Algemene voorwaarden SCE
Wilt u als energiecoöperatie of VvE subsidie aanvragen uit de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE)? Lees aan welke algemene voorwaarden u moet voldoen.
Naast algemene voorwaarden zijn er voorwaarden per categorie.
- U mag vóór het indienen van de aanvraag geen onomkeerbare financiële verplichtingen zijn aangegaan voor de productie-installatie zelf.
- Wij verstrekken de subsidie alleen aan coöperaties die zich (mede) richten op het opwekken van hernieuwbare (duurzame) energie of een Vereniging van Eigenaars (VvE).
- De productie-installatie is in eigendom van de subsidieontvanger. Ook financial lease zien we voor de SCE-regeling als eigendom.
Haalbaarheidsstudie
Bij alle categorieën bent u verplicht om een haalbaarheidsstudie bij uw subsidieaanvraag te voegen. Met de haalbaarheidsstudie geeft u een onderbouwing van de haalbaarheid van uw project. De verplichte onderdelen van de haalbaarheidsstudie zijn:
- een omschrijving van de productie-installatie;
- een exploitatieoverzicht met onder andere: een specificatie van de investeringskosten, kosten en baten per jaar, en projectrendement over de gehele looptijd;
- een financieringsplan voor de productie-installatie;
- bij een productie-installatie voor windenergie> 100 kW: een windenergie-opbrengstberekening;
- bij een productie-installatie die gebruikmaakt van waterkracht > 100 kW: een waterkracht-opbrengstberekening;
- bij een aanvraag voor een productie-installatie Zon-PV (zonnepanelen): een kaart of luchtfoto van de locatie van de productie-installatie waarop de zonnepanelen zijn ingetekend. U tekent ook de al aanwezige en nog te realiseren installaties in. Gaat het om een SCE- en/of SDE(++)-aanvraag? Dan vermeldt u de projectnummers hiervan op de intekening.
Gebruik voor de haalbaarheidsstudie onze handleiding en ons model haalbaarheidsstudie. Deze vindt u onder stap 1 in het stappenplan van een aanvraag voorbereiden.
Vergunningen
Voor zonnepanelen op bestaande gebouwen is meestal geen vergunning nodig. Voor de andere productie-installaties zijn 1 of meer vergunningen verplicht. Op het moment dat u uw subsidieaanvraag indient, moeten deze vergunningen zijn afgegeven door het bevoegd gezag. Deze voegt u toe bij uw aanvraag. Welke vergunningen van toepassing zijn, verschilt per categorie. Aanvullend hierop stuurt u bij wind en waterkracht ook de vergunningsaanvraag mee. De vergunning moet definitief zijn, maar niet onherroepelijk.
Toestemming van de eigenaar
Bent u geen eigenaar van de locatie? Dan moet er een recht van opstal worden gevestigd op de locatie. Is dat op het moment van aanvragen nog niet geregeld? Dan volstaat als bijlage bij de aanvraag een intentieverklaring recht van opstal, ondertekend door alle partijen. Hierin staat duidelijk aangegeven dat u toestemming heeft van de eigenaar(s) om de installatie te realiseren en te exploiteren gedurende de looptijd van de subsidie. Binnen een jaar na beschikkingsdatum stuurt u ons de notariële akte.
Is er sprake van erfpacht op de locatie? Dan stuurt u een ondertekende huur- of gebruikersovereenkomst mee met de aanvraag. Hierin moet staan dat u de productie-installatie in eigendom heeft of krijgt. En dat u deze op de locatie mag plaatsen en in gebruik mag nemen.
Gebruik voor de intentieverklaring ons model intentieovereenkomst. Deze vindt u onder stap 1 in het stappenplan van een aanvraag voorbereiden.
Allocatiepunt
Een allocatiepunt is een meetpunt waaraan een marktpartij is gekoppeld en waarvan de meetdata centraal worden uitgewisseld. Elke productie-installatie mag maar met één allocatiepunt op het net zijn aangesloten. Dat allocatiepunt mag niet gedeeld worden met andere productie-installaties. Bij een productie-installatie met een kleinverbruikersaansluiting moet het allocatiepunt een zuiver terugleverallocatiepunt zijn. Dit is omdat eigen verbruik van installaties ‘achter de meter’ niet toegestaan is voor dit soort productie-installaties.
Eén aanvraag per locatie
Vraagt u subsidie aan voor een installatie op een dak? Per pand-ID mag u maximaal één aanvraag indienen per openstellingsperiode per categorie productie-installaties. Het pand-ID is een registratienummer. Deze staat vermeld in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). U kunt meerdere aanvragen indienen per woningblok als er sprake is van meerdere pand-ID’s.
Gaat het om een veldinstallatie? Dan is het kadastrale perceel de locatie. De grens en grootte van de locatie zijn vastgesteld. Er mag dus geen sprake zijn van voorlopige kadastrale grenzen.
Bij kleinverbruikersaansluitingen (KVA) geldt de aanvullende eis dat de extra productie-installatie op de locatie op dezelfde kleinverbruikersaansluiting aangesloten moet worden. Kan dat niet? Dan moet er voor de nieuwe installatie een grootverbruikersaansluiting worden geplaatst.
In een volgende openstellingsperiode mag u wel een nieuwe SCE-subsidieaanvraag doen op een locatie waarvoor al een SCE-subsidie is toegekend. Bij deze subsidieaanvraag moet u een duidelijke intekening van de installaties op deze locatie meesturen. En de installaties moeten apart bemeterd worden met een eigen extra allocatiepunt.
Een project met meerdere aansluitingen op het net is niet toegestaan in de SCE. Voor ieder project moet een apart allocatiepunt zijn.
Ingebruikname
U mag de productie-installatie niet vóór de indiening van uw aanvraag in gebruik nemen. Daarnaast mag u voor indiening van de aanvraag geen onomkeerbare verplichtingen zijn aangegaan voor de installatie zelf. Dat betekent dat u bijvoorbeeld zelf geen betalingen voor de productie-installatie heeft gedaan. Of dat u een definitieve opdrachtverstrekking heeft getekend, zónder ontbindende voorwaarden. Een opdrachtverstrekking met ontbindende voorwaarden mag wel.
Transportindicatie bij een grootverbruikersaansluiting
Sluit u de productie-installatie aan op het elektriciteitsnet met een grootverbruikersaansluiting? Dan bent u verplicht om een transportindicatie mee te sturen. Bij een aanvraag voor Zon-PV moet uit deze indicatie blijken dat er een gecontracteerd terugleververmogen van maximaal 50% beschikbaar is van het (aanvullende) piekvermogen van de installatie voor de locatie waarvoor u de subsidie aanvraagt. Uw netbeheerder verzorgt de transportindicatie. Omdat de transportcapaciteit op het elektriciteitsnet kan veranderen, moet de indicatie zijn afgegeven binnen een maand voordat u subsidie aanvraagt.
Netbeheerders
U kunt een transportindicatie bij uw netbeheerder opvragen. Via onderstaande links vindt u informatie hierover bij de verschillende netbeheerders. Weet u niet wie uw netbeheerder is? Doe de check op Eancodeboek.
Netbeheerder Rendo heeft nog geen transportindicatieformulier voor de SCE beschikbaar. Zodra die beschikbaar is, volgt hier ook die link.
Modelverklaring geschiktheid dak of gevel
Vanaf 2023 is het verplicht om bij uw aanvraag de modelverklaring geschiktheid dak of gevel mee te sturen. Hierin geeft u aan wat de staat is van het dak waarop u de zon-pv-installatie realiseert. In deze verklaring vult u in welke eventuele maatregelen er genomen moeten worden om het dak geschikt te maken. De schouw van het dak hoeft u niet door een erkend constructeur te laten uitvoeren. U mag alleen de officiële modelverklaring gebruiken die beschikbaar is gesteld door de minister. Een eigen gemaakte verklaring voldoet niet aan de voorwaarden van de regeling.
De modelverklaring geschiktheid dak of gevel vindt u onder stap 1 in het stappenplan van een aanvraag voorbereiden.
Overige subsidies
Ontving u voor de productie-installatie al een subsidie of andere financiële tegemoetkoming van het Rijk? Dan heeft u geen recht op SCE-subsidie.
Vragen over de SCE?
- Ministerie van Economische Zaken en Klimaat