Mest mengen
Sommige mestsoorten mag u mengen en andere soorten niet. Heeft u mest gemengd? Dan bepaalt u van het eindproduct de mestsoort. En u houdt zich aan de regels van deze mestsoort.
Welke mest mengen
U mag de meeste mestsoorten mengen met dezelfde soort mest. Mengen met een andere soort mag ook. Dat mag bij:
- dierlijke mest
- compost
- overige organische mest
- overige anorganische mest
- EG-mest
- kalkmest
- digestaat (minimaal 50% dierlijke mest vergist met reststoffen uit onderdeel 4 van bijlage Aa)
Digestaat staat nog niet in de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet (Urm). We verwachten dat dit binnen afzienbare tijd verandert. Voldoet het digestaat aan de eisen? Dan mag u dit nu ook al onderling of met andere mestsoorten mengen. Bijvoorbeeld om een mestsoort te maken die beter aansluit bij de behoefte van het gewas.
Vloeibaar zuiveringsslib alleen met zelfde soort
U mag vloeibaar zuiveringsslib alleen mengen met ander vloeibaar zuiveringslib. Als u dat doet geeft u de hoeveelheid stikstof, fosfaat, droge stof en zware metalen van het mengsel aan ons door. Dit doet u via Digitaal post versturen in Mijn dossier. U kiest dan als onderwerp Mengen zuiveringsslib. Bij documentsoort kiest u Opgave gehaltes na mengen van zuiveringsslib.
Digestaat uit co-vergisting als strooisel met dierlijke mest
Gebruikt u digestaat uit co-vergisting als strooisel (boxvulling)? Dan mag het in de mestkelder gemengd worden met dierlijke mest. Co-vergist u op uw eigen bedrijf? De dunne fractie die hierdoor is ontstaan mag u gebruiken om de niet-verpompbare co-vergistingsmaterialen te verdunnen tijdens het co-vergistingsproces. Lees meer op Digestaat als mest gebruiken.
Welke mest niet mengen
U mag verschillende soorten mest- en afvalstoffen gebruiken, maar niet altijd door elkaar. Deze mestsoorten mag u niet met andere mestsoorten mengen en ook niet onderling met dezelfde soort:
- vast zuiveringsslib
- vloeibaar zuiveringsslib (dit mag u onder voorwaarden wel mengen met vloeibaar zuiveringsslib)
- spuiwater
- afvalstoffen uit onderdeel 1 en 2 van Bijlage Aa mag u nooit met elkaar mengen. Ook niet met andere mestsoorten zoals dierlijke mest
Hoe mest mengen
Voordat u begint met mengen zorgt u ervoor dat elke mestsoort in het mengsel voldoet aan de algemene, landbouwkundige- en milieueisen. Deze staan in onze brochure Heeft u mest? Aan deze eisen moet het voldoen.
Nadat u heeft gemengd bepaalt u wat het eindproduct is. Het is altijd één van deze 3 soorten:
- dierlijke mest
- (overige) organische mest
- (overige) anorganische mest
U houdt zich aan de regels van die mestsoort. Lees meer in de brochure Welke mestsoort is mijn mengsel? En welke regels zijn er.
Veelgestelde vragen
Wilt u meer weten? Wij hebben voor u de veelgestelde vragen over mest mengen verzameld.
Ja, dat mag. U houdt een administratie bij van de mestsoorten. Bij een controle kunt u aan de NVWA laten zien welke mestsoorten u heeft gemengd. Elke afzonderlijke meststof voldoet dan wel aan de algemene, landbouwkundige en milieueisen. Het eindproduct voldoet aan de verhandelingseisen. Lees meer in deze brochure.
U rekent met de hoogste werkingscoëfficiënt van de stoffen van het mengsel. Deze staan in tabel 9 Werkzame stikstof landbouwgrond op de pagina Tabellen mest.
Bestaat het mengsel uit een stof die niet in de tabel staat? Dan gebruikt u als werkingscoëfficiënt 100%. Kunt u laten zien wat de verhouding van het mengsel is? Dan mag u deze verhoudingen gebruiken om werkingscoëfficiënten te berekenen naar rato.
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur