de Landelijke leidraad gebruiken om de maatregelen uit te werken in een ecologisch werkprotocol. 

Wilt u meer weten over maatregelen bij na-isolatie en renovatie? Bekijk dan de documenten hieronder:

• Landelijke leidraad natuurvrij maken bij na-isolatie en renovatie woningen en gebouwen
• Reikwijdtedocument Bijlage 2 Kennisdocument na-isolatie en renovaties gebouwbewonende soorten (bijlage C)
• Reikwijdtedocument Bijlage 2 Maatregelen catalogus beschermde soorten bij na-isolatie en renovatie van gebouwen (bijlage D)

Blijkt uit onderzoek dat er in uw werkgebied beschermde soorten aanwezig (kunnen) zijn? Dan vraagt u een ecologisch deskundige om (soortgericht) aanvullend onderzoek te doen. Hij of zij stelt daarna een ecologisch werkprotocol op voor de geplande werkzaamheden. In het werkprotocol staat de vertaling van de gedragscode naar de specifieke locatie, omstandigheden en werkzaamheden. Ook staat hierin hoe er zorgvuldig wordt gehandeld. En hoe er wordt omgegaan met  de zorgplicht. De ecologisch deskundige gebruikt daarvoor dit format. Hierin worden de voorzorgsmaatregelen uit de gedragscode afgestemd op:

• de (verwachte) soorten
• de locatie
• het seizoen
• de werkzaamheden

U werkt volgens dit protocol. Zo worden negatieve gevolgen voor (beschermde) planten en dieren voorkomen of beperkt. Het protocol moet altijd op de werklocatie aanwezig zijn bij de werkzaamheden. Ook moet iedereen die werkt in het projectgebied, de inhoud hiervan kennen. 

U stuurt met uw concept-gedragscode een evaluatieplan mee. In het format Evaluatie gedragscode leest u meer over het evaluatieplan. En vindt u ook de vragenlijst voor de gebruikers van de gedragscode. U mag extra vragen toevoegen.

Heeft de staatssecretaris de gedragscode aangewezen? Dan bent u verantwoordelijk om deze te evalueren met uw gebruikers. Dit doet u tussen 3 en 4 jaar na de aanwijzing. De resultaten van de evaluatie verwerkt u in een rapport.

Is uw gedragscode een vernieuwing van een eerdere gedragscode? Dan stuurt u het evaluatierapport van de vorige gedragscode mee. Ook stuurt u een (nieuw) evaluatieplan met uw concept-gedragscode mee. 

Als u een gedragscode gaat opstellen of vernieuwen, kunt u natuurkalenders gebruiken. Deze kalenders laten zien in welke periode de werkzaamheden het beste uitgevoerd kunnen worden. Daarbij rekening houdend met de soort en de functie van het leefgebied. Bijvoorbeeld door rekening te houden met het broedseizoen. Er is een kalender voor vogels en een voor overige soorten.

Tijdens uw werkzaamheden moet u rekening houden met het broedseizoen van vogels. Nesten die vogels het hele jaar gebruiken, zijn het hele jaar beschermd. U kunt daarvoor de lijst Jaarrond beschermde vogelnesten gebruiken. In deze lijst vindt u van welke soorten vogels de nesten het hele jaar beschermd zijn. Een ecologisch deskundige kan u verder adviseren.