Veelgestelde vragen informatieplicht energiebesparing
Bekijk de veelgestelde vragen over de informatieplicht energiebesparing.
Het gaat om het jaarlijkse energiegebruik uit het meest recente representatieve kalenderjaar. Had u in een jaar bijvoorbeeld een productiestop? Dan is dat jaar niet representatief voor uw energiegebruik. U neemt dan het energiegebruik van het jaar waarin u wel continu geproduceerd had.
Het energiegebruik wordt per locatie bepaald. Dat is het energiegebruik van alle gebouwen op die locatie én van alle activiteiten die op die locatie plaatsvinden. Het energiegebruik is inclusief de zelf opgewekte en ingekochte (hernieuwbare) energie. (Zelf opgewekte) energie die u doorverkoopt telt niet mee. Dit geldt ook voor restwarmte.
Het gaat om energiegebruik. Energiedragers die als grondstof worden gebruikt, bijvoorbeeld aardgas voor de productie van kunstmest, tellen niet mee.
Maakt u gebruik van:
- een warmte-koudeopslaginstallatie (WKO), of een gemeenschappelijk koudenet voor uw koudevraag;
- een warmte kracht koppeling (WKK) installatie, of een ketel om warmte en/of elektriciteit op te wekken?
Bekijk dan de Veelgestelde vragen Energiebesparingsplicht.
Nee. Wij werken niet samen met private partijen voor de informatieplicht. Als u door een private partij wordt benaderd, die zegt dat hij voor Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) werkt, ga daar dan niet op in. Neem contact met ons op om dit te melden.
U heeft dan geen informatieplicht en geen energiebesparingsplicht en hoeft dus niet te rapporteren in eLoket. U kunt wel vrijwillig uw adres- en energiegebruiksgegevens rapporteren in eLoket. Dan weet uw bevoegd gezag, zoals gemeente of provincie, dat u geen plichten heeft en zal u daar niet over benaderen.
U heeft wel een zorgplicht voor het milieu. Lever daarom een bijdrage de CO2-uitstoot en het gebruik van aardgas te verminderen. Ook bespaart u kosten aangezien energiebesparing zich terugverdient. Bekijk voor inspiratie de Erkende Maatregelenlijst energiebesparing (EML). Energie besparen is dus ook voor u interessant.
U kunt met meerdere personen aan de rapportage werken. Maar slechts één persoon dient de rapportage in. Dit is de persoon die inlogt met eHerkenning.
Voor bedrijven en instellingen met meerdere locaties ontwikkelden wij een hulpmiddel (XML-upload). Hiermee dient u, in één keer, de gegevens in van meerdere locaties, in eLoket.
Nee, dat hoeft niet. U kunt met één eHerkenningsmiddel voor de verschillende ondernemingen de rapportage indienen. Volg de 2 stappen:
- Log in met uw bestaande eHerkenningsmiddel in eLoket.
- Geef aan dat u rapporteert als intermediair. Zorg wel dat u gemachtigd bent om namens de andere ondernemingen de energiebesparende maatregelen te rapporteren. De machtiging hoeft u niet mee te sturen.
Ja, u kunt in stappen en op verschillende momenten rapporteren in eLoket. Nadat u uw definitieve rapportage indient, wordt deze als pdf opgeslagen. Zo kunt u deze later nog inzien.
Ja dat kan. Daarvoor gaat u in eLoket naar Mijn Overzicht, waar uw rapportage staat. U voert de wijzigingen door en dient (opnieuw) uw rapportage in.
Gaat het om een rapportage die is ingediend via een XML-upload? Voer dan eerst de wijzigingen door in uw originele Excel-hulpbestand en maak een nieuw XML-gegevensbestand aan. Verwijder in het eLoket het bestaande XML-gegevensbestand door op de knop ‘Verwijder bundel’ te klikken. Daarmee verwijdert u alle ingelezen vestigingen uit uw XML-bestand. Vervolgens dient u uw nieuwe XML-gegevensbestand in.
In uw informatieplichtrapportage in eLoket geeft u aan dat u de betreffende maatregel nog niet uitgevoerd heeft én wanneer u de maatregel wel gaat uitvoeren.
In de toelichting geeft u aan waarom u de betreffende maatregel nog niet heeft uitgevoerd. U dient ook alvast afspraken te maken met een eventuele installateur om de maatregel uit te voeren. De gemaakte afspraken kunt u voorleggen aan uw omgevingsdienst.
Ja. U moet de rapportage indienen via een elektronische voorziening en met een formulier die door de minister van Economische Zaken en Klimaat beschikbaar worden gesteld. Dit is vastgelegd in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
Op de website van het Informatiepunt leefomgeving vindt u de beschrijving of u de milieubelastende activiteit voedingsmiddelenindustrie uitvoert. Een belangrijk onderdeel hierbij is het ‘met een stookinstallatie met een nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 100 kW maken van levensmiddelen’. Het nominale vermogen is het daadwerkelijke maximale vermogen dat de oven of frituurketel kan leveren, zoals gespecifieerd door de leverancier. Dit is het thermisch vermogen (brandstofgebruik) vermenigvuldigd met het rendement van de installatie. Als een bakkerijoven of frituurketel een dergelijk vermogen heeft, valt de betreffende locatie dus onder deze milieubelastende activiteit.
Het genoemde vermogen gaat per installatie. Heeft u meerdere aparte ovens of frituurketels? Dan hoeven deze vermogens niet bij elkaar opgeteld te worden. Heeft u 1 gezamenlijke ketel waarop meerdere ovens zijn aangesloten? Dan is het vermogen van die keten wel bepalend voor de milieubelastende activiteit.
Is de milieubelastende activiteit ‘voedingsmiddelenindustrie’ van toepassing? Dan geldt mogelijk de onderzoeksplicht energiebesparing in plaats van de informatieplicht. Dit bij een jaarlijks energiegebruik vanaf 170.000 m3 aardgas(equivalent) of 10 miljoen kWh elektriciteit.
Is het gebouw of de milieubelastende activiteit na 1 december 2022 gebouwd of opgericht? Dan hoeft u niet te rapporteren voor de indieningsdatum 1 december 2023. Voor dat gebouw of die milieubelastende activiteit geldt een indieningsdatum van 1 december 2027.
Een gebouw of milieubelastende activiteit die zijn gebouwd of opgericht in de 3 jaar ná de meest recente uiterste indieningsdatum, geldt de eerstvolgende uiterste indieningsdatum. Dus als een gebouw of milieubelastende activiteit in het jaar 2024 wordt gebouwd of opgericht, rapporteert u uiterlijke 1 december 2027.