Slimme energiesystemen in de praktijk
In Nederland hebben we voldoende energie, maar we gebruiken steeds meer elektriciteit. Dit belast ons stroomnetwerk zwaar. Ondernemers, onderzoekers en gebruikers werken met subsidie samen aan innovatieve, flexibele en slimme oplossingen die het elektriciteitsnet minder belasten. Bekijk hun praktijkverhalen, waarin zij enthousiast vertellen over hun innovatieve projecten.
Met subsidie werken aan energie-innovatie
De ontwikkeling van deze innovaties vraagt om een technische, sociologische én juridische aanpak. Digitalisering speelt hierin een belangrijke rol. Het helpt ons om verspilling van energie te voorkomen. Ook kan het energiesysteem dan veel beter inspelen op vraag en aanbod van stroom.
Er lopen op dit moment veelbelovende innovatieve projecten. Deze projecten krijgen subsidie van energie-innovatieregelingen. Onderstaande innovatieve projecten kregen subsidie van de regeling Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI).
Energie-opslag in gebouwen
*Intromuziek*
Beeldtekst: FLEXINet. Slimme hybride oplossingen.
Pavol Bauer – Hoogleraar TU en projectleider FLEXINet:
FLEXINet is een slim en duurzaam energiesysteem. In de toekomst krijgen wij meer elektrificatie van de bebouwde omgeving. Bijvoorbeeld de verduurzaming van de warmtevoorzieningen, betekent dat we overgaan naar warmtepompen. Die warmte kan ook opgeslagen worden in een soort warmteopslag. Als je die twee bij elkaar brengt, elektriciteit en warmteopslag, en probeert dat met een slimme aansturing te beheersen, dan krijg je een systeem dat helemaal losgekoppeld is vraag en aanbod.
Laurens Mackay – DC Opportunities en deelnemer FLEXINet:
In FLEXINet hebben wij additionele energieopslag in de vorm van second-life batterijen. Dan hebben we het over batterijen van elektrische auto's die niet meer voor de elektrische auto's gebruikt kunnen worden, maar waarvan de kwaliteit nog goed is. In dit project kijken wij hoe wij die goed kunnen aanbinden in een microgrid met gelijkspanning. Waar wij aan werken is een slimmere manier hoe we dat allemaal kunnen doen zodat we uiteindelijk een beter systeem hebben met minder componenten, minder verliezen. Hoe kunnen we dat ontwikkelen, zodat dat goed werkt?
Pavol Bauer – Hoogleraar TU en projectleider FLEXINet:
Elk component praat in een andere taal en die moet bij elkaar brengen en elkaar laten verstaan. Dat is de grootste uitdaging geweest.
Laurens Mackay – DC Opportunities en deelnemer FLEXINet:
Waar wij eigenlijk naar kijken, is dat we ervoor zorgen dat het zo opgebouwd is, dat ook als er ergens iets misgaat, de rest nog verder kan draaien.
Pavol Bauer – Hoogleraar TU en projectleider FLEXINet:
Wat mij betreft is het een groot succes. Wat wij ontwikkelen is technologie van de toekomst. Het is heel goed schaalbaar. Het zou op grotere schaal eigenlijk nog beter werken. Want wij willen graag van het gas af, wij willen graag naar elektrische verwarming. Dus dat is wat wij gaan faciliteren met de FLEXINet-projectresultaten.
Laurens Mackay – DC Opportunities en deelnemer FLEXINet:
Dankzij de subsidie die we gekregen hebben, werd het voor ons mogelijk om die technologieontwikkeling te starten en de dingen in de markt te kunnen zetten.
Pavol Bauer – Hoogleraar TU en projectleider FLEXINet:
De MOOI-subsidie heeft de bedrijven bij elkaar gebracht, zonder subsidie was dat niet mogelijk geweest. De betaalbaarheid van het hele systeem en de terugverdientijd van dit systeem is een belangrijk onderwerp van het project. Dus wij kijken ook naar de geldstromen en hoe men geld kan verdienen met implementatie van het FLEXINet-systeem op den duur.
Laurens Mackay – DC Opportunities en deelnemer FLEXINet:
Nu hebben we hier vooral in het klein getest, met kleinere vermogens. Maar wat we zien, speciaal met elektrische vrachtwagens, dat die vermogens gewoon heel veel groter moeten worden. Dus het vervolg is om dit alles op te schalen naar de hogere vermogens.
Pavol Bauer – Hoogleraar TU en projectleider FLEXINet:
Dat is innovatie, ja.
Laurens Mackay – DC Opportunities en deelnemer FLEXINet:
Uiteindelijk gaat het erom dat we, als maatschappij, de hele energietransitie op een betere manier kunnen doen.
Voiceover:
Meer weten? Ga naar www.rvo.nl.
Logo Rijksdienst voor Ondernemend Nederland verschijnt in beeld.
Beeldtekst: Meer weten?
www.rvo.nl.
In samenwerking met Topsector Energie.
Het FLEXINet-project ontwikkelt een slim systeem dat verschillende technieken van energieopslag in gebouwen combineert. Bijvoorbeeld batterijen en warmtepompen. Dit is belangrijk voor de overstap naar groene energie, zoals zonne-energie en windenergie. Het doel is om energie flexibeler en duurzamer te gebruiken. En op zo'n manier dat de oplossing aantrekkelijk is voor gebruikers.
Meer elektriciteit in gebouwen
*Rustige muziek speelt*
Beeldtekst: Go-e. Flexibele energievoorziening in de gebouwde omgeving.
Michel Emde – Business Consultant TNO:
GO-e is een project wat we met een heleboel partners samen hebben gedaan, en dat project heeft zich beziggehouden met de vraag van: we gaan naar een een ander energiesysteem toe, waarin onder andere aardgas gaat verdwijnen en waar elektriciteit een veel belangrijkere rol gaat krijgen, ook in buurten als dit. We moeten dan denken aan warmtepompen, auto's worden elektrisch, die moeten geladen worden, maar ook aan zonnepanelen die we hier overal zien. Dat is allemaal heel goed, want het zorgt voor minder CO2-uitstoot. Maar tegelijkertijd zorgt het ook wel voor uitdagingen op het netwerk van de netbeheerder, het elektriciteitsnetwerk, want er ontstaan te grote pieken waardoor het eigenlijk allemaal niet meer past.
Jop Spoelstra – Innovatiemanager Technolution:
De vraag die we proberen te beantwoorden is: als je al die apparaten in woonwijken zou kunnen beïnvloeden om onze netten te ontlasten, kan dat het alternatief zijn voor verzwaring, en zo ja, waar? Daarbij is flexibiliteit het toverwoord. Die flexibiliteit zit hem vooral in hoe consumenten en ook ondernemers hun gedrag een klein beetje gaan aanpassen op wat we met z'n allen van onze netten verwachten, en gezamenlijk proberen die netten toch in de lucht te houden.
Michel Emde – Business Consultant TNO:
Zijn ze dan bereid om even, bijvoorbeeld, het laden van hun auto uit te stellen of misschien heel even de temperatuur in het huis iets te laten zakken, want dat zou heel veel kunnen opleveren. Dus dat hebben ook onderzocht, en het goede nieuws is dat: ja, consumenten daar eigenlijk behoorlijk toe bereid zijn.
*Rustige muziek*
*Onverstaanbaar*
Jop Spoelstra – Innovatiemanager Technolution:
De MOOI-subsidie heeft ons geholpen om al die initiatieven met bewoners, met ondernemers, met het doorwerken van alle techniek die ervoor nodig is, in gang te zetten. Om dat te kunnen doen, heb je best wel wat verschillende partijen nodig, om samen te werken, en die hebben we allemaal in één groep gevat. Dus dan hebben we het over netbeheerders, kennisinstellingen, energieleveranciers, dienstverleners, technologiebedrijven. Daarin is die subsidie wel een onmisbare schakel om toch die stap te kunnen zetten. Als alle organisaties en betrokkenen dat op eigen kosten hadden moeten doen, was het waarschijnlijk niet zo ver gekomen.
