Gaswinning FFW - Vraag en antwoord
Op deze pagina vindt u veelgestelde vragen en antwoorden over het project gaswinning FFW. Voor algemene informatie over dit project kijkt u op: Gaswinning FFW.
Vraag en antwoord
Hieronder wordt antwoord gegeven op veelgestelde vragen over het project gaswinning FFW.
De projectprocedure is een instrument waarmee waterschappen, provincies en het Rijk complexe projecten met een publiek belang mogelijk maken. Hiermee wordt een projectbesluit vastgesteld. In het projectbesluit staat hoe het project eruitziet en welke maatregelen en voorzieningen voor de fysieke leefomgeving moeten worden genomen om het project uit te voeren.
De minister van Klimaat en Groene Groei coördineert bovendien de vergunningverlening. De minister is geen opdrachtgever van de voorgenomen gaswinning. De minister van Klimaat en Groene Groei verleent vergunningen op het gebied van het projectbesluit en het winningsplan, de gemeenten De Fryske Marren en Súdwest-Fryslân en waterschap Wetterskip Fryslân verlenen andere vergunningen. Zie de kop “Welke organisatie is verantwoordelijk voor welke vergunning?” voor een overzicht hiervan.
Voordat het projectbesluit wordt genomen, moeten diverse stappen worden ondernomen. Deze procedure duurt meerdere jaren:
- Stap 1: Het project zit nu in de verkenningsfase. In deze fase worden de mogelijkheden van de verschillende boorlocaties en gasleidingnetwerk voor de nieuwe boorlocaties onderzocht. Deze fase eindigt met een voorkeursalternatief.
- Stap 2: In het voorkeursalternatief maken de ministers van Klimaat en Groene Groei (KGG) en van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) hun voorkeur bekend voor de boorlocaties en het gasleidingnetwerk. Dit doen zij op basis van adviezen, onderzoeken en inbreng vanuit de omgeving (voorstel voor participatie).
- Stap 3: In de planuitwerkingsfase (verwacht 2025 tot 2028) wordt het voorkeursalternatief uitgewerkt.
- Stap 4: Hierna worden de definitieve boorlocaties en definitieve netwerk van aardgasleidingen voor de nieuwe boorlocaties vastgelegd in een projectbesluit.
Het uiteindelijke besluit of gas gewonnen mag worden, hangt af van of de procedure juist is doorlopen en of is aangetoond dat de gaswinning op een veilige en verantwoorde manier kan plaatsvinden.
Het project gaswinning FFW volgt de projectprocedure. Om de fysieke leefomgeving te kunnen wijzigen, moet een procedure doorlopen worden. De procedure bij complexe energieprojecten bestaat uit verschillende stappen, namelijk:
- de bekendmaking van de plannen en hoe de omgeving wordt betrokken bij het project.
- het bekijken van de mogelijkheden, door het uitvoeren van (milieu)onderzoeken.
- de keuze voor de meest geschikte oplossing.
- het projectbesluit.
Dit betekent ook dat er op verschillende punten in het proces de mogelijkheid bestaat om een reactie of zienswijze in te dienen op de plannen. Wanneer u besluit om later in het proces een reactie in te dienen is dat ook mogelijk. Het is niet zo dat u bij het Voornemen en voorstel voor participatie een reactie heeft moeten indienen, om later in het proces nog een reactie te mogen geven.
In de tijdlijn ziet u op welke momenten u een reactie of zienswijze kunt indienen. Als u al een reactie hebt ingediend, ontvangt u een brief als er opnieuw gevraagd wordt om reacties. Houdt de website in de gaten om op de hoogte te blijven van de reactietermijnen.
We begrijpen dat het tegenstrijdig klinkt dat er nog gas nodig is, terwijl er al hard wordt ingezet op duurzame energiemiddelen. Hoewel de energiesector vol inzet op de productie van duurzame energie, is er nog niet voldoende duurzame energie beschikbaar om helemaal te stoppen met het winnen van aardgas. In Nederland is het merendeel van de huishoudens afhankelijk van het aardgas. Zolang het nodig is, blijft Nederland inzetten op fossiele brandstoffen voor een deel van de energievoorziening. Zo kunnen huishoudens die nog gas gebruiken hun huis blijven verwarmen en kan de industrie blijven draaien.
De gasvoorziening in Nederland is deels afhankelijk van gaswinning uit eigen land, en deels van import uit het buitenland. In 2023 is in Nederland ongeveer 30 miljard kuub gas verbruikt. Ongeveer een derde daarvan - 10 miljard kuub - wordt in Nederland zelf geproduceerd. Aardgas wordt uit eigen bodem gewonnen, omdat de import van aardgas uit het buitenland zorgt voor meer Co2-uitstoot en afhankelijkheid van andere landen. Dat willen we niet.
In Nederland wordt gas gewonnen uit zo’n 200 kleine gasvelden. Hiervan ligt ongeveer de helft op land en de helft op zee. Een klein gasveld is vele malen kleiner dan het Groningenveld. Het Groningenveld had een gigantische omvang (het grootste gasveld van Europa, in de top-10 wereldwijd) en er werden jaarlijks enorme hoeveelheden gas gewonnen.
Bekijk ook de video over het verschil tussen het Groningenveld en kleine gasvelden.
In Nederland gewonnen gas komt voor een groot deel op de Nederlandse markt terecht, maar ook een deel wordt geëxporteerd naar Europese lidstaten zoals België en Duitsland. Als Nederland maken we deel uit van het Europese gasnetwerk. De Europese Unie hanteert voor al haar leden, waaronder Nederland, het principe van energiesolidariteit. Dit betekent dat alle landen binnen de Europese Unie een eigen gasmarkt in stand moeten houden. Ze moeten ook rekening houden met de belangen van andere landen uit de Europese Unie, zoals dat er genoeg gas beschikbaar is in ieder land. Ook moeten de landen elkaar helpen in crisissituaties.
