Onderzoeksplicht energiebesparing
Voor de onderzoeksplicht moet u eens in de 4 jaar rapporteren. Of u moet rapporteren hangt af van de aard van de activiteiten op de locatie en het energiegebruik op de locatie per jaar. Rapporteren doet u aan het bevoegd gezag, zoals aan uw gemeente of provincie. U leest op deze pagina alle informatie die u nodig heeft om aan de slag te gaan.
De recente indieningsdatum was 1 december 2023. Heeft u nog geen rapportage ingediend? Doet u dat dan zo snel mogelijk.
Wat houdt de onderzoeksplicht in?
Heeft u een energiebesparingsplicht? Dan moet u daar eens in de 4 jaar over rapporteren. Dit moet u doen volgens de onderzoeksplicht energiebesparing en/of de informatieplicht energiebesparing.
Een onderzoeksplicht geldt voor locaties van bedrijfstakken:
• waarvoor onder de Omgevingswet het Rijk de milieuregels bepaalt (zie de uitleg over milieubelastende activiteit);
• met een jaarlijks energiegebruik vanaf 10 miljoen KWh elektriciteit of 170.000 m3 aardgas(equivalent).
Wilt u nog exacter weten of u wel aan de onderzoeksplicht moet voldoen en/of ook nog andere plichten heeft. Maak dan gebruik van ons stappenplan. U vult een aantal gegevens in waarna u weet aan welke plicht u moet voldoen.
Let op: de zogenoemde drijver van de inrichting is nu nog formeel verantwoordelijk voor het indienen van de rapportage voor de onderzoeksplciht. Dit blijft zo tot de volgende uiterste indieningsdatum 1 december 2027 voor alle inrichtingen die op 1 december 2023 een informatieplicht hadden.
De reden hiervoor is dat er overgangsrecht van kracht werd bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet (op 1 januari 2024). De onderzoeksplicht is daarom ook van toepassing op de inrichting voor de Wet milieubeheer.
In artikel 2.14c, 2e lid van het Activiteitenbesluit milieubeheer is geregeld voor welke activiteiten de onderzoeksplicht van toepassing is als gevolg van het overgangsrecht.
Check uw plichten met het stappenplan
Met de onderzoeksplicht energiebesparing onderzoekt u welke energiebesparende en CO2-reducerende maatregelen met een terugverdientijd (berekening terugverdientijd) van 5 jaar of minder u moet nemen. Daarover moet u rapporteren. En ook rapporteert u welke energiebesparende maatregelen u in de vorige periode heeft uitgevoerd. U rapporteert alleen over de activiteitgebonden maatregelen, zoals efficiënte elektrische aandrijvingen.
De onderzoeksplicht gaat niet over de gebouwmaatregelen, zoals bijvoorbeeld de isolatie van de gebouwschil.
Neemt u voor uw activiteiten een energiebesparende maatregel die invloed heeft op het energiegebruik van de gebouwen? Dan rapporteert u dit overigens wel in de onderzoeksplicht.
Het onderzoeksrapport moet de volgende elementen bevatten:
- een schematisch overzicht en algemene beschrijving van de locatie
- een beschrijving van de installaties en processen
- een beschrijving en onderbouwing van de uitgevoerde maatregelen
- een analyse van het energiegebruik:
- een beschrijving van de energie- en procesmonitoring
- een weergave van het energiegebruik (inclusief energiebalans)
- een opgave van de onbenutte warmtestromen
- een conclusie over het energiegebruik
- een analyse van de productieapparatuur en -installaties. En een conclusie over de energetische optimalisatie van de productieapparatuur en -installaties, en aanvullend:
- een scan naar de technische isolatie
- een analyse van de elektrische aandrijfsystemen met motoren vanaf 15 kW
- een spiegeling met de basislijst energiebesparende maatregelen
- voor IPPC-bedrijven: een beschrijving over hoe invulling is gegeven aan de best beschikbare technieken conclusies (BBT-conclusies)
- een inventarisatie van de kosteneffectieve CO2-reducerende maatregelen
- inclusief een uitwerking en berekening van de energiebesparing, de CO2-reductie en de terugverdientijd
- de basischeck energiezorg
- een uitvoeringsplan
De bedoeling is dat u uw productieprocessen en -installaties, en bijbehorend energiegebruik in kaart brengt. U maakt daarover een analyse om de kosteneffectieve energiebesparende maatregelen en CO2-uitstoot reducerende maatregelen te identificeren. Voor de technische isolatie, de elektrische aandrijfsystemen en enkele basismaatregelen is hier een aanpak voor vastgelegd. Uit uw rapportage moet blijken welke aanpak u heeft gevolgd. Dat maakt de beoordeling makkelijker. Twijfelt u over de aanpak? Neem contact op met uw omgevingsdienst.