*Rustige muziek speelt*
Michel Emde – Business Consultant TNO:
Een belangrijke conclusie uit het project is: we weten nu veel zekerder dat er ook in de gebouwde omgeving, in 2030-2035, echt problemen gaan ontstaan als we niks doen. We weten ook dat dat er heel vaak genoeg flexibiliteit is, genoeg oplossingen zijn, om te voorkomen dat die problemen gaat ontstaan, zelfs zonder dat we netwerken gaan verzwaren, En dat kan dus heel veel geld besparen in de toekomst.
Logo Rijksdienst voor Ondernemend Nederland verschijnt in beeld.
Voiceover:
Meer weten? Ga naar www.rvo.nl.
Het GO-e project onderzoekt de uitdagingen en kansen van het gebruik van meer elektriciteit voor voorzieningen (elektrificatie) in gebouwen. Het project richt zich op flexibele energiediensten. Het doel is schaalbare oplossingen ontwikkelen, die lokale energiebronnen beter benutten. En die de piekbelasting op het elektriciteitsnet verlagen. Samen met netbeheerders, dienstverleners en gebruikers, maakt GO-e flexibiliteit veilig en toegankelijk.
Verwarming, laadpalen en energieopslag in de wijk
*Muziek speelt*
Beeldtekst: LIFE.
Samenwerken voor een optimale beschikbaarheid.
Andro Bottse – Stuurgroep LIFE project:
LIFE staat voor Local Inclusive Future Energy, het is een City Platform. En wat we daar proberen te doen, is een simulatie te doen van het netwerk hier in Amsterdam-Zuidoost. Dat hebben we nodig, omdat we straks een aantal scenario's willen voorleggen aan belanghebbende personen en bedrijven, om te zorgen dat we die netcongestieproblemen aan gaan pakken. Onze oplossing is dat we lokaal gaan kijken naar oplossingen, samen met alle belanghebbenden, samen met bewoners, samen met bedrijven, om te zien of we door bijvoorbeeld het delen van energie, het delen van capaciteit, het slimmer gebruiken van het netwerk, elkaar kunnen helpen om te zorgen dat we altijd elektriciteit hebben.
*Muziek speelt*
Sander van Stiphout – Directeur Innovatie en Advies Johan Cruijff ArenA:
Wij als Johan Cruijff ArenA hebben de ambitie om in 2030 netto-positief te zijn. Dat wil zeggen dat we aan de ene kant meer bijdragen aan de maatschappij dan we nemen. Binnen LIFE kijken we: is het mogelijk om ook energie te kunnen leveren aan mensen in de buurt? We verkennen in dit project onder welke voorwaarden dat mogelijk is, zowel juridisch als technisch, en daarom is dit zo'n belangrijk project voor ons.
*Muziek speelt*
Andro Bottse – Stuurgroep LIFE project:
Een grote doelgroep zou moeten weten dat het probleem van het te krappe netwerk, door jezelf opgelost kan worden. De MOOI-financiering was heel belangrijk. Daar zit ook een heel groot bedrag in om te zorgen dat we deze lokale oplossing gaan vinden voor heel Nederland.
Sander van Stiphout – Directeur Innovatie en Advies Johan Cruijff ArenA:
De MOOI-subsidie van RVO stelt ons eigenlijk in staat om met alle partners te verkennen hoe we het mogelijk gaan maken dat we energie delen in de directe omgeving, en ook hoe we energie kunnen delen met de buurt.
Logo Rijksdienst voor Ondernemend Nederland verschijnt in beeld.
Voiceover:
Meer weten? Ga naar www.rvo.nl.
De overgang naar klimaatneutrale steden zorgt voor meer lokale opwek van zonne- en windenergie, en de overstap naar meer elektrische verwarming en elektrisch verkeer en vervoer. Dit leidt tot overbelasting van het elektriciteitsnet (netcongestie). Het LIFE-project ontwikkelt slimme, flexibele energiesystemen op wijkniveau, die deze netcongestie verlichten. Bijvoorbeeld door het beheren en onderling afstemmen van verwarming, laadpalen en energieopslag in gebouwen.
Slim laden, batterijen en warmtepompen in de stad
*Muziek speelt* Beeldtekst: ROBUST. Slim energiesysteem. Wilfried van Sark: Hoogleraar integratie zonne-energie Universiteit Utrecht: Bidirectioneel laden is heel simpel. Je gaat twee kanten op. Je stopt energie in de auto, maar je kunt ook energie uit de auto halen. En waarom is dat nou nuttig? Als je overdag bijvoorbeeld heel veel zonne-energie hebt en je hebt die auto's aan de laadpaal staan, dan kun je die zonne-energie direct in de auto kwijt. En 's avonds, als je geen zonne-energie hebt, dan kun je de energie uit de auto halen voor je eigen gebruik. Ik onderzoek de integratie van zonne-energiesystemen op allerlei manieren. ROBUST is een project, wat we met veel partners uitvoeren om een slim energiesysteem te organiseren. Hoe zorg je ervoor dat energie van de zon die je opwekt, op een goede manier in het elektriciteitssysteem terechtkomt. Je moet een auto hebben die dat aankan, je moet een laadpaal hebben die dat aankan en je moet software organiseren die dit allemaal kan managen. Al die aspecten zitten nu bij elkaar in dit mooie project. Gertjan Geurts – Projectleider Slim Laden/Netcongestie Gemeente Utrecht: Utrecht staat voor een grote opgave. We hebben een grote woningbouwopgave en als één van de zwaarste worden we getroffen door netcongestie. Ook onze ondernemers kunnen geen uitbreiding meer van grote verbruiksaansluitingen krijgen, dus er is een grote uitdaging. Hoe efficiënter wij die netten gebruiken, hoe meer ruimte overblijft voor anderen. Dus als wij als één van de eerste slim laden goed toepassen, kunnen we die ruimte benutten voor woningbouw, voor ondernemers, en dat is direct van belang voor Utrecht, en we leveren daarbij ook een bijdrage aan het grote geheel in andere plekken van Nederland, maar ook in Europa, om te laten zien hoe we zo'n flexibel en slim energiesysteem van de toekomst bouwen. Wilfried van Sark: Hoogleraar integratie zonne-energie Universiteit Utrecht: Eigenlijk is dit project een powerbank op wielen. De MOOI-subsidie is cruciaal want het brengt partijen bij elkaar om concrete innovaties echt te implementeren. Om dat echt te doen, in de praktijk te brengen en heel goed te evalueren wat het oplevert, en waardoor je dit grootschalig zou moeten implementeren. Gertjan Geurts – Projectleider Slim Laden/Netcongestie Gemeente Utrecht: Partners binnen ROBUST zijn kennisinstellingen zoals TU Delft, Hogeschool Utrecht en wijzelf, Universiteit Utrecht. Ook Stedin, de netbeheerder, en partijen als We Drive Solar. We hebben heel veel zonne-energie nu geïnstalleerd, heel veel windenergie. We zijn in de toekomst afhankelijk van zon en wind en die zijn afhankelijk van het weer. Dat is tot op zekere hoogte voorspelbaar, maar er is ook vaak heel veel te veel, dus dat moet je opslaan in batterijen. Onze warmte komt in de toekomst van warmtepompen, niet meer van gas, dus dat geeft een hogere belasting op het net. En je kunt zon en wind en batterijen in de auto's, of juist niet, samen als één geheel zien als oplossing voor de energietransitie. Logo Rijksdienst voor Ondernemend Nederland verschijnt in beeld. Voiceover: Meer weten? Ga naar www.rvo.nl.
Het ROBUST-project richt zich op de groeiende vraag naar duurzame energie, gasloze wijken en elektrisch vervoer in Nederland. Het doel is een flexibel energiesysteem op stadsregioniveau, dat lokale problemen met overbelasting van het net oplost. En het gebruik van duurzame energie en elektrisch vervoer stimuleert. Dit gebeurt door slim laden, stationaire batterijen en warmtepompen in te zetten voor meer flexibiliteit.
Vraag en aanbod van stroom beheren
Het toenemende gebruik van elektrische voertuigen leidt tot overbelasting in het Nederlandse stroomnet. En het vertraagt de overgang naar duurzame energie. Het SmoothEMS met GridShield is een systeem dat vraag en aanbod op het stroomnetwerk optimaal beheert. Het systeem biedt een veilige en betrouwbare oplossing voor netcongestie, met simulaties, een blauwdruk en validatietests als resultaten.
Energie-uitwisseling tussen gebouwen en gebieden
*Muziek speelt* Beeldtekst: TROEF. Optimale energie op het juiste moment. Joost Halkes – Docent-onderzoeker Hogeschool Utrecht: TROEF is een samenwerkingsverband van commerciële partijen en onderzoeksinstellingen. De commerciële partijen gaan van bouwers, de plek waar we nu zitten, naar mensen die juist heel erg bezig zijn met wat meer de zachte kant. Hoe zorgen we dat we veranderingen realiseren? En bij de onderzoeksinstellingen hebben we zowel op universitair niveau als hogeschool niveau mensen die betrokken zijn. *Muziek speelt* Tim Blokpoel – Business developer BAM: Het gave wat wij hier doen is dat we stappen maken. Dus we zijn bezig met die congestie, het is een uitdaging, maar we zijn bezig met een oplossing. En nu zien we daar ook wat de resultaten zijn. Dus we hebben bijvoorbeeld dit weekend, met alle zon, volledig in onze batterij gestopt, en daar worden vanochtend elektrische auto's mee geladen. En je ziet dat we dus in een maand tijd meer dan 10.000 kilogram aan CO2 hier bespaard hebben. Door slim om te gaan met de energie, wat we anders uit het net hadden gehaald en dat vind ik heel cool. Joost Halkes – Docent-onderzoeker Hogeschool Utrecht: De energietransitie is conceptueel best makkelijk. We moeten met z'n allen van gas naar elektriciteit. In de praktijk lopen we echter tegen heel veel uitdagingen aan. De partijen die laadpalen maken, die zonnepanelen maken, die batterijen maken, hebben hun eigen uitdagingen. Om dat ook nog eens een keer samen te laten werken is echt lastig, en daarin hebben we een mooie stap gezet binnen TROEF. Tim Blokpoel – Business developer BAM: De koperprijs is hoog, we moeten dat hele net gaan verzwaren, we missen de handjes. Maar we zien ook eigenlijk dat de gedachte dat energie altijd beschikbaar is, dat dat misschien in de toekomst niet meer zo is. Dus daar moeten we iets slims voor bedenken. En met die slimmigheid gaan we kosten besparen voor de gebouweigenaren. Dus ik hoop in de toekomst dat we dus veel efficiënter om kunnen gaan met hetgeen wat we hebben. Joost Halkes – Docent-onderzoeker Hogeschool Utrecht: Ik denk wat ik heel gaaf vind aan TROEF is dat we daadwerkelijk dingen realiseren, maar het wel onderbouwen met echt goede, grondige analyses, goed onderzoek, en kunnen laten zien dat het werkt. Waarbij we ook nog eens een keer de studenten laten werken aan de oplossingen van morgen. Tim Blokpoel – Business developer BAM: De MOOI-subsidie heeft enorm geholpen, denk ik, om alle partijen aan tafel te krijgen en ook, op het moment dat het moeilijk was, juist te zorgen om die volgende stap te maken en echt samen het eindpunt bereiken wat we willen bereiken. Ik denk dat de MOOI-subsidie ons heel erg geholpen heeft om het mogelijk te maken dat we met acht verschillende partijen bij elkaar kunnen zitten, wekelijks contact hebben met elkaar en samen, vanuit allemaal verschillende disciplines, iets moois kunnen bouwen. En als de MOOI-subsidie er niet geweest zou zijn, dan hadden we dat ook nooit gedaan. Zo complex met zoveel verschillende schakels bij elkaar zitten. Logo Rijksdienst voor Ondernemend Nederland verschijnt in beeld. Voiceover: Meer weten? Ga naar www.rvo.nl.
Het TROEF-project pakt de uitdagingen aan van duurzaamheidsdoelstellingen en het energiesysteem. Het ontwikkelt een innovatief energie-ecosysteem dat CO₂-uitstoot vermindert. Het systeem optimaliseert de energie-uitwisseling tussen gebouwen en gebieden in Nederland. Het betrekt de gebouwen actief, waardoor overtollige energie gedeeld kan worden en het elektriciteitsnet in balans blijft. Resultaten zijn prototypes en gebruiksklare oplossingen.
- Ministerie van Klimaat en Groene Groei