Veelgestelde vragen over mest bewerken
Op deze pagina vindt u antwoorden op veelgestelde vragen over mest bewerken.
Spuiwater is in eerste instantie een afvalstof. U mag het niet mengen met andere mestsoorten, ook niet met dierlijke mest. U mag het ook niet lozen in mestopslagen. De soorten spuiwater in Bijlage Aa mag u wel verhandelen en gebruiken als mest. Maar nooit mengen met andere soorten mest en nooit lozen in mestopslagen.
Als u spuiwater als afvalstof afvoert houdt u de hoeveelheid spuiwater in de boekhouding bij. Er is geen voorgeschreven methode om de hoeveelheid te bepalen. De hoeveelheid afgevoerd spuiwater moet natuurlijk wel aannemelijk zijn. Van afgevoerd spuiwater hoeft u niet de gehalten stikstof en fosfaat te bepalen. De gemeente kan eisen stellen aan de afvoer van afvalstoffen.
U mag spuiwater gebruiken als dit komt van een stal op een veehouderijbedrijf met een reinigingsinstallatie. De lucht van de hal wordt gereinigd met een chemische luchtwasser, een biologische luchtwasser of een luchtwasser met een waterwastap.
Chemische luchtwasser
Bij chemische luchtwassers stroomt er water met zwavelzuur over het filter van de luchtwasser. Dit waswater reageert met ammoniak, hierdoor ontstaat ammoniumsulfaat. Zo haalt u ammoniak uit de lucht.
Biologische luchtwasser
U zuivert lucht met water, waarbij bacteriën vrijkomen. Deze bacteriën zetten ammonium om in nitriet en daarna in nitraat. De pH-neutrale oplossing die hierdoor ontstaat is een zwavel- en stikstofhoudende oplossing in water.
Luchtwassers met water
Er komt spuiwater vrij als u een luchtwasser gebruikt die de lucht in een veehouderij zuivert met water.
Nee, papiercellulose is een afvalstof die niet op bijlage Aa, onderdeel III staat. U mag alleen stoffen verhandelen en gebruiken als mest, die op bijlage Aa staan. U kunt verzoeken om deze stof toe te voegen aan de lijst. Hoe u dat doet staat op Afval- en reststoffen als mest gebruiken.
Ja, dat mag. U houdt een administratie bij van de mestsoorten. Bij een controle kunt u aan de NVWA laten zien welke mestsoorten u heeft gemengd. Elke afzonderlijke meststof voldoet dan wel aan de algemene, landbouwkundige en milieueisen. Het eindproduct voldoet aan de verhandelingseisen. Lees meer in deze pdf:
U rekent met de hoogste werkingscoëfficiënt van de stoffen van het mengsel. Deze staan in tabel 9 Werkzame stikstof landouwgrond op de pagina Tabellen mest.
Bestaat het mengsel uit een stof die niet in de tabel staat? Dan gebruikt u als werkingscoëfficiënt 100%. Kunt u laten zien wat de verhouding van het mengsel is? Dan mag u deze verhoudingen gebruiken om werkingscoëfficiënten te berekenen naar rato.
Composteren is een ander proces dan vergisten. Vergist u alleen plantaardige co-vergistingsmaterialen? Als u het daarna nabewerkt tot compost (composteren), dan mag u het digestaat als compost gebruiken en verhandelen als:
- het voldoet aan de definitie van compost op Welke mest uitrijden.
- het voldoet aan de wettelijke voorwaarden om compost te verhandelen.
- het compost een niet-verpompbaar en stabiel eindproduct is: de eigenschappen en samenstelling blijven hetzelfde bij externe of interne invloeden.
Gebruikt u digestaat als compost? Dan houdt u zich aan de regels voor het gebruik, uitrijden en vervoeren van compost. Lees meer op Mest gebruiken en uitrijden en Zuiveringsslib en compost vervoeren.
Nabewerken tot compost
Digestaat van alleen plantaardige materialen is niet stabiel en meestal vloeibaar. Als het vloeibaar is, moet u het nabewerken voordat u het als compost mag gebruiken. U scheidt het digestaat in een dunne en dikke fractie. Composteer de dikke fractie, droog de dunne fractie en meng deze daarna met de dikke fractie. De samenstelling van het eindproduct moet dan voldoen aan de verhandelingseisen voor compost.
Het kan voorkomen dat de input (co-producten en dierlijke mest) en de output (digestaat) van de co-vergister niet in balans zijn. Dit kan betekenen dat u boven de gebruiksnormen komt. Of dat u de mineralen niet kunt verantwoorden. U laat met uw administratie zien hoe het echt zit. Denk bijvoorbeeld aan een beschrijving van hoe de installatie werkt, hoeveel stikstof er met het gevolgde proces vervluchtigt, wat er ingaat en wat er uitkomt.
Behandelt u als gemeente, provincie en milieudienst vergunningaanvragen voor bio-energie-installaties? Het steunpunt Vergunningverlening Bio-energie helpt u daarbij. Onze adviseurs zijn vergunningverleners met kennis van zaken die u met hun praktijkervaring op locatie kunnen helpen. U kunt het steunpunt telefonisch bereiken. Kies voor Duurzaam of Innovatief ondernemen.
Heeft u een co-vergistingsinstallatie of wilt u starten met co-vergisting? Naast de Meststoffenwet krijgt u dan mogelijk ook te maken met de volgende wetten en regels:
- Informeer bij uw gemeente of de vergistingsinstallatie in het bestemmingsplan past of kijk hiervoor op de website Ruimtelijke plannen.
- U heeft een Omgevingsvergunning milieu en bouw nodig. Neem hiervoor contact op met uw gemeente.
- U heeft een erkenning vanuit de Verordening Dierlijke Bijproducten nodig. Deze vraagt u aan bij de NVWA. Hier leest u ook meer over de Verordening Dierlijke Bijproducten.
- Als u afvalstoffen vervoert, inzamelt, verhandelt of erin bemiddelt, moet uw bedrijf op de VIHB-lijst staan. Neem hiervoor contact op met de NIWO.
- Voor het vervoer van comaterialen naar de co-vergister geldt de afvalstoffenregelgeving. Hierover vindt u meer op de website van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO).
- Voor het vervoer van comaterialen met dierlijke bijproducten geldt ook de Verordening Dierlijke Bijproducten. De regels en benodigde documenten vindt u op Infomil.nl.
- Informatie over het melden van afvalstoffen vindt u op de website van het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen.
Daarnaast kunt u ook nog met regels te maken krijgen op het gebied van ARBO, veiligheid en de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA).
Dat hangt ervan af.
Is het digestaat het eindproduct van vergisting met onder andere dierlijke mest? Dan telt het mee voor de gebruiksnormen. Ook als u het digestaat gebruikt als strooisel. De hoeveelheid fosfaat en stikstof in het digestaat moet u dan in de mestboekhouding kunnen verantwoorden.
Is het digestaat het eindproduct van alleen plantaardig materiaal en gebruikt u het alleen als strooisel? Dan telt het niet mee voor de gebruiksnormen, want u gebruikt het niet als mest en niet op landbouwgrond.
- Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit