Mest mengen
Sommige mestsoorten mag u mengen en andere soorten niet. Heeft u mest gemengd? Dan bepaalt u van het eindproduct de mestsoort. En u houdt zich aan de regels van deze mestsoort.
Welke mest mengen
U mag de meeste mestsoorten mengen met dezelfde soort mest. Mengen met een andere soort mag ook. Dat mag bij:
- dierlijke mest
- compost
- overige organische mest
- overige anorganische mest
- kalkmest
- digestaat uit monomestvergisting
Vloeibaar zuiveringsslib alleen met zelfde soort
U mag vloeibaar zuiveringsslib alleen mengen met ander vloeibaar zuiveringslib. Als u dat doet geeft u de hoeveelheid stikstof, fosfaat, droge stof en zware metalen van het mengsel aan ons door. Dit doet u via Digitaal post versturen in Mijn dossier. U kiest dan als onderwerp Mengen zuiveringsslib. Bij documentsoort kiest u Opgave gehaltes na mengen van zuiveringsslib.
Digestaat uit co-vergisting mengen
U mag digestaat uit co-vergisting niet mengen. Hierop zijn twee uitzonderingen. Gebruikt u digestaat uit co-vergisting als strooisel (boxvulling) in stallen? Dan mag u dit wanneer het in de mestkelder terechtkomt wel mengen met dierlijke mest. Ook mag u dunne fractie die is ontstaan op het eigen bedrijf door scheiding van digestaat uit co-vergisting gebruiken om de niet verpompbare co-vergistingsmaterialen te verdunnen. Lees meer op Digestaat als mest gebruiken.
Welke mest niet mengen
U mag verschillende soorten mest- en afvalstoffen gebruiken, maar niet altijd door elkaar. Deze mestsoorten mag u niet met andere mestsoorten mengen en ook niet onderling met dezelfde soort:
- vast zuiveringsslib
- vloeibaar zuiveringsslib (dit mag u onder voorwaarden wel mengen met vloeibaar zuiveringsslib)
- spuiwater
- afvalstoffen uit onderdeel 1 en 2 van Bijlage Aa mag u nooit met elkaar mengen. Ook niet met andere mestsoorten zoals dierlijke mest
Hoe mest mengen
Voordat u begint met mengen zorgt u ervoor dat elke mestsoort in het mengsel voldoet aan de algemene, landbouwkundige- en milieueisen. Deze staan in onze brochure Heeft u mest? Aan deze eisen moet het voldoen.
Nadat u heeft gemengd bepaalt u wat het eindproduct is. Het is altijd één van deze 3 soorten:
- dierlijke mest
- (overige) organische mest
- (overige) anorganische mest
U houdt zich aan de regels van die mestsoort. Lees meer in de brochure Welke mestsoort is mijn mengsel? En welke regels zijn er.
Veelgestelde vragen
Wilt u meer weten? Wij hebben voor u de veelgestelde vragen over mest mengen verzameld.
Ja, dat mag. U houdt een administratie bij van de mestsoorten. Bij een controle kunt u aan de NVWA laten zien welke mestsoorten u heeft gemengd. Elke afzonderlijke meststof voldoet dan wel aan de algemene, landbouwkundige en milieueisen. Het eindproduct voldoet aan de verhandelingseisen. Lees meer in deze brochure.
U rekent met de hoogste werkingscoëfficiënt van de stoffen van het mengsel. Deze staan in tabel 9 Werkzame stikstof landbouwgrond op de pagina Tabellen mest.
Bestaat het mengsel uit een stof die niet in de tabel staat? Dan gebruikt u als werkingscoëfficiënt 100%. Kunt u laten zien wat de verhouding van het mengsel is? Dan mag u deze verhoudingen gebruiken om werkingscoëfficiënten te berekenen naar rato.
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur