Mest bovengronds uitrijden
Heeft u drijfmest van runderen met diercategorie 100, 101, 102, 104 en 120 en is deze mest op uw eigen bedrijf geproduceerd? Als u deze mest uitrijdt op grasland van uw eigen bedrijf, dan is er een regeling voor bovengronds uitrijden.
Aanmelden voor 2025 nog niet zeker
U kon zich in februari aanmelden voor het bovengronds uitrijden in 2024. Het is nog niet zeker of de regeling ook in 2025 open gaat. Wanneer daar meer over bekend is, laten we dat weten op deze pagina.
Voorwaarden voor deze regeling
- U maakt geen gebruik van derogatie in het jaar waarin u zich aanmeldt voor bovengronds uitrijden. U kiest dus zelf of u meedoet aan derogatie of aan bovengronds uitrijden.
Alle andere voorwaarden zijn er niet alleen voor het jaar waarin u zich aanmeldt. Maar ook voor het jaar daarvoor. U houdt zich in die 2 jaren aan deze voorwaarden:
- De runderdrijfmest is op uw eigen bedrijf geproduceerd.
- U voert geen dierlijke mest aan om uw grasland te bemesten.
- Runderdrijfmest rijdt u uit op grasland dat bij uw bedrijf hoort. De mest mag u niet binnen 2 meter van een watergang uitrijden. Ook niet wanneer de bufferstrook kleiner is dan 2 meter.
- Voor de bemesting van bouwland op uw bedrijf gebruikt u alleen runderdrijfmest of vaste rundermest.
- In elk geval 85% van de oppervlakte landbouwgrond van het bedrijf is grasland.
- U rijdt van kunstmest niet meer dan 100 kilogram stikstof per hectare grasland uit op uw bedrijf.
- Het stikstofoverschot op uw bedrijf is maximaal 100 kilogram stikstof per hectare. Dit is berekend volgens het principe van een stikstofbalans op bedrijfsniveau.
- De droogstaande koeien (met diercategorie 100) op uw bedrijf zijn dag en nacht in de wei. In elk geval in de periode van 1 mei tot en met 30 september tot minimaal 3 weken voor de verwachte afkalfdatum.
- De runderen (met diercategorie 102 en 120) op uw bedrijf zijn minimaal 150 dagen dag en nacht in de wei. In elk geval in de periode van 15 maart tot en met 30 november.
- De runderen (met diercategorie 101) op uw bedrijf met een leeftijd van 6 maanden of ouder zijn in de periode van 1 juni tot en met 31 augustus dag en nacht in de wei.
- U houdt een kalender bij waarop u per dag bijhoudt hoeveel runderen per diercategorie in de wei zijn en hoeveel uren. Deze weidegangkalender mag niet meer dan 1 week achterlopen.
- Runderen hoeven niet de wei in op dagen dat zij ziek zijn.
Melk- en kalfkoeien
Heeft u op uw bedrijf melk- en kalfkoeien (diercategorie 100)? Dan houdt u zich ook in beide jaren aan deze voorwaarden:
- De melk- en kalfkoeien op uw bedrijf worden vanaf 2 weken na de kalfdatum geweid. In de periode van 15 maart tot en met 30 november zijn zij in elk geval 150 dagen en 6 uur per dag in de wei.
- Kunt u de mest die u op uw bedrijf produceert niet volledig plaatsen op uw eigen bedrijf? Dan mag de melkproductie van uw bedrijf niet hoger zijn dan 14.000 kilogram per hectare.
- In 2 periodes is het gemiddelde gewogen ureumgetal van melk die u op uw bedrijf produceert lager dan 21 milligram per 100 gram melk. Het gemiddelde moet lager zijn in beide periodes: van 1 januari tot en met 31 maart en van 1 december tot en met 31 december.