Daarom is het verboden voor de landen, dus ook voor Nederland, om gas alleen voor eigen huishoudens en industrie te reserveren. Dit is ook helemaal niet wenselijk. Nederland is namelijk een netto-importeur van gas, wat betekent dat het meer gas importeert dan het zelf produceert. Om voldoende, betaalbaar, gas in Nederland te hebben is het heel belangrijk dat er genoeg gas in Noordwest-Europa beschikbaar is. Ook nu de vraag naar gas door verduurzaming en de energietransitie wordt afgebouwd. Nederland profiteert daarom van het Europese gasnetwerk. Door een deel van het Nederlands gas te “delen” met andere landen, krijgt Nederland hier weer gas voor terug. Zo komen we nooit in een koud huis te zitten door een tekort aan gas.
Het gasveld van Friesland-Follega-Woudsend ligt voor een deel onder Natura 2000 gebied. In de Mijnbouwwet (artikel 141a, lid 1) staat dat het Rijk onder meer een projectbesluit moet nemen “bij de aanleg of uitbreiding van een mijnbouwwerk voor de opsporing of winning van koolwaterstoffen in of onder een Natura 2000-gebied of een bijzonder nationaal natuurgebied.”
Voor projecten die van nationaal belang zijn, maakt het Rijk een inpassingsplan waar anders de gemeente een (wijziging van het) omgevingsplan zou maken. Dat betekent niet dat de gemeente(n) buitenspel worden gezet. In alle fasen van het project is er ambtelijk en bestuurlijk overleg met zowel de gemeenten, de provincies als de waterschappen. Voorafgaand aan de keuze van de winningslocatie worden de decentrale overheden expliciet om advies gevraagd. Naast het projectbesluit, het winningsplan en de omgevingsvergunning zijn voor de realisatie van de gaswinning ook andere vergunningen nodig. Deze worden door de initiatiefnemer bij de decentrale overheden aangevraagd.
- Vermilion Energy: Als initiatiefnemer van het project. Vermilion zorgt voor een goede voorbereiding van het project. Daarnaast zorgt het voor het aanvragen van alle benodigde vergunningen en ontheffingen.
- Ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG): De minister van Klimaat en Groene Groei is samen met de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening het bevoegd gezag voor de besluitvorming over de ruimtelijke inpassing van het project. Het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) is geen opdrachtgever van de voorgenomen gaswinning, maar coördineert enkel de projectprocedure.
- Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO): Uitvoerende dienst van het ministerie van Klimaat en Groene Groei. Zij ondersteunt het ministerie met de vergunningverlening en de procedurele communicatie.
- Rijkswaterstaat: Leest mee en toetst verschillende publicaties in de projectprocedure.
- Decentrale overheden: De gemeenten De Fryske Marren en Súdwest-Fryslân, de provinsje Fryslân en het Wetterskip Fryslân hebben een onafhankelijke rol. Zij vertegenwoordigen de belangen van de inwoners en de fysieke omgeving. Lokale overheden zijn wettelijke adviseurs in bepaalde vergunningprocedures.
De verwachte milieueffecten zullen worden onderzocht in de zogenoemde milieueffectrapportage (mer). In de mer gaat het onder andere over de effecten van geluid en licht op de omgeving, maar ook over de effecten op de natuur. De onderzoeksvragen voor de mer worden geformuleerd in de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD). Deze wordt in concept (concept-NRD) ter inzage gelegd. De Commissie mer toetst de concept-NRD, waarna de NRD wordt vastgesteld. Samen met een Integrale Effect Analyse vormt de mer de basis voor de locatiekeuze. De effecten op de ondergrond worden in een latere versie van de mer onderzocht.
Voor het project gaswinning FFW is het nog niet bekend wat de verwachte bodemdaling en het risico op bodemtrillingen zijn. Dit wordt op een later moment, tijdens de MER-fase 2 (eerste helft van 2027) onderzocht met een bodemdalingsvoorspelling en een Seismisch Risico Analyse (SRA). De minister geeft alleen een vergunning voor gaswinning als dit veilig kan. Onafhankelijke organisaties TNO en het Staatstoezicht op de Mijnen toetsen de onderzoeken en adviseren hierover aan de minister.
Het risico op schade bij gaswinning uit kleine velden is klein. Toch kan een lichte beving schade veroorzaken. Vermoedt u dat u schade heeft als gevolg van gaswinning uit een klein veld? Dan kunt u de schade melden bij de Commissie Mijnbouwschade. Ook kunt u daar terecht met vragen over mijnbouw en schaden.
Vermoedt u dat u schade heeft als gevolg van gaswinning uit een klein gasveld? Dan kunt u de schade melden bij de Commissie Mijnbouwschade. Ook kunt u daar terecht met vragen over mijnbouw en schaden. U hoeft géén reactie of zienswijze te hebben ingediend om aanspraak te maken op een schadevergoeding.
De initiatiefnemer moet de vergunningen aanvragen bij het bevoegd gezag. Hieronder een overzicht van de bevoegde gezagen die relevant zijn voor de projectprocedure van dit project.
- Ministerie van Klimaat en Groene Groei: projectbesluit
- Ministerie van Klimaat en Groene Groei: instemming winningsplan
- Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening: projectbesluit
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur: Natura-2000-activiteit en Flora en Fauna-activiteit
- Wetterskip Fryslân: wateractiviteiten (onttrekking grondwater en melding lozen schoon hemelwater)
- Gemeenten: binnenplanse activiteiten (toegangsweg) en aansluiting van locatie naar gastransportleiding
- Provincie Fryslân: provinciale wegen