Categorie 2: Grondwaterstand verhogen en mogelijk extensivering in veenweidegebieden
Werkt u als agrariër in een veenweidegebied? En wilt u de grondwaterstand in dit gebied verhogen of minder intensief melkvee houden op uw bedrijf (extensiveren)? U kunt in een samenwerkingsverband subsidie aanvragen. Deze subsidie is onderdeel van de regeling Samenwerking in veenweidegebieden en Natura 2000-overgangsgebieden.
Hoogte subsidie en aanvraagperiode
Voor wie
Deze subsidie is voor samenwerkingsverbanden. Hierin werken agrariërs samen met bijvoorbeeld andere agrariërs, agrarische collectieven en natuurorganisaties. In het samenwerkingsverband zit in ieder geval één agrariër.
Om welke gebieden gaat het?
Minimaal 50% van de percelen van het samenwerkingsverband ligt binnen een veenweidegebied.
Veenweidegebieden
Veenweidegebieden die in aanmerking komen, liggen in onderstaande gebieden:
- de provincie Fryslân, Noord-Holland, Utrecht of Zuid-Holland;
- de gemeente Groningen, Midden-Groningen of Westerkwartier;
- de gemeente Kampen, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland of Zwolle.
Waarvoor krijgt u subsidie?
U kunt voor een van deze 4 onderdelen subsidie ontvangen:
- Geringe drooglegging op grasland als landbouwareaal in een veenweidegebied. De drooglegging is het verschil tussen de gemiddelde hoogte van het maaiveld van het graslandperceel en het waterpeil in het peilvak. De drooglegging is ieder jaar van 1 april tot 1 oktober maximaal 40, 30 of 20 centimeter.
- U krijgt jaarlijks € 545 per hectare bij maximaal 40 centimeter drooglegging, € 790 per hectare bij maximaal 30 centimeter drooglegging en € 1355 per hectare bij maximaal 20 centimeter drooglegging.
- Een waterinfiltratiesysteem en digitale grondwaterpeilbuizen aanschaffen en plaatsen in grasland in veenweidegebied.
- Onderhoudskosten van een waterinfiltratiesysteem en digitale grondwaterpeilbuizen in grasland in veenweidegebied.
- Extensivering van de melkveehouderij in het veenweidegebied. Dit doet u door het productie- en bemestingsvolume te verlagen op uw bedrijf. U verlaagt tot 100 of 150 kilogram stikstofdierexcretie per hectare per bedrijf en gebruikt geen stikstofkunstmest.
- Bij extensivering naar maximaal 100 kilogram stikstofdierexcretie per hectare per bedrijf is de jaarlijkse vergoeding € 2.430 per hectare. Doet u op deze percelen ook aan geringe drooglegging? Dan krijgt u een jaarlijkse vergoeding van € 410 per hectare bij maximaal 40 centimeter drooglegging, € 585 per hectare bij maximaal 30 centimeter drooglegging en € 995 per hectare bij maximaal 20 centimeter drooglegging.
- Bij extensivering naar maximaal 150 kilogram stikstofdierexcretie per hectare per bedrijf is de jaarlijkse vergoeding € 1680 per hectare. Doet u op deze percelen ook aan geringe drooglegging? Dan krijgt u een jaarlijkse vergoeding van € 450 per hectare bij maximaal 40 centimeter drooglegging, € 645 per hectare bij maximaal 30 centimeter drooglegging en € 1.105 per hectare bij maximaal 20 centimeter drooglegging.
Voor welke kosten krijgt u subsidie?
Voor verschillende kosten kunt u subsidie krijgen. Dit zijn de subsidiabele kosten. U krijgt subsidie voor de kosten die u maakt tijdens het:
- uitwerken van het projectplan;
- maken, begeleiden, uitvoeren en uitwerken van bedrijfsplannen;
- uitvoeren van communicatie;
- maken van rapportages;
- kopen en plaatsen van waterinfiltratiesystemen;
- kopen en plaatsen van digitale grondwaterpeilbuizen;
- uitvoeren van beheermaatregelen zoals het verhogen van de grondwaterstand en de extensivering van uw bedrijf.
Voor deze regeling geldt een subsidiepercentage van 100%. De subsidiabele kosten worden dus 100% vergoed. Alleen de kosten voor coördinatie van het project mogen niet meer dan 25% van de totale subsidiabele kosten zijn. Hierdoor wordt minimaal 75% van de totale subsidiabele kosten besteed aan de uitvoering van de regeling.