Gegevens bewaren
U bewaart in uw administratie gegevens waaruit blijkt dat u aan de voorwaarden voldoet. U stelt elk jaar een rapport op en bewaart deze gegevens in uw administratie. U kunt deze gegevens laten zien op verzoek van een toezichthouder bij een controle. Bewijsstukken zijn bijvoorbeeld:
- documenten van leveranciers of afnemers;
- verklaringen van deskundigen;
- berekening stikstofoverschot per hectare;
- Bewaar ook de ontvangstbevestiging van uw aanmelding.
Wanneer en hoe aanvragen
Aanmelden voor mest bovengronds uitrijden in 2024 kon van 1 tot en met 29 februari op Mijn RVO. Het is nog niet bekend of de regeling ook in 2025 open gaat.
Na uw aanmelding
Na het versturen ziet u direct een ontvangstbevestiging in het scherm. Deze kunt u zelf bewaren, maar staat ook in Mijn dossier onder Documenten. De ontvangstbevestiging is uw aanmeldbewijs en laat u zien bij een controle.
Veelgestelde vragen
Wilt u meer weten? Wij hebben voor u de veelgestelde vragen over bovengronds uitrijden verzameld.
U mag zich aanmelden als u aan de voorwaarden voldoet. Het maakt niet uit dat u naast de melkkoeien ook pluimvee of andere dieren heeft.
U mag gelijk na uw aanmelding beginnen met bovengronds uitrijden. Wel moet u letten op de regels over de periodes waarin u mag uitrijden. Hierover leest u meer op Wanneer mest uitrijden.
Voor grasland mag u geen dierlijke mest aanvoeren.
Voor bouwland mag u alleen runderdrijfmest of vaste rundermest aanvoeren. Deze mest slaat u apart op. De aangevoerde mest valt buiten de regeling en mag u alleen emissiearm uitrijden op bouwland.
Als u wilt meedoen aan de regeling voor bovengronds uitrijden, dan moet u in elk geval 85% grasland op uw bedrijf hebben. Deze grond geeft u ook op in de Gecombineerde opgave. Dit doet u met gewascodes.
Op Mijn RVO staat een overzicht van de gewascodes. Deze kunt u vinden via Registratie en melding doorgeven > Percelen registreren. Onder Gewascodes voor grasland staat een overzicht. U kunt dit overzicht ook terugvinden in de Tabel gewassen.
Het gaat om deze gewascodes:
- Grasland, tijdelijk (266)
- Grasland, blijvend (265)
- Grasland natuurlijk, hoofdfunctie landbouw (331)
- Grasland natuurlijk, hoofdfunctie natuur (332)
- Rand, grenzend aan blijvend grasland of een blijvende teelt, hoofdzakelijk, bestaand uit blijvend gras (333)
- Rand, grenzend aan bouwland, hoofdzakelijk bestaand uit blijvend gras. (334)
- Rand, grenzend aan blijvend grasland of een blijvende teelt, hoofdzakelijk bestaand uit tijdelijk gras (370)
- Rand, grenzend aan bouwland, hoofdzakelijk bestaand uit tijdelijk gras (372)
U maakt deze berekening om het stikstofoverschot te bepalen:
Alle op uw bedrijf aangevoerde stikstof (N) - (minus) Alle van uw bedrijf afgevoerde stikstof (N).
De uitkomst moet lager zijn dan 100 kilogram per hectare landbouwgrond. U rekent alle landbouwgrond mee die u heeft.
Welke stikstof telt mee in de berekening?
Bij aanvoer telt stikstof mee in:
- aangevoerde dieren
- aangevoerd voer (ruwvoer en enkelvoudig voer)
- mest (aangevoerde mest, of geproduceerd op het bedrijf)
Bij afvoer telt stikstof mee in:
- afgevoerde dieren
- afgevoerde melk
- andere (dierlijke en plantaardige) producten
- afgevoerde gewassen
- afgevoerd voer (ruwvoer en enkelvoudig voer)
- afgevoerde mest
Mag ik de Kringloopwijzer gebruiken?
U mag de Kringloopwijzer gebruiken bij de berekening van het stikstofoverschot. De aan- en afvoerposten komen uit de Kringloopwijzer. Ook kunt u een adviseur vragen. Deze heeft vaak ook wel een eigen rekentool.
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur