Administratie beschermde dieren en planten
Heeft u een dier of plant? En is het beschermd door de CITES-regels? Soms moet u een administratie bijhouden. Daarmee laat u zien dat u de goede papieren heeft om de soort te mogen houden.
In de CITES-overeenkomst staan regels voor het houden van beschermde dieren en planten. De CITES-soorten staan in verschillende bijlagen. Op de pagina CITES-soort of niet ziet u in welke bijlage de soort staat. Als u dat weet, kunt u op deze pagina lezen of u een administratie moet bijhouden.
Voor welke dieren en planten?
Soorten waarvoor u een administratie bijhoudt, staan in Bijlage A en B. Maar u hoeft niet voor alle soorten van deze bijlagen een administratie bij te houden.
Bijlage A
Voor soorten die op Bijlage A staan, houdt u een administratie bij voor gefokte of gekweekte dieren en planten. Ze moeten levend zijn. Er zijn 2 uitzonderingen. U hoeft geen administratie bij te houden voor:
- dieren of planten (ook kruisingen) van Bijlage X bij de CITES-uitvoeringsverordening;
- kunstmatig gekweekte plantenhybriden zonder annotatie (aantekening). U moet u dan wel een fytosanitair certificaat hebben. Daarin staat dat de plant gezond is en geen ziekte meeneemt uit een ander land. U vraagt dit aan in het land waar de plant uit geëxporteerd is.
Bijlage B
Voor soorten die op Bijlage B staan houdt u een administratie bij voor:
- gefokte levende dieren
- levende dieren uit het wild
Er is één uitzondering. U hoeft geen administratie bij te houden voor gefokte vogels met een gesloten pootring. U moet wel altijd de legale herkomst kunnen bewijzen. Bijvoorbeeld met een overdrachtsverklaring van de fokker.
Andere bijlagen
Voor andere bijlagen gelden de volgende regels. Heeft u een levend en gefokt of gekweekt dier of plant? Dan moet u een administratie bijhouden als de soort in 1 van deze bijlagen staat:
U hoeft geen administratie bij te houden voor:
- alle van nature in het wild levende vogelsoorten binnen de EU. Dit staat in de Vogelrichtlijn;
- diersoorten van het Besluit Natuurbescherming, Bijlage 2.
Wat houdt u bij?
Bewaar alle documenten die gaan over uw beschermde dieren of planten. Bijvoorbeeld EU-certificaten, rekeningen en papieren van de dierenarts.
Houd een overzicht bij van:
- de wetenschappelijke naam van het dier of de plant;
- de geboortedatum van het dier;
- het land waar het dier of de plant vandaan komt;
- de plaats waar en datum waarop u het dier of de plant kreeg;
- het CITES-document dat u bij het dier of de plant kreeg. Bijvoorbeeld een EU-certificaat of een invoervergunning. Bewaar dit document en het nummer dat op het document staat;
- gegevens over de soort en code van de merktekens;
- de datum waarop het dier of de plant gemerkt is;
- het aantal nakomelingen van het dier;
- het aantal dieren of planten dat u per soort heeft;
- de datum en de plaats waarop de soort verandert van eigenaar;
- de naam, het adres en het land van de persoon die de soort heeft overgenomen;
- de datum en plaats van overlijden van het dier of de plant.
Format
Voor het bijhouden van uw CITES-administratie kunt u het onderstaande format gebruiken.
Uw administratie moet op orde zijn. Zorg ervoor dat alle informatie compleet is. Ook een logische indeling en volgorde is belangrijk. Zo zorgt u ervoor dat als u een controle krijgt, alle informatie gemakkelijk te vinden is.
- Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit