Eco-activiteiten, punten en waarde 2024
Voor de eco-regeling uit het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) voert u eco-activiteiten uit. In 2024 kunt u kiezen uit 25 activiteiten. Elke eco-activiteit heeft punten en waarde. Scoort u op alle 5 doelen voldoende punten? En haalt u de drempelwaarde? Dan mag u meedoen aan de eco-regeling. U kunt eco-activiteiten combineren om meer punten en waarde te halen.
Laatste aanpassingen op deze pagina
- 14 augustus 2024: Uitleg over kaartgegevens precisiebemesting (16.) en precisiegewasbescherming (17.).
- 28 juni 2024: Door het natte voorjaar mag u ook een rustgewas inzaaien. Doet u een eco-activiteit op het perceel? Controleer dan of dit rustgewas is toegestaan bij de eco-activiteit.
- 13 juni 2024: Door het natte voorjaar hebben we de uiterste begindatum voor verlengde weidegang opnieuw aangepast. Heeft u uiterlijk 17 mei de eco-activiteit Weidegang aangemeld in de Gecombineerde opgave? Dan begint u uiterlijk 1 juli met weiden. Dit is nieuwe uiterste begindatum. Dit was 15 juni.
Eco-activiteiten
U kiest zelf welke activiteiten passen bij uw bedrijf en percelen. En misschien doet u een aantal van deze activiteiten al. Waar u op moet letten:
- Onder Overzicht eco-activiteiten leest u welke eco-activiteiten u precies kunt doen en welke voorwaarden en/of uitzonderingen daar bij horen.
- De meeste activiteiten mag u niet inzetten op grond die al wordt ingezet als niet-productieve grond (GLMC 8). Behalve strokenteelt, groenbedekking en de activiteiten bij de categorie niet-productieve grond. Lees meer op 4% niet-productief bouwland.
- De meeste activiteiten mogen overlappen met een verplichte bufferstrook. Groene braak, precisiegewasbescherming, precisiebemesting en fertigatie mogen niet overlappen met een bufferstrook.
- Een eco-activiteit telt alleen mee als u een gewas kiest dat is toegestaan bij die eco-activiteit. In het document Gewascodes en gewassen eco-activiteiten leest u welke gewassen bij welke eco-activiteiten horen. Het is handig om dit document naast de eco-activiteiten te houden.
Punten en waarde
In de documenten hieronder ziet u welke punten en waarde u per eco-activiteit, per hectare krijgt. Op Eco-regeling 2024 leest u meer over hoe we de punten en waarde berekenen.
Samenhang
Soms berekenen we de punten en waarde anders als het samenhangt met:
- de conditionaliteiten
- Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb)
- het stapelen van eco-activiteiten
Meer over welke eco-activiteiten samengaan met ANLb-activiteiten en conditionaliteiten leest u in Samenhang eco-regeling, conditionaliteiten en ANLb. Wilt u weten wat het stapelen van eco-activiteiten betekent voor uw punten en waarde? Bekijk Overzicht stapelen eco-activiteiten.
Overzicht eco-activiteiten
Dit zijn de 25 eco-activiteiten die u kunt doen:
Hoofdteelt
De hoofdteelt is de teelt van het gewas dat in de periode 15 mei tot en met 15 juli het langst aanwezig is.
Met het zaaien van grasklaver hoeft u minder of geen kunstmest te gebruiken. Vanaf 1 april tot 1 juli staat op het perceel minimaal 25% gras en minimaal 25% klaver. Uw perceel is zichtbaar bedekt en u verdeelt het gras en klaver gelijkmatig over het perceel.
Grasland met kruiden zorgt voor een diepere doorworteling en een betere bodemstructuur. En voor diversiteit in ruwvoer. Van 15 juli tot 1 oktober:
- staan er op het perceel minimaal 25% kruiden en vlinderbloemige gewassen (ingezaaid of spontane opkomst);
- en minimaal 25% gras;
- is uw perceel zichtbaar bedekt en u verdeelt het gras, de kruiden en vlinderbloemige gewassen gelijkmatig over het perceel.
Deze activiteit kunt u ook tussen fruitbomen en boomkwekerijgewassen doen. Dan geldt:
- dat er op minimaal één van de 3 stroken grasland met kruiden staat;
- of dat er op elke strook op minimaal 30% grasland met kruiden staat.
Vlinderbloemige gewassen mag u kiezen uit de lijst Stikstofbindend gewas.
Doet u mee met het ANLb? Lees welk pakket samengaat met deze activiteit in de cumulatietabel op Samenhang conditionaliteiten, ANLb en eco-regeling.
Met langjarig grasland bouwt u organische stof in de bodem op. Dit is goed voor de bodemstructuur.
