Vanggewas na mais op klei- en veengrond in NV-gebieden
Teelt u mais op klei- of veengrond in een met nutriënten verontreinigd gebied (NV-gebied)? En heeft u een derogatievergunning? Dan teelt u na de oogst een vanggewas. Dat gewas neemt een deel van de overgebleven stikstof op.
Welke gebieden zijn NV-gebieden
In NV-gebieden zijn extra maatregelen nodig om de waterkwaliteit te verbeteren. Vanaf 2024 zijn deze gebieden definitief aangewezen. U vindt ze in een kaartlaag in Mijn percelen. U leest er meer over op met nutriënten verontreinigde gebieden.
De regels op klei- en veengrond zijn anders dan op zand- en lössgrond. Over zand- en lössgrond leest u meer op pagina Vanggewas na mais.
Let op: op klei- en veengrond gelden de regels op deze pagina alleen voor bedrijven met een derogatievergunning.
Hoe vanggewas zaaien
U mag op 3 manieren uw vanggewas na mais zaaien:
- Door onderzaai. U teelt het vanggewas dan tussen de rijen mais. Zo kunnen de wortels van het gewas de bodem doorwortelen.
- Door direct na de oogst van de mais een vanggewas in te zaaien.
- Door na de oogst van mais wintergraan te telen. Dit hoeft niet direct na de oogst. Dit gewas gebruikt u als hoofdteelt in het volgende jaar.
Heeft u percelen met bufferstroken? De bufferstrook telt mee als landbouwgrond. Ook hier zaait u een vanggewas in.
In alle situaties is goede landbouwpraktijk het uitgangspunt.
Welke gewassen zijn vanggewas
U kunt kiezen uit een aantal vanggewassen. Dit zijn:
- Bladkool
- Bladrammenas
- Gras
- Japanse haver
- Triticale
- Winterrogge
- Wintertarwe
- Wintergerst
Teelt u andere soorten mais dan snijmais of biologische mais? Dan mag u ook spelt als vanggewas telen.
Wanneer vanggewas zaaien
U zaait het vanggewas door onderzaai of direct aansluitend aan de oogst van de mais. Er is geen uiterste datum zoals op zand- en lössgrond.
Lukt het niet door onderzaai of direct na de oogst? Dan zaait u een gewas als hoofdteelt voor het volgende jaar. Als hoofdteelt kunt u kiezen voor:
- Spelt
- Triticale
- Winterrogge
- Wintertarwe
- Wintergerst
Mengsel als vanggewas
U mag een mengsel van verschillende gewassen als vanggewas telen. Het mengsel bestaat dan wel voor minimaal twee derde uit een of meer vanggewassen die hierboven genoemd staan. Voorwaarde is dat het ingezaaide mengsel in het najaar tot ontwikkeling komt.
Vanggewas aan ons doorgeven
U geeft uw vanggewas door in de Gecombineerde opgave op Mijn RVO. Bij het maisperceel geeft u uw vanggewas op als nateelt. Dit doet u voor alle vanggewassen die u zaait. Doorgeven kan tot en met 1 oktober.
Zaait u een vanggewas als hoofdteelt? Ook dan meldt u dit uiterlijk 1 oktober bij ons via de Gecombineerde opgave.
Vanggewas vernietigen vanaf 1 februari
U laat uw vanggewas in ieder geval staan tot en met 31 januari. Het maakt niet uit of u het vanggewas als onderzaai of direct na de oogst heeft gezaaid. Vanaf 1 februari mag u het vernietigen. Heeft u gekozen voor een vanggewas als hoofdteelt, dan mag u het tot en met 15 mei niet vernietigen. U oogst het dan later in het jaar als hoofdteelt.
Gras als vanggewas
Heeft u gekozen voor gras als vanggewas? En gebruikt u dit als veevoer door het te maaien of beweiden? Dan voldoet het aan de definitie van grasland. Laat u het gras staan van 15 april tot en met 15 oktober? Dan rekent u met de stikstofgebruiksnorm voor tijdelijk grasland. De normen staan hieronder in de tabellen voor NV-gebieden. U geeft dan tijdelijk grasland met gewascode 266 door in de Gecombineerde opgave op Mijn RVO.
Wilt u het vanggewas gras na 1 februari vervangen door een ander gewas? Dan houdt u zich aan de regels voor Grasland scheuren. Als u het gras niet als veevoer gebruikt, hoeft u zich niet aan deze regels te houden.
Waarom vanggewas na mais?
Gewassen hebben stikstof en fosfaat nodig. Deze stoffen komen in de bodem en het water terecht als het gewas ze niet genoeg opneemt. Maisteelt in NV-gebieden heeft een groot risico voor uitspoeling, vooral voor stikstof. Er blijft veel stikstof in de bodem achter, wat nadelige gevolgen kan hebben voor het milieu.
Het vanggewas neemt een deel van de overgebleven stikstof op. Daarmee voorkomen we dat deze stikstof in het water terechtkomt.
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur