Veelgestelde vragen Energieprestatie BENG
Op deze pagina vindt u veelgestelde vragen over de Energieprestatie bij bijna energieneutrale gebouwen (BENG).
In beide eisen wordt hernieuwbare energie gewaardeerd. Ze hangen dus samen. Als een gebouw goed scoort op het aandeel hernieuwbare energie, scoort het meestal ook goed op het primair fossiel energiegebruik. Het omgekeerde is niet altijd waar. Een laag primair fossiel energiegebruik valt ook te bereiken met een lage energiebehoefte.
BENG rekent uitsluitend met het gebouwgebonden energiegebruik. Bij nul-op de-meter telt ook het huishoudelijk energiegebruik mee, zoals dat van de computer of koelkast. Je kunt deze dus niet zomaar vergelijken.
Het primair fossiel energiegebruik voor BENG moet lager zijn dan nul (negatief), om op het niveau van nul-op-de-meter te komen.
Bij energiezuinige woningen wilt u het warmteverlies zo veel mogelijk beperken. Daardoor is het nodig dat u tegelijkertijd voldoende aandacht besteedt aan het beperken van de temperatuuroverschrijding in de zomer. Denk aan de oriëntatie op de zon, overstekken op de zuidgevel, zonwering en (inbraakvrije) voorzieningen om ’s nachts extra te kunnen ventileren. Dan is extra koeling meestal niet nodig. Verplicht is het zeker niet.
Meer informatie hierover vindt u op de pagina Veelgestelde vragen risico op oververhitting nieuwbouw woningen BENG.
In Europa gebruiken we de term hernieuwbare energie (renewable energy). Hieronder valt alle energie uit hernieuwbare bronnen, zoals zon en waterkracht. Ook biomassa valt daaronder. Europese regelgeving is op deze definitie gebaseerd. Deze houden we voor BENG aan. In Nederland spreken we vaak over duurzame energie. Dat begrip is minder goed gedefinieerd en daarom minder geschikt voor regelgeving.
Alleen gebiedsmaatregelen met directe specifieke fysieke koppeling met het gebouw mogen per 1 januari 2021 worden meegerekend in de energieprestatie van het gebouw, met een voor die gebiedsmaatregel geldend energetisch rendement. Is er geen fysieke koppeling met het gebouw? Dan mogen deze maatregelen niet meer worden meegerekend in de energieprestatie. Bestaande energieprestatieberekeningen blijven van toepassing gedurende de geldigheidsduur van de energieprestatieberekening.
Lees meer in de Kamerbrief over kabinetsstandpunt allocatie bij energieprestatie gebouwen.
Omdat per 1 juli 2018 de Wet VET (Voortgang Energietranisitie) in werking is getreden, is dit bij nieuwe vergunningsaanvragen inderdaad het geval. Vanaf deze datum is de gasaansluitplicht voor gebouwen vervallen bij nieuwe omgevingsvergunningen. Alleen bij zwaarwegende redenen van algemeen belang is een uitzondering mogelijk. Meer informatie over aardgasvrij.
De EPC werd tot 1 januari 2021 bepaald met NEN 7120. Vanaf 1 januari 2021 is de NTA 8800 de berekeningsmethode waarmee de BENG-waardes formeel worden bepaald. Meer informatie over de NTA 8800 vindt u op de website van NEN.
De PHPP-methode en de daarvan afgeleide NZEB-methoden zijn geen toetsingsinstrumenten maar ontwerptools. Deze instrumenten zijn gericht op het optimaliseren van gebouw en installatie met betrekking tot de energieprestatie. Ze zijn niet zonder meer geschikt voor het uitvoeren van een EPC- of BENG-berekening.
De resultaten van de kostenoptimaliteitsstudie zijn te vinden op de website van Rijksoverheid.
De BENG-eisen vindt u terug in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving.
