Welke administratie intermediair
Als intermediair moet u laten zien dat u de mest volgens de regels vervoert. U houdt bij waar de mest vandaan komt en waar het naar toe gaat. U houdt daarvoor een administratie bij.
Welke gegevens bewaren
Met de administratie laat u zien dat uw gegevens kloppen. Bewaar daarom alle documenten in elk geval 5 jaar. Belangrijke documenten zijn bijvoorbeeld bonnen, vervoersbewijzen, weegbrieven, analyserapporten en facturen. Veranderingen moet u binnen 30 dagen in uw administratie opnemen.
U houdt voor elk kalenderjaar deze gegevens bij:
- Hoeveel dierlijke mest, compost, zuiveringsslib en andere mest u aan- en afvoerde.
- De datum van de aan- en afvoer.
- Het bedrijf waar de mest vandaan komt en waar het heen gaat.
- De leverancier en de afnemer van de mest.
- De grootte van de verschillende opslagruimtes in m3 voor drijfmest en in m2 voor vaste mest.
- De aan- en afvoer van mest voor iedere opslagruimte.
- Hoeveel mest in de mestopslag zit op het moment dat u de opslag overdraagt aan een ander bedrijf.
- Hoeveel mest in de opslag zit op het moment dat u de opslag overneemt van een ander bedrijf.
Verwerkt of bewerkt u dierlijke mest op uw bedrijf? Dan houdt u ook deze gegevens bij:
- De manier van bewerken of verwerken.
- Hoeveel dierlijke mest u bewerkt of verwerkt.
- Hoeveelheid, vorm en samenstelling van de stoffen die u samen met de dierlijke mest bewerkt of verwerkt.
- Hoeveelheid en samenstelling van de eindproducten na de bewerking en verwerking.
Aanvullende gegevens doorgeven
Elk jaar geeft u aanvullende gegevens aan ons door. Dit doet u in elk opvolgende jaar uiterlijk 31 januari. Lees meer op Aanvullende gegevens intermediair.
Welke administratie voor mestopslag
U houdt voor elke opslag bij hoeveel dierlijke mest erin zit. Behalve dierlijke mest kan dat ook zuiveringsslib, compost of een andere mestsoort zijn. Gebruik hiervoor een standaard formulier. Een voorbeeld van zo'n standaardformulier is de H1-staat. Het formulier kunt u onderaan deze pagina downloaden.
U mag ook een ander hulpmiddel gebruiken. De gegevens en berekening moeten dan hetzelfde zijn als in de H1-staat. Zet er ook bij hoeveel ton mest en kilogram stikstof en fosfaat u heeft aan- en afgevoerd. U gebruikt de gegevens van:
- het realtime Vervoersbewijs dierlijke mest (rVDM);
- het Vervoersbewijs zuiveringsslib en compost (VZC);
- de analyseresultaten van het laboratorium;
- de gegevens op het etiket of het begeleidende document.
Als u hierover nieuwe gegevens krijgt, neemt u ze binnen 24 uur op in uw administratie.
H1-staat aanpassen
Klopt de voorraad op uw H1-staat niet met de voorraad in uw opslag? Dan mag u de H1-staat niet zomaar aanpassen. Dit geldt ook voor andere standaardformulieren. Weet u waardoor de voorraad op de H1-staat anders is? Dan raden wij u aan om al het bewijs te bewaren. Dit kunt u laten zien als u een controle krijgt.
Soms mag u de hoeveelheid mest of fosfaat wel veranderen. U moet dan wel voldoen aan een aantal voorwaarden. En soms heeft u toestemming nodig van ons of de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).
U mag de hoeveelheid mest in tonnen aanpassen als:
- er minder mest in de opslag zit door verdamping;
- er meer mest in de opslag zit door regen.
Daarvoor heeft u wel een berekening en onderbouwing nodig. Daarmee laat u zien waarom de hoeveelheid mest in de opslag anders is dan op uw H1-staat.