Ook dient u voor de maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder een uitvoeringsplan aan te leveren. U geeft aan hoe u structurele energiezorg in uw organisatie geborgd heeft. En u geeft ook de al uitgevoerde maatregelen in de periode 2021-2023 op. De Rijksoverheid gebruikt deze informatie voor de Nederlandse rapportageverplichtingen aan de Europese Commissie.
De elementen waaraan het onderzoeksrapport moet voldoen, vindt u ook in de Staatscourant.
Certificering of keurmerk
Is uw locatie ISO 50.0001 of ISO 14.001 in combinatie met ISO 14.051 gecertificeerd? Of heeft u één van deze keurmerken:
- CO2-prestatieladder, niveaus 3, 4 of 5
- Erkend Duurzaam Plus of Premium
- CO2-reductiemanagement, met ISO 14.001, voor alle niveaus
- CO2 & Energie RI&E Creatieve Industrie, niveau 3 en 4
- Fastlane met EED-aanvullingen
Dan hoeft u alleen de volgende onderdelen in uw onderzoeksrapport op te nemen:
- beschrijving en onderbouwing van de uitgevoerde maatregelen
- inventarisatie van de kosteneffectieve CO2-reducerende maatregelen
- basischeck energiezorg (alleen als u een keurmerk heeft; ISO 50.0001 of ISO 14.0001 in combinatie met ISO 14.051 geeft wel vrijstelling voor dit onderdeel)
- uitvoeringsplan
Ook moet u van de analyse van het energiegebruik een opgave opnemen van de onbenutte warmtestromen. En van de analyse van de productieapparatuur en -installaties neemt u op:
- de scan naar de technische isolatie
- de analyse van de elektrische aandrijfsystemen
- de spiegeling met de basislijst energiebesparende maatregelen
- en een conclusie over de kosteneffectieve maatregelen die uit deze scan, analyse en spiegeling naar voren zijn gekomen.
In het Sjabloon Onderzoeksplicht staat per hoofdstuk of per paragraaf welke onderdelen u moet opnemen als u een ISO-certificering of keurmerk heeft.
Bent u de verantwoordelijke voor de activiteiten op een locatie? Dan bent u ook degene die moet rapporteren voor de onderzoeksplicht.
Intermediair inschakelen
U kunt ook een intermediair machtigen die voor u rapporteert. Gebruik hiervoor het online machtigingsformulier. Schakelt u een intermediair in, dan hoeft u geen eHerkenningsmiddel aan te vragen. Wel blijft u zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de rapportage. Het bewijs van uw machtiging aan de intermediair hoeft u niet op te sturen. U moet deze machtiging wel kunnen tonen.
Let op: het gaat hier niét om ketenmachtiging. Het idee bij ketenmachtiging is dat een onderneming een tussenpersoon/intermediair machtigt om namens de onderneming zaken te doen. De intermediair komt hierbij op het eLoket binnen met het KVK-nummer van de onderneming. Deze werkwijze is niet nodig voor de informatieplichtrapportage, omdat de intermediair in het formulier in eLoket zelf aangeeft dat hij de rapportage namens een andere onderneming indient.
De voorbereiding op uw rapportage
Deze video beschrijft alle stappen voor het voorbereiden en indienen van de rapportage ‘Onderzoeksplicht’.
Als eerste moet u weten of uw organisatie een onderzoeksplicht heeft en mogelijk ook een EED-auditplicht en een informatieplicht voor de gebouwen op uw locatie. U controleert deze verplichtingen met het stappenplan op rvo.nl/energiebesparingsplicht.
Goed, dan de rapportage ‘Onderzoeksplicht’. Deze bestaat uit twee delen. Een deel dat u invult in eLoket en een deel dat u daar als bijlage aan toevoegt. Handig dus om de bijlagen klaar te hebben voor u aan de slag gaat in eLoket. RVO biedt er verschillende documenten voor.
Deze documenten samen bevatten alle elementen die in uw rapportage moeten staan; bekijk en gebruik ze.
Om de rapportage ‘Onderzoeksplicht’ in te kunnen vullen in eLoket heeft u een eHerkenningsmiddel niveau 2+ nodig.
Let op! Heeft u nog geen eHerkenning of nog niet het juiste niveau? Zorg dat u het op tijd regelt via eHerkenning.nl.
In eLoket vult u het volgende in:
de bedrijfsgegevens en de contactpersoon op de locatie
de gegevens en het energiegebruik van de locatie
de getroffen maatregelen tussen 1 januari 2021 en 30 november 2023
de basischeck Energiezorg
de onbenutte warmtestromen
de basislijst Energiebesparende maatregelen; en
de geïdentificeerde kosteneffectieve maatregelen met daarbij het uitvoeringsplan.
Let op: Bij het energiegebruik vragen we naar het elektriciteitsgebruik van de locatie en naar het aardgasequivalent in normaal kubieke meter.
Het aardgasequivalent berekent u door alle energiedragers, zoals stookolie of stoom, behalve elektriciteit, om te rekenen naar kubieke meter aardgasequivalent. De omrekenfactoren staan in de sjablonen.
Bij de laatste stap in eLoket voegt u de ingevulde rapportage Onderzoeksplicht, de isolatiescan en de analyse aandrijfsystemen toe.
Is alles ingevuld? Dan kunt u door naar verzenden.
Nadat uw rapportage is ingediend krijgt u een bevestiging in beeld.
U ontvangt ook een bevestigingsmail met een referentienummer. Dit nummer heeft u nodig bij contact met RVO en uw omgevingsdienst. Uw ingediende rapportage vindt u terug onder mijn aanvragen.
Dien uw rapportage Onderzoeksplicht uiterlijk 1 december 2023 in. Ga aan de slag en maak werk van energie besparen.
Deze video beschrijft alle stappen voor het voorbereiden en indienen van de rapportage ‘Onderzoeksplicht’. Als eerste moet u weten of uw organisatie een onderzoeksplicht heeft en mogelijk ook een EED-auditplicht en een informatieplicht voor de gebouwen op uw locatie.
Rapporteren doet u via Mijn RVO. U vindt er de handleiding voor het invullen van de rapportage en het hulpbestand voor het invullen van de maatregeltabellen.
U kunt alvast het volgende doen:
- Gebruik voor de onderzoeksplicht onderstaande sjablonen.
- Heeft u een IPPC-installatie? Onderzoek of er beste beschikbare technieken (BBT) zijn waar u rekening mee moet houden.
- Bent u van plan een adviseur voor het opstellen van het onderzoek in te huren? Zoek dan uit of de betreffende adviseur voldoende relevante kennis en ervaring heeft.
- Doe inspiratie op voor energiebesparende maatregelen. Of bekijk de Erkende maatregelenlijst (EML).
- Schaf een eHerkenningsmiddel niveau 2+ of hoger aan met machtiging RVO-diensten niveau eH 2+. Dit heeft u nodig om in te loggen in eLoket.
- Let op: heeft u eHerkenning maar niet het juiste niveau of de juiste machtiging? Neem dan tijdig contact op met de leverancier van uw eHerkenningsmiddel of met de machtigingenbeheerder in uw organisatie. Als uw organisatie een beheermodule heeft, is aanpassing van de machtiging direct mogelijk.
Hulpbestand maatregelentabellen
Met het Hulpbestand maatregelentabellen onderzoeksplicht vult u de tabellen 'Getroffen maatregelen' en 'Geïdentificeerde maatregelen' offline in. Upload dit document bij uw rapportage van de onderzoeksplicht.
Gebruik het stappenplan om te bepalen welke overheidsorganisatie voor u onder de Omgevingswet de milieuregels bepaalt en welke plichten voor u van toepassing zijn. Hiermee ziet u na het invullen van een aantal gegevens welke andere plichten voor u gelden en welke EML eventueel voor u van toepassing is.
Naast de onderzoeksplicht kunt u ook te maken krijgen met de informatieplicht en de Europese rapportageverplichting volgens de Richtlijn Energie-Efficiëntie (EED). Grote ondernemingen moeten vierjaarlijks een energie-audit uitvoeren en hierover aan ons rapporteren. Dit is de EED-auditplicht.
Wetchecker energiebesparing
De Wetchecker energiebesparing geeft ook uitsluitsel over mogelijke andere wettelijke verplichtingen over energiebesparing en CO2-reductie, bijvoorbeeld de energielabel C-plicht voor kantoorgebouwen.
Wat als u ook een EED-auditplicht heeft?
De EED-auditplicht is een Europese verplichting voor ondernemingen die niet onder het midden- en kleinbedrijf (MKB) vallen. Deze ondernemingen moeten eens in de 4 jaar uitzoeken welke kosteneffectieve energiebesparende maatregelen (voor gebouwen, processen en zakelijk vervoer) zij kunnen uitvoeren. Met deze kosteneffectiviteit bepaalt u de baten en lasten van een maatregel over de hele levensduur (levenscycluskostenanalyse).
Valt een locatie onder de onderzoeksplicht en de onderneming als geheel onder de EED-auditplicht? Dan is er veel overlap tussen het vestigingsrapport voor de EED-audit en de rapportage voor de onderzoeksplicht. Er zijn ook verschillen.
Verschillen onderzoeksplicht en vestigingsrapport EED-audit
- De EED-auditplicht is breder. Deze gaat namelijk over activiteiten, gebouwen en zakelijk vervoer. De onderzoeksplicht gaat alleen over activiteiten.
- Bij de analyse van het energiegebruik moeten voor de onderzoeksplicht de onbenutte warmtestromen worden opgegeven. Bij de EED-auditplicht hoeft dit niet.
- Bij de onderzoeksplicht worden aan de inventarisatie van de kosteneffectieve maatregelen, 3 specifieke eisen toegevoegd. Namelijk (1) een analyse van de elektrische aandrijftechnieken, (2) een isolatiescan en (3) een spiegeling aan een specifieke lijst van maatregelen (de basislijst).
- De onderzoeksplicht gaat over maatregelen die CO2 verminderen. Bijvoorbeeld door hernieuwbare energie op te wekken of over te stappen naar een energiedrager met een lagere CO2-uitstoot. De EED-auditplicht gaat alleen over energiebesparende maatregelen.
- Voor de onderzoeksplicht moeten maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder geïdentificeerd worden. De manier waarop deze terugverdientijd wordt bepaald, is wettelijk vastgelegd. Voor de EED-auditplicht geldt een andere eis. Daarvoor wordt de kosteneffectiviteit over de levensduur van een maatregel bepaald, door middel van een levenscycluskostenanalyse. Er kunnen dus mogelijk andere maatregelen uit de berekening van de terugverdientijd komen.
- Bij de onderzoeksplicht rapporteert u welke energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar zijn uitgevoerd, welke nog uitgevoerd moeten worden en wanneer deze worden uitgevoerd. De EED-auditplicht kent zo'n uitvoeringsplan niet.
Op de basislijst energiebesparende maatregelen staan gangbare maatregelen die u over het algemeen binnen 5 jaar terugverdient. Bekijk of deze maatregelen gelden voor uw bedrijfsspecifieke situatie. Daarbij geeft u, voor de relevante maatregelen, aan of deze kosteneffectief zijn. Gebruik hiervoor onderstaande download van de Basislijst energiebesparende maatregelen.
Beantwoord 14 vragen over uw energiemanagement en plan hoe u uw energiemanagement kunt verbeteren. Energiemanagement houdt in dat een organisatie structurele maatregelen neemt om het gebruik van energie en grondstoffen te minimaliseren. Met energiemanagement willen we met de plan-do-check-act/adapt-cyclus de energie-efficiëntie vergroten.
Een voorbeeld van de plan-do-check-act/adapt-cyclus is:
- plan: beleid maken
- do: acties plannen en maatregelen uitvoeren
- check: resultaten controleren
- act/adapt: op basis van resultaten nieuw beleid makenRubriceringscodes
De vragen staan ook in het eLoketformulier. Op basis van de antwoorden die u het formulier invult krijgt u een rubriceringscode over de stand van zaken van de structurele energiezorg (SEZ) op locatie.
- SEZ1: prioriteit voor toezicht. U voldoet niet aan de eisen voor structurele energiezorg. In dit geval is er geen ISO-certificaat of u beantwoordde minstens 1 van de 14 vragen met ‘nee’.
- SEZ2: in principe voldeed u aan de eisen voor structurele energiezorg
Bent u ISO- ISO 50.0001 of ISO 14.001 in combinatie met ISO 14.051 gecertificeerd? Dan voldoet u aan de eisen voor structurele energiezorg en hoeft u de 14 vragen niet te beantwoorden.
Beoordeling, toezicht en handhaving
Wie controleert de rapportages?
Het lokale bevoegde gezag is verantwoordelijk voor toezicht en handhaving van de energiebesparingsplicht, waaronder de onderzoeksplicht. Voor de meeste bedrijven en instellingen is dat de gemeente. Voor locaties met een milieubelastende activiteit uit afdeling 3.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal), de zogenaamde complexe bedrijven, is dat de provincie.
Er zijn 2 uitzonderingen.
- Het bevoegd gezag voor mijnbouwlocaties is het ministerie van Klimaat en Groene Groei.
- Het bevoegd gezag voor de meeste defensielocaties is het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Omgevingsdiensten hebben mandaat
Toezicht en handhaving op de energiebesparingsplicht, en de daarbij behorende informatie- en onderzoeksplicht, staat in het basistakenpakket van de omgevingsdiensten. Dit houdt in dat de gemeenten het mandaat voor toezicht en handhaving aan hun omgevingsdienst moeten geven. De omgevingsdiensten doen daarom voor vrijwel alle locaties de uitvoering van deze taken.
U dient uw onderzoeksplichtrapportage in via eLoket van Mijn RVO. Uw omgevingsdienst en uw bevoegd gezag kunnen deze rapportage daar ophalen. De omgevingsdienst beoordeelt uw rapportage. Als uw rapportage niet voldoet, vraagt de omgevingsdienst u om de rapportage te verbeteren en aan te vullen.
Veelgestelde vragen
Info in English
Meer weten?
- Onderzoeksplicht energiebesparing: artikel 5.15b, Besluit activiteiten leefomgeving
- Omgevingsregeling: de elementen waaraan het onderzoeksrapport moet voldoen zijn op 29 december 2023 in de Staatscourant gepubliceerd.
- Activiteitenregeling: deze wettekst is voor het eerst in de Activiteitenregeling milieubeheer gepubliceerd. De elementen waaraan het onderzoeksrapport moet voldoen is op 13 juni 2023 in de Staatscourant gepubliceerd. De Activiteitenregeling is per 1 januari 2024 niet meer van kracht.