Een energieprestatieberekening voor nieuwbouw wordt gedaan door een vakbekwaam energieprestatie adviseur (EP-adviseur) opgeleid met de detailmethode:
- EP-W/D adviseur: EP-adviseur woningbouw detailmethode
- EP-U/D adviseur: EP-adviseur utiliteitsbouw detailmethode (ook vakbekwaam voor woningbouw detailmethode)
Een vakbekwaam EP-adviseur heeft niet alleen het juiste diploma nodig, maar moet ook werken voor een bedrijf dat is gecertificeerd volgens de Beoordelingsrichtlijn (BRL) 9500. Een andere mogelijkheid voor de BRL9500-certificering is dat een EP-adviseur zich aansluit bij een gecertificeerde koepelorganisatie.
Een EP-adviseur Woningbouw vindt u op Centraal Register Techniek - particulieren - woning.
Een EP-adviseur Utiliteitsbouw vindt u op Centraal Register Techniek - bedrijven - utiliteitsgebouw.
Nieuwbouw
Voor alle nieuwbouw, zowel woningbouw als utiliteitsbouw, geldt dat de aanvraag voor de omgevingsvergunning vanaf 1 januari 2021 moet voldoen aan de eisen voor bijna energieneutrale gebouwen (BENG). Bekijk voor alle informatie de pagina Energieprestatie indicatoren - BENG.
Verbouw
Verbouw is het gedeeltelijk vernieuwen, veranderen of het vergroten van een bouwwerk. Bij verbouw gelden geen BENG-eisen. Volgens het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), artikel 5.3 Verbouw geldt het 'rechtens verkregen niveau' (*) en worden er specifieke ondergrenzen gegeven. Bekijk voor alle informatie de pagina Energieprestatie-eisen bij verbouw en renovatie
* De betekenis van het rechtens verkregen niveau staat beschreven in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), hoofdstuk 1 Algemene bepalingen.
Ingrijpende renovatie
Een renovatie is een ingrijpende renovatie als meer dan 25% van de oppervlakte van de gebouwschil verandert. Bovendien moet de verandering op de integrale gebouwschil zijn uitgevoerd. De gebouwschil is de grens tussen de binnenzijde van een woning en de buitenwereld. De gebouwschil bestaat uit de begane vloer, de buitenmuren, de ramen, de kozijnen, de deuren en het dak. Bij een ingrijpende renovatie gelden de nieuwbouwvoorschriften voor thermische isolatie. De BENG-eisen zijn bij ingrijpende renovatie niet van toepassing. Zie het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), artikel 5.20. Bij een ingrijpende renovatie kunnen er eisen zijn voor hernieuwbare energie, zie hiervoor de informatie op de pagina Hernieuwbare energie bij ingrijpende renovatie voor meer informatie.
Herbestemming/ transformatie
Afhankelijk van wat u gaat doen, gelden er energieprestatie eisen.
Wilt u weten aan welke eisen u moet voldoen? Neem dan contact op met uw bevoegd gezag, om te bepalen wat van toepassing is.
Bij de registratie van het energielabel:
Door een verschil in versies van de rekensoftware kunnen, ondanks gelijke invoergegevens, verschillen tussen het voorlopige en definitieve energielabel ontstaan.
Bij een nieuwbouw vergunningsaanvraag en oplevering:
Een andere oorzaak kan zijn dat de uitgangspunten bij vergunningaanvraag verschillen ten opzichte van de uitgangspunten bij oplevering. Hierbij moet u aantonen bij het bevoegd gezag dat bij oplevering u voldoet aan datgene waarvoor een vergunning is verleend of aan de wettelijke eisen.
Infraroodverwarming wordt in de energieprestatiemethodiek gezien als lokale elektrische verwarming met een gemiddeld rendement (COP) van 1,0. Is de infraroodverwarming het hoofdverwarmingssysteem? Dan telt deze mee in de energieprestatieberekening voor het primair fossiel energiegebruik. Gebruikt u de infraroodverwarming lokaal als bijverwarming (naast een ander hoofdverwarmingssysteem)? Dan telt deze niet mee in de energieprestatieberekening.