Kosten derden
Verder worden alleen de kosten van derden vergoed. Kosten van derden zijn kosten voor bijvoorbeeld:
- coördinatie
- investeringen
Op basis van kosten derden berekenen wij een forfait voor de arbeidskosten.
Kosten berekenen
Voor het berekenen van de subsidiabele kosten is er een rekenmethode. Deze noemen wij vereenvoudigde kostenoptie (VKO). U kunt deze methode gebruiken om uw kosten te berekenen. Hoe u dat doet, leggen we uit op Vereenvoudigde kostenoptie (VKO) voor GLB-subsidies.
Hoe verdelen we het budget?
Een onafhankelijke adviescommissie beoordeelt elk project op een aantal onderdelen. Dit zijn selectiecriteria. Het budget verdelen wij onder de aanvragers die hier het hoogst op scoren. De wegingsfactor geeft aan hoe vaak de punten meetellen in het totale puntenaantal.
Selectiecriterium | Punten te scoren | Wegingsfactor | Maximaal |
---|---|---|---|
Effectiviteit | 1 tot en met 5 | 4 | 20 |
Haalbaarheid | 1 tot en met 5 | 1 | 5 |
Efficiëntie | 1 tot en met 5 | 1 | 5 |
Urgentie | 1 tot en met 5 | 1 | 5 |
Totaal | 35 |
Het maximale aantal punten dat u kunt scoren is 35. In totaal moet u voor deze subsidie minimaal 21 punten krijgen.
Meer weten over de selectiecriteria? In de regelingstekst vindt u aan welke eisen u precies moet voldoen.
Voorwaarden
Wilt u deze subsidie aanvragen? Dan moet u voldoen aan een aantal voorwaarden:
- Minimaal 50% van de percelen van uw project ligt binnen het veenweidegebied.
- Aan het eind van het project is de CO2-uitstoot per hectare per jaar maximaal gemiddeld 10,0 ton voor het samenwerkingsverband. Komt uit uw berekening dat u nu minder dan gemiddeld 10,0 ton CO2 per hectare per jaar uitstoot? Aan het eind van uw project moet de CO2-uitstoot in ieder geval 5% minder zijn. Komt uit uw berekening dat u nu meer dan gemiddeld 10,0 ton CO2 per hectare per jaar uitstoot? Aan het eind van uw project moet de CO2-uitstoot in ieder geval 10% minder zijn.
- Het project start uiterlijk 2 maanden na de subsidieverlening.
- Het project stopt uiterlijk op 31 december 2028.
- De percelen van het samenwerkingsverband zijn minstens 200 hectare groot.
- Zit in het samenwerkingsverband een melkveehouderijbedrijf dat mee wil doen aan het onderdeel extensivering? Dan moeten alle percelen van dit bedrijf meedoen aan het project.
Na uw aanvraag
Hebben wij uw aanvraag voor subsidie compleet binnengekregen? Dan beoordelen wij deze en ontvangt u onze beslissing binnen 22 weken na de sluitingsdatum (31 mei 2024).
Als uw aanvraag wordt goedgekeurd, hoort het project bij het netwerk Europees Innovatie Partnerschap (EIP). Dit netwerk bestaat om te leren van elkaars projecten.
Wilt u uw aanvraag bekijken of uw aanvraag vaststellen? U gaat naar Mijn RVO via de knop Uw aanvraag beheren.
Wijzigingen doorgeven
Verandert er iets aan uw project en/of situatie? Geef dit op tijd aan ons door. Dit doet u met het Formulier melding voor projecten NSP Plattelandsinterventies. Stuur het ingevulde formulier naar plattelandsinterventies@rvo.nl.
Wijzigt er iets in uw percelen? Geef dit aan via de digitale kaart van uw VeenweideN2000 Viewer. Het verleende bedrag is de maximale vergoeding voor de hele periode. Wordt de oppervlakte van de percelen groter? Dan blijft het maximale bedrag hetzelfde.
Voorschot ontvangen
Keuren wij uw aanvraag goed? U ontvangt automatisch eenmalig een voorschot van 20% van het subsidiebedrag. Hoeveel voorschot u ontvangt, staat in de beslisbrief.
Vaststelling aanvragen
Uw project is uiterlijk 31 december 2028 afgerond. Heeft u uw project uitgevoerd? Dan vraagt u binnen 13 weken vaststelling van uw subsidie aan.
Wetten en regels
In de publicatie van 1 november 2023 van de Staatscourant staan de wetten en regels die horen bij deze subsidie.
Videoverslag webinar verhoging waterstand in veenweidegebieden
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur