Agroforestry GLB 2024
Agroforestry is een teeltmethode waarmee u bomen en struiken combineert met akkerbouw, veeteelt en/of groenteteelt op hetzelfde perceel. Er mogen 100 bomen per hectare op bouw- en grasland staan. Landschapselementen tellen mee voor de basispremie.
Laatste aanpassingen op deze pagina
20 februari 2024: We hebben de Tabel Gewassen en GLB 2024 toegevoegd.
10 april 2024: We hebben de tekst over voedselbos en mest verbeterd.
GLB-subsidie aanvragen voor agroforestry
Wilt u GLB-subsidie aanvragen voor agroforestry? Dan houdt u zich aan de voorwaarden voor de basispremie. Meer informatie over de verschillende vormen van agroforestry leest u hieronder.
Wat is Agroforestry?
Agroforestry is een landbouwmethode waarbij bomen en struiken bewust gecombineerd worden met veehouderij, akkerbouw en/of groenteteelt op hetzelfde perceel. U kunt agroforestry op een of meer percelen toepassen. Agroforestry kan in verschillende vormen en sectoren voorkomen.
Gewascodes voor agroforestry
Voedselbossen, voederhagen en hoogstamboomgaarden zijn vormen van agroforestry met een eigen gewascode. Deze vindt u hieronder. Voor de overige vormen gebruikt u de bestaande gewascodes uit de Tabel Gewassen en GLB 2024.
Een teeltmethode met productieve of niet-productieve bomen en/of struiken in combinatie met akkerbouw en/of groenteteelt. De bomen en struiken kunt u in rijen of verspreid over het perceel aanplanten. Daarbij kunt u kiezen uit een of meerdere productielagen. Voorbeelden zijn rijen noten- en fruitbomen, afgewisseld met rijen granen of groente. Ook strokenteelt valt hieronder.
Voorbeelden van deze teeltmethode zijn beplante kippenuitlopen, geiten tussen hoogstamboomgaarden of runderen tussen voederbomen en -struiken. U kunt hier productieve en niet-productieve bomen en struiken laten groeien. De bomen en struiken kunt u aanplanten in rijen of verspreid over het perceel. Hoogstamboomgaarden (gewascode 2628) en voederhagen (6809) vallen ook in deze categorie. U leest hier meer over op Landschapselementen 2024.
Een voedselbos is een landbouwmethode met minimaal 3 verticale vegetatielagen. Bijvoorbeeld lagere bomen, struiken en ondergrondse gewassen. De vegetatielagen mogen nog in ontwikkeling zijn. De bomen en struiken leveren nu of over niet al te lange tijd eetbare producten. Dit zijn bijvoorbeeld vruchten, zaden, bladeren en stengels. Bij een controle moet u dit laten zien. Dit mag met een lijst waarin de aangeplante soorten staan. Ook noemt u in de lijst wanneer en wat voor voedsel het voedselbos oplevert.
Op het perceel mag een kruinlaag van hogere bomen staan. Deze kruinlaag mag een ondersteunende functie hebben. Bijvoorbeeld andere planten uit de wind houden of schaduw geven. Er is een stikstofgebruiksnorm dierlijke mest.
Een voedselbos was in de periode 2015 - 2023 aangemerkt als landbouwgrond. Dit is een voorwaarde voor het ontvangen van de basispremie.
De gewascode voor voedselbos is 1940.
Agroforestry en eco-activiteiten
Als u aan de voorwaarden voldoet, kunt u op percelen met agroforestry punten en waarde krijgen voor bijvoorbeeld deze eco-activiteiten:
- Strokenteelt
- Grasland met kruiden
- Houtig element
Meer informatie vindt u op Eco-activiteiten, punten en waarde 2024.
Percelen met agroforestry registreren
Percelen met agroforestry registreert u op verschillende manieren. Dat ligt aan het aantal bomen per hectare. En aan hoe ze op uw perceel staan.
Minder dan 100 bomen per hectare
Heeft u minder dan 100 bomen per 1 hectare? Dan kunt u In een aantal gevallen het perceel als gras- of bouwland registreren. Bekijk het stroomschema voor de mogelijkheden.
Meer dan 100 bomen per hectare
Heeft u meer dan 100 bomen per 1 hectare? Dan registreert u dit perceel met de gewascode van de bomen. Staan ze in een rij? Dan tekent u ze in als strook.