In deze gevallen mag u de hoeveelheid mest in tonnen en de kilogrammen fosfaat aanpassen:
- De voorraden in alle opslagen op één locatie samen zijn gelijk aan de totale hoeveelheden op de H1-staat. U kunt aantonen dat de hoeveelheid mest en fosfaat van de opslagen anders is dan die op de H1-staat.
- Er zit minder mest in de opslag door lekkage. De kilogrammen fosfaat bepaalt u onder andere met het gemiddelde fosfaatgehalte in de opslag voor de lekkage.
- Er is mest uit de opslag gestolen. De kilogrammen fosfaat bepaalt u met het gemiddelde fosfaatgehalte in de opslag voor de diefstal.
Bij lekkage of diefstal maakt u een rapport met verschillende organisaties. Bijvoorbeeld met het waterschap, de omgevingsdienst, politie of verzekeraar. In dat rapport staat hoeveel mest weg is. U verwijst op uw H1-staat naar het rapport en u bewaart het rapport in uw eigen administratie.
Soms moet u aan meer voorwaarden voldoen om het aantal kilogrammen of fosfaat aan te passen. Er moet dan een onherroepelijk besluit liggen. En u moet altijd toestemming hebben van ons of van de NVWA. Dat geldt in de volgende gevallen:
- Het gaat om een oudere aanpassing.
- U heeft op uw H1-staat een negatieve voorraad mest in tonnen, kilogrammen fosfaat of kilogrammen stikstof.
- De opslag loopt over. Volgens de gegevens van uw H1-staat zit er dan meer mest in de opslag dan er maximaal in kan.
Deze situaties zijn niet ontstaan door redenen die hierboven staan onder Hoeveelheid mest en fosfaat aanpassen of Hoeveelheid mest aanpassen. U moet kunnen aantonen waarom de voorraad verschilt van de H1-staat.
Mestkwartaalopgave
Bent u producent van substraat of mestkorrels? Of van mengsels van vaste meststoffen met maximaal 10% vaste dierlijke meststoffen of champost? Dan vult u na afloop van elk kwartaal de mestkwartaalopgave in. Lees meer op Mestkwartaalopgave.
Veelgestelde vragen
Wilt u meer weten? Wij hebben voor u de veelgestelde vragen over uw intermediaire bedrijf verzameld.
Voor het ondertekenen in rVDM is het niet toegestaan om de vervoerder te machtigen. U kunt als vervoerder wel gemachtigd worden om een VZC te ondertekenen. Dat kon ook op het VDM tot 1 januari 2023. In de machtiging staat:
- de naam van de vervoerder en van de leverancier en/of afnemer;
- het relatienummer van de vervoerder en van de leverancier en/of afnemer;
- de datum dat de machtiging is afgegeven;
- de periode waarvoor de machtiging is afgegeven.
Een machtiging is pas geldig met de handtekeningen van alle betrokken partijen.
U bewaart de machtiging in uw administratie en kunt deze laten zien als de NVWA er naar vraagt.
Ja. Maar u moet zich wel opnieuw aanmelden als intermediair. Hoe u dat aanpakt leest u op Hoe registreren intermediair. Zorg dat u eerst uw nieuwe registratie heeft geregeld, voordat u uw bedrijf overdraagt.
U kunt dit navragen bij uw gemeente of de provincie. Zij gaan over de milieuvergunningen. Vanuit de Meststoffenwet zijn er geen voorwaarden.
Als u een storing heeft, doet u 3 dingen:
- U meldt het defect in rVDM. Dat doet u door in rVDM het lopende transport te selecteren en bij de transportgegevens aan te geven welke apparatuur defect is.
- Neem contact op met de leverancier van de apparatuur. Zij weten dan ook dat er een storing is en kunnen deze misschien oplossen.
- Leg de storing vast in uw administratie. Als u bewijsstukken heeft, bewaart u die ook. Krijgt u een controle? Dan kunt u de informatie laten zien.
Als u een landbouwbedrijf en een intermediair bedrijf heeft is het belangrijk dat u de administratie goed gescheiden houdt. Het niet bijhouden van een inzichtelijke administratie kan leiden tot boetes.
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur