Rijkscoördinatieregeling (RCR)

Laatst gecontroleerd op:
25 augustus 2023
Gepubliceerd op:
9 juli 2019

De Rijksoverheid coördineert de besluitvorming van energieprojecten met een nationaal belang. De minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) is hiervoor verantwoordelijk. De basis voor rijkscoördinatie staat in de Wet ruimtelijke ordening, § 3.6.3. Per 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. We spreken dan van de projectprocedure in plaats van de RCR-procedure. We starten daarom nieuwe projecten nu al volgens de projectprocedure.

Projecten onder rijkscoördinatie

De volgende projecten vallen automatisch onder rijkscoördinatie:

  • Energiecentrales met een capaciteit van ten minste 500 MW
  • Windparken met een capaciteit van ten minste 100 MW
  • Overige duurzame energiecentrales met een capaciteit van ten minste 50 MW
  • Uitbreidingen van het landelijk hoogspanningsnet op een spanningsniveau van 220 kV of hoger
  • Mijnbouwwerken voor opslag van stoffen en daarbij behorende pijpleidingen
  • Uitbreiding van het landelijk gastransportnet. Maar alleen met een druk van ten minste 40 bar en een diameter van ten minste 45,7 centimeter
  • Aanleg of uitbreiding van LNG-installaties met een capaciteit ten minste 4 miljard m3

Een deel van deze projecten valt onder het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK). In dit programma staan energieprojecten die een belangrijke basis vormen voor de energie-infrastructuur op de lange termijn. Meer informatie over het MIEK vindt u op de website van de Rijksoverheid: Grote energieprojecten voor duurzame energie.

Inspraakmomenten in de rijkscoördinatieregeling

De meeste projecten onder de RCR doorlopen dezelfde fasen. Tijdens 3 formele momenten kan de omgeving reageren op het project door het op 2 momenten indienen van een zienswijze. Een zienswijze is een officiële manier om uw reactie te geven op de documenten die ter inzage liggen. Helemaal aan het einde van alle fasen is het mogelijk om een beroep in te dienen. In onderstaande afbeelding ziet u de 2 formele inspraakmomenten (indienen zienswijze) en het moment van beroep.

Hoe kunt u reageren?

Wilt u weten voor welke projecten inspraak of beroep mogelijk is, kijk dan in het overzicht op de pagina: Nu ter inzage. Door op het betreffende project te klikken leest u meer over het indienen van een zienswijze of het instellen van beroep.

Besluiten tegelijkertijd en in onderling overleg

In de RCR worden de verschillende besluiten (vergunningen en ontheffingen) die nodig zijn tegelijk en in onderling overleg met regionale overheden genomen. Het gaat naast vergunningen en ontheffingen meestal ook om een inpassingsplan van het Rijk. In zo’n inpassingsplan staat de bestemming van de grond en de regels en het gebruik ervan.

Taken van betrokken partijen

Het Rijk neemt bij een project dat onder de RCR valt zelf het ruimtelijk besluit. Veel taken blijven bij rijkscoördinatie hetzelfde:

  • De initiatiefnemer zorgt voor een goede voorbereiding van het project. Hij zorgt voor het aanvragen van alle benodigde vergunningen en ontheffingen.
  • De vergunningen en ontheffingen (‘uitvoeringsbesluiten’) blijven de taak van de betreffende overheden. De gemeenten besluiten bijvoorbeeld zelf over de aangevraagde omgevingsvergunningen waarvoor zij verantwoordelijk zijn.

Bij problemen met een uitvoeringsbesluit kan de minister zelf, na overleg met een andere minister, een besluit nemen. Deze andere minister heeft meer inhoudelijke kennis van het onderwerp. Dit gebeurt alleen in enkele gevallen.

RCR en de Omgevingswet: projectprocedure

Per 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. We spreken dan van de projectprocedure in plaats van de RCR-procedure. We starten daarom nieuwe projecten nu al volgens de projectprocedure.

De projectprocedure bestaat uit 2 fasen: de verkenningsfase en de planuitwerkingsfase. In de verkenningsfase worden de verschillende mogelijkheden onderzocht. Eerst wordt een voornemen bekend gemaakt en een voorstel gedaan hoe de omgeving betrokken wordt (participatie). Op basis van adviezen en input uit de omgeving wordt het onderzoeksplan opgesteld (de Notitie Reikwijdte en Detailniveau). Hierna worden onderzoeken gedaan naar onder andere milieu (vaak een MER, een milieueffectrapport), kosten, haalbaarheid en toekomstvastheid. Aan het eind van de verkenningsfase wordt een keuze voor de locatie of route van het project gemaakt.

Na het vaststellen van de route of locatie begint de planuitwerkingsfase. In deze fase wordt de locatie voor het project gereserveerd en meer in detail uitgewerkt. Zo komen er gedetailleerdere onderzoeken voor de gekozen locatie naar milieu (MER), techniek en kosten. Op basis daarvan worden de besluiten opgesteld. Deze worden ter inzage gelegd, voordat ze definitief worden. Op verschillende momenten in deze procedure is het mogelijk om te reageren. Op de projectpagina vindt u wanneer de verschillende inspraakmomenten gepland zijn.

Begrippenlijst

Een uitleg van veelvoorkomende begrippen en vaktermen vindt u in de begrippenlijst van Bureau Energieprojecten.

Contact Bureau Energieprojecten

Bel 070 379 89 79

bureauenergieprojecten@minezk.nl

Bent u tevreden over deze pagina?