Zijn de bomen niet-productief? Dan kunt u ze intekenen als landschapselement. Dit geldt ook voor voederbomen. Voor landschapselementen geldt een maximum van 1,5 hectare per element voor het ontvangen van de basispremie. Meer informatie vindt u op Landschapselementen.
Hoe u percelen registreert vindt u op Alles over percelen registreren.
Voorbeelden van agroforestry
Een perceel heeft 225 fruit- en notenbomen per hectare met niet-productieve struiken tussen de bomen. Tussen de rijen staan akkerbouwgewassen zoals spelt en tarwe.
De rijen bomen tekent u in als stroken. U gebruikt de gewascode van de boomsoort die het meeste opbrengt. De niet-productieve struiken mag u opgeven met de gewascode voor fruit- of notenbomen. Dat kan omdat ze in dezelfde rij staan tussen de bomen.
Alles telt mee als landbouwgrond voor de basispremie en als oppervlakte voor de stikstofgebruiksruimte dierlijke mest.
Op uw perceel staan 350 hazelaars per hectare in rijen. Tussen de rijen hazelaars staan aardappels. De grond onder de hazelaars is niet begroeid en ligt dus braak. De rijen hazelaars zijn daardoor een strook. U tekent ze apart in, naast de aardappels. Er is geen gewascode voor hazelaars. U gebruikt bij hazelaars de gewascode voor notenbomen. Het teeltdoel is namelijk noten.
Het gedeelte met aardappels geeft u op met de code per gewas.
Alles telt mee als landbouwgrond voor de basispremie en oppervlakte voor de stikstofgebruiksruimte dierlijke mest.
Op uw perceel grasland grazen runderen. Er staan 75 populieren per hectare in rijen. De bomen hebben een tussenruimte van 12 meter. De bomen zijn niet-productief want ze leveren geen voedsel voor mensen op.
We zien de populieren als losstaande bomen omdat er vee tussen kan grazen. De boomkruinen raken elkaar niet.
Er staan minder dan 100 bomen per hectare. U kunt het perceel registreren als grasland. U geeft de bomen op als Landschapselement solitaire boom in de Gecombineerde opgave. U hoeft de bomen niet in te tekenen in Percelen. Alles telt mee als landbouwgrond voor de basispremie. Uw stikstofgebruiksruimte dierlijke mest blijft hetzelfde. Op landschapselementen ziet u hoe u de solitaire bomen moet opgeven.
Op uw perceel grasland grazen runderen. Er staan 150 fruitbomen per hectare in rijen op het perceel grasland. De stroken met bomen zijn afgerasterd en tussen de bomen heeft u kruiden gezaaid.
Het vee kan niet bij de ruimte tussen de bomen komen. De rijen bomen met kruiden gelden daarom als stroken. Deze stroken tekent u apart in als fruitbomen. De stroken ertussen blijven grasland.
De oppervlakte met de stroken fruitbomen telt mee voor de stikstofgebruiksruimte dierlijke mest. En als bouwland voor de derogatie (dit verandert dus de 80-20 verhouding).
U heeft een aantal elzensingels met grasland waarop runderen grazen. Dit noemen we een voederhaag (6809). De runderen kunnen de takken en bladeren aanvreten. U zorgt ervoor dat de bomen en/of struiken in stand gehouden worden. Als u ook (via een ANLb-collectief) een ANLb-vergoeding voor het landschapselement heeft aangevraagd, zorgt u er daarnaast voor dat het gebruik als voederhaag niet strijdig is met de ANLb-voorwaarden. De elzen beschermen de runderen tegen zon en wind.
De elzensingels worden in het GLB beschouwd als niet-productief. De oppervlakte van de singels is kleiner dan 1,5 hectare. U tekent ze in als landschapselement. Ze tellen mee voor de basispremie. De oppervlakte van de elzensingels telt niet mee voor stikstofgebruiksruimte dierlijke mest.
Voedselbos en mest
Als u een voedselbos voor gebruiks- of winstdoeleinden inzet, dan is het landbouwgrond. Er geldt geen stikstofgebruiksnorm voor het voedselbos. Er is wel een norm voor het gebruik van dierlijke mest. Meer informatie vindt u op Hoeveel dierlijke mest landbouwgrond.
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur