Tijdelijk gesloten voor aanvragen

Berekening SDE++

Laatst gecontroleerd op:
29 juli 2024
Gepubliceerd op:
18 oktober 2017

Heeft u een beschikking van de Stimulering Duurzame Energieproductie (en Klimaattransitie) (SDE(+)(+)) ontvangen? Op deze pagina leest u hoe uw subsidiebedrag wordt berekend.

De hoogte van uw SDE++-subsidie hangt af van uw aanvraagbedrag en van opbrengsten uit de geleverde energie of gereduceerde CO2-uitstoot.

Bij hogere opbrengsten krijgt u een kleinere SDE++-bijdrage. Bij lagere opbrengsten krijgt u een grotere SDE++-bijdrage. Deze opbrengsten en vermeden inkoopkosten zijn ondergebracht in het correctiebedrag. Dit alles tot een bepaalde ondergrens.

Subsidiebeschikking

De subsidie die wij u in de beschikking toewijzen, is het maximumbedrag over de hele looptijd van de subsidie. Wij bepalen dit maximum met het opgegeven vermogen van uw productie-installatie en van de productie. De productie heeft een bovengrens op basis van een maximum aantal vollasturen per categorie.

Wat is de uiteindelijke hoogte van de subsidie die u krijgt uitgekeerd? Dat berekenen we per jaar. Het gaat telkens om de hoeveelheid energie die u produceert. Of om de hoeveelheid gereduceerde CO2-uitstoot. Ook de hoogte van de opbrengsten telt mee. Deze opbrengsten hangen af van de marktwaarde van energie. Deze marktwaarde stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) jaarlijks vast. 

Let op: de marktwaarde is een berekend gemiddelde. Dit bedrag is dus niet toegespitst op uw eigen kosten, opbrengsten en afgesloten contracten.

Verder krijgt u subsidie tot een maximum aantal vollasturen per jaar en heeft de subsidie een maximale looptijd. Deze looptijd verschilt per categorie.

De formule om het totale subsidiebedrag te berekenen is:

Maximale SDE++-bijdrage (basisbedrag of aanvraagbedrag – basisenergieprijs of basisbroeikasgasbedrag) * het aantal vollasturen * het vermogen * de looptijd in jaren.

Meten productie

Wanneer u gebruikmaakt van de SDE(+)(+) moet u per beschikking uw productie of verminderde CO2-uitstoot meten. U mag uw productie-installatie met meerdere brutoproductiemeters bemeteren. Met uw meetbedrijf spreekt u af hoe dat gebeurt.

Bijstelling van uw subsidie

Iedere maand betalen wij u een voorschot voor 1/12 deel van de verwachte subsidiabele energieproductie in het komende jaar. In uw voorschot is meegenomen dat er 80% van de verwachte subsidiabele energieproductie wordt uitgekeerd. Deze productiewaarde wordt vermenigvuldigd met het aanvraagbedrag minus het voorlopig correctiebedrag. Dit samen bepaalt uw maandelijkse voorschotbedrag.

Wij bepalen de voorschotten met een voorlopig correctiebedrag dat het PBL berekent op basis van de gemiddelde energieprijs in het voorgaande jaar. Omstreeks april stelt het ministerie van Economische Zaken en Klimaat de definitieve correctiebedragen vast en publiceert deze in de Staatscourant.

Wanneer de productie over het volledige kalenderjaar bekend is, stellen wij de voorschotbedragen bij. Dit doen wij aan de hand van de definitieve correctiebedragen die het PBL vaststelt. Er wordt dan gekeken of u te weinig of te veel SDE(+)(+)-subsidie heeft ontvangen. Dit heet ‘bijstellen’.

De bijstelling kan zowel positief als negatief zijn. Bij een positieve bijstelling heeft u nog subsidie tegoed. Wij betalen dit bedrag in één keer aan u uit. Bij een negatieve bijstelling heeft u te veel subsidie ontvangen. Dit bedrag verrekenen wij met de toekomstige voorschotten.

Soms duurt het langer voordat wij uw subsidie bijstellen. Dit is het geval als er nog geen gegevens zijn over de productie van een volledig kalenderjaar. Of als het definitieve correctiebedrag over het voorgaande kalenderjaar nog niet is vastgesteld.

De voorlopige en definitieve correctiebedragen vindt u op de pagina Wet- en regelgeving SDE. Over het hoe en waarom leest u meer in de folder 'Uw SDE(+)subsidie bijgesteld' (zie 'Downloads' onderaan deze pagina).

Banking

Voor SDE(+)(+)-aanvragen is meestal 'banking' van toepassing. Dit betekent dat u de subsidiabele jaarproductie die u niet benut heeft, in latere jaren kunt inhalen (forward banking). 

Daarnaast kunt u productie die hoger is dan de maximaal subsidiabele jaarproductie meenemen naar een volgend jaar (backward banking). U kunt die productie dus gebruiken als de productie in een later jaar tegenvalt. Voor deze laatste vorm van banking geldt dat dit kan tot een maximum van 25% van de subsidiabele jaarproductie.

Vanaf aanvraagronde 2024 is voor de categorieën Zon-PV en Wind backward banking niet meer toegestaan. Zie hiervoor ook Veranderingen in SDE++.

Voor ‘Waterstofproductie door elektrolyse’ en ‘Elektrische boiler’ met een beschikking uit 2020 en 2021 gelden andere regels. Kijk in uw beschikking voor deze banking-voorwaarden .  

Rekenmodel Banking

Met het rekenmodel Banking kunt u uw SDE+- of SDE++-subsidie berekenen op basis van de fluctuaties in de jaarproductie van uw productie-installatie. Voor de categorieën 'Zon-PV' vanaf de SDE+ 2018 is een apart rekenmodel Banking beschikbaar. In het rekenmodel staan voorbeeldberekeningen, die u kunt aanpassen aan uw situatie. De rekenmodellen vindt u bij 'Downloads' onderaan deze pagina. De modellen zijn niet van toepassing voor:

  • projecten Windenergie op Zee;
  • projecten Windenergie met windfactor;
  • projecten Bij- en Meestook;
  • waterstofproductie door elektrolyse;
  • elektrische boiler.

Negatieve elektriciteitsprijzen

Is de prijs van elektriciteit negatief gedurende een aaneengesloten tijdblok van 6 uur of langer? Dan ontvangt u geen SDE++-subsidie voor de invoeding van hernieuwbare elektriciteit. Negatieve elektriciteitsprijzen komen voor wanneer het aanbod van elektriciteit op het net groter is dan de vraag. Op Negatieve elektriciteitsprijzen SDE++ ziet u wanneer dit het geval was.

Dit geldt niet voor kleine projecten (projecten met een nominaal vermogen per aansluiting op het elektriciteitsnet van minder dan 500 kW). En dit geldt ook niet voor projecten die u vóór 1 december 2015 hebt ingediend.

Voor windenergieprojecten ligt de ondergrens op 3 MW per aansluiting op het elektriciteitsnet.

Hoge energieprijzen

De SDE(+)(+) vergoedt het verschil tussen de kostprijs van de techniek die uw energie produceert en de marktprijs van die energie. Dat noemen we de onrendabele top. Bij een stijgende energieprijs is de onrendabele top kleiner. Zijn de energieprijzen gedurende meerdere maanden hoog en hoger dan berekend? Dan kunnen de definitieve correctiebedragen hoger uitvallen dan de voorlopige correctiebedragen, waarop uw voorschot gebaseerd was. De kans bestaat dat u hierdoor te veel subsidie heeft ontvangen. Dit leidt tot een negatieve bijstelling. 

Effect bijstelling 2021 en 2022

De energieprijzen zijn nog nooit zo hoog geweest. Door deze aanhoudende stijging is de gemiddelde marktwaarde voor energie naar verwachting hoger dan het PBL in haar voorlopige correctiebedrag heeft verwerkt. Hierdoor ontvingen veel projecten al een negatieve bijstelling over 2021. Door de aanhoudende stijging ontvangt u momenteel waarschijnlijk ook te veel subsidievoorschot over 2022. Dat leidt tot een negatieve bijstelling over dit jaar (2022).

Om een (hoge) negatieve bijstelling te voorkomen kunt u het volgende doen:

  • U zet uw voorschot stop voor de resterende maanden van 2022.
  • U stuurt een mail naar sde@rvo.nl.
  • Zet in het onderwerp 'stopzetten voorschot' en uw SDE-projectnummer (SDE en 7 cijfers).

Downloads

In opdracht van:
  • Ministerie van Klimaat en Groene Groei
Bent u tevreden over deze pagina?