U heeft blijvend grasland van 1 januari tot en met 31 december. Uw perceel is zichtbaar bedekt en vanaf 1 januari 2023 heeft u het land niet geploegd. De grond licht bewerken mag wel als de bedekking zichtbaar blijft. U mag alleen pleksgewijs op maximaal 10% van het perceel gewasbeschermingsmiddelen of biociden gebruiken. Doet u deze activiteit op ecologisch kwetsbaar grasland? Dan krijgt u de punten wel, maar de waarde niet. Lees hier meer over op Samenhang conditionaliteiten, ANLb en eco-regeling.
Door de teelt van meerjarige gewassen geeft u uw bodem meer rust, meer organische stof en een betere bodemstructuur.
U heeft minimaal 2 jaar aaneengesloten een meerjarig gewas als hoofdteelt op het perceel. In de tussentijd mag u daar geen ander gewas op telen. Het gewas moet in de winter blijven staan. Uw perceel is zichtbaar bedekt. Deze activiteit telt pas vanaf het 2e jaar mee voor de eco-regeling. In 2024 betekent dit dat de teelt kan meetellen als die teelt in 2023 ook al de hoofdteelt was.
Met natte teelt zorgt u voor minder CO2-uitstoot en meer biodiversiteit. Natte teelt is geschikt voor gebieden met een hoge grondwaterstand, zoals veengebieden.
Uw perceel is zichtbaar bedekt en u oogst minstens één keer per jaar. De teelt moet op grond staan die tussen 2015 en 2022 in gebruik was als landbouwgrond.
Door de teelt van een rustgewas verbetert u de bodemstructuur. Het zorgt voor meer organische stof en vocht in uw bodem en minder gewasziektes.
U teelt op perceelsniveau een rustgewas in een rotatie van minimaal 1 op 3. Dit betekent dat u minstens één keer in de 3 jaar een rustgewas als hoofdteelt heeft op het perceel. De telling ging in 2023 in. In de praktijk betekent dit dat we pas vanaf 2026 kijken of er vanaf 2023 een rustgewas op het perceel stond. Tot die tijd kan elk perceel met rustgewas meetellen. Uw perceel is zichtbaar bedekt en u mag oogsten, maaien of beweiden. U teelt alleen een rustgewas uit de lijst Rustgewas in Gewascodes en gewassen eco-activiteiten 2024. Een mengsel van rustgewassen is toegestaan. Een mengsel van een rustgewas met andere gewassen is niet toegestaan.
U teelt een stikstofbindend gewas voor een vruchtbare bodem, meer stikstofopname en een betere biodiversiteit.
Een mengsel van een stikstofbindend gewas met andere gewassen is niet toegestaan. Behalve met graan als het stikstofbindende gewas meer dan 50% is. Uw perceel is zichtbaar bedekt. Gebruikt u het stikstofbindende gewas om te voldoen aan de verplichting om 4% van uw bouwland niet-productief te laten? Dan krijgt u voor deze eco-activiteit wel de punten, maar niet de waarde. Lees meer over de 4% eis op Alles over 4% niet-productief.
U teelt verschillende gewassen naast elkaar op smalle stroken grond voor meer biodiversiteit. Vaak zijn deze stroken 3 meter breed, of een veelvoud daarvan. Bijvoorbeeld 6, 12 of 24 meter. U hoeft daardoor minder gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken.
U houdt zich aan de volgende voorwaarden:
- U teelt minimaal 5 gewassen als hoofdteelt op uw perceel landbouwgrond.
- U doet dit in minimaal 5 stroken van 3 tot 27 meter breed.
- Van die 5 hoofdteelten zijn minimaal 2 productieve gewassen en één rustgewas.
- U kunt blijvend grasland niet inzetten als strook. Een strook met struiken en bomen of een houtwal zijn wel toegestaan.
Voor deze activiteit zijn geen specifieke gewascodes bepaald. Zet u gewassen in voor de productie? Dan zien we dit als een productief gewas. Een rustgewas kiest u uit de lijst die hoort bij de eco-activiteit Rustgewas. U mag een niet-productieve strook van deze activiteit ook inzetten als niet-productieve grond.
Strokenteelt registreren
Kiest u strokenteelt op uw percelen? Dan is het belangrijk dat u dit op de goede manier registreert. Meer informatie leest u op Strokenteelt registreren. Ook vindt u hier voorbeelden van wat wij wel of niet als strokenteelt zien.
U teelt een vezelgewas voor een vruchtbare bodem en een betere biodiversiteit. Uw perceel is zichtbaar bedekt. Teelt u hennep? Lees meer over de voorwaarden voor hennep.
Door uw rooigewas vroeg te oogsten kunt u uw bodem beter bewerken met minder structuurbederf. Dit zorgt ook voor een goede periode en geschikte grond om een vanggewas in te zaaien. Uw perceel is zichtbaar bedekt en u oogst het gewas uiterlijk 31 augustus. U moet het gewas en de gewasresten uiterlijk 31 augustus afvoeren of onderwerken.
Door uw rooigewas vroeg te oogsten kunt u uw bodem beter bewerken met minder structuurbederf. Uw perceel is zichtbaar bedekt en u oogst het gewas uiterlijk 31 oktober.
Bodemgewas
Met het bedekt houden van uw percelen verhoogt u het organisch stofgehalte en verbetert de bodemkwaliteit.
U houdt uw perceel van 1 januari tot 1 maart voor minimaal 80% zichtbaar bedekt met een levend gewas. Dit doet u met het vanggewas of groenbemester die u laat staan van 2023. U mag in die periode ook alleen pleksgewijs op maximaal 10% van het perceel gewasbeschermingsmiddelen of biociden gebruiken. U werkt het vanggewas onder met machines voor de hoofdteelt. U mag het vanggewas voor het onderwerken niet doodspuiten of branden.
U mag het perceel waarop u deze activiteit doet ook inzetten als niet-productieve grond.
Bij de teelt van uw hoofdgewas zaait u het vanggewas. Door onderzaaien kan uw vanggewas zich beter ontwikkelen. Direct na de oogst van de hoofdteelt is uw perceel zichtbaar bedekt met het vanggewas. Dit vanggewas is een ander gewas dan de hoofdteelt. U laat het vanggewas tot minimaal 1 december staan. En het perceel is minimaal 80% zichtbaar bedekt. U mag geen chemische gewasbeschermingsmiddelen gebruiken na de oogst van het hoofdgewas.
Teeltmaatregelen
Door biologische bestrijding beschermt u het milieu. U doet op contractbasis aan biologische bestrijding met een of meer technieken:
- steriele insectentechniek tegen de uienvlieg;
- feromoonverwarring tegen de fruitmot, pruimenmot, bessenglasvlinder, vruchtbladroller, leverkleurige bladroller, grote appelbladroller of de heggebladroller;
- nematoden;
- of bacteriepreparaten.
U bewaart het aankoop- en betaalbewijs minimaal 5 jaar in uw administratie. In het aankoopbewijs staat minimaal:
- uw naam
- de GPS coördinaten van het perceel of het perceelnummer uit de Gecombineerde opgave
- wat u denkt dat de grootte is van het perceel met de biologische bestrijding
- de naam van de leverancier
- de hoeveelheid geleverde biologische bestrijding
- de prijs
Met fertigatie geeft u vloeibare meststoffen via een druppelirrigatiesysteem. Zo kunt u op het juiste moment de juiste hoeveelheid voeding toevoegen. De meststoffen komen via een doseersysteem in het water. Daarna komt de mix van water en meststoffen via een hoofdleiding en druppelslangen uiteindelijk in het gewas terecht. U heeft hiervoor een functionerend fertigatiesysteem op uw perceel nodig. Een fertigatiesysteem kunt u ook gebruiken om te irrigeren.
Voorwaarden
- U heeft op het perceel een werkend druppelirrigatiesysteem met doseersysteem.
- U registreert de meststoffen die u via een doseersysteem geeft en bewaart deze gegevens minimaal 5 jaar.
- Nutriënten worden gedoseerd toegevoegd aan het water.
- U houdt zich aan de conditionaliteiten en de regels voor het gebruik van mest.
- U mag deze activiteit niet doen op braakliggende grond, landschapselementen of een verplichte bufferstrook.
Precisiebemesting bestaat uit 3 stappen: meten, beslissen en uitvoeren. Dit kan met een machine die in één werkgang meet, beslist en uitvoert.
U doseert de juiste hoeveelheid mest op de juiste plek voor uw gewas. Op die manier nemen uw gewassen de meststoffen beter op. Er spoelt minder mest uit naar bodem en water. Dit zorgt voor een betere waterkwaliteit.
Taakkaart of resultaatkaart
U heeft voor ieder perceel met precisiebemesting een taakkaart of een resultaatkaart. Bij een GPS-gestuurde machine gaan de gegevens naar een taakkaart. Een sensorgestuurde, on-the-go aangestuurde machine registreert gegevens op een resultaatkaart. Deze kaart legt de precieze dosering vast tijdens de uitvoering. Een resultaatkaart heet ook wel as-appliedkaart.
Gegevens op de kaart
Een taak- of resultaatkaart bestaat uit een set bestanden (dataset). De dataset toont met GPS-coördinaten aan, dat de hoeveelheid bemesting op het perceel wisselt.
Welke gegevens staan er minimaal op de kaart:
- GPS-coördinaten van het bemeste perceel;
- de dosering mest binnen de GPS-coördinaten.
Welke gegevens houdt u zelf bij:
- De datum waarop u de precisiebemesting uitvoert.
- Het perceelnummer dat bij de bemeste GPS-coördinaten hoort.
Voorwaarden
- U houdt zich aan de conditionaliteiten van het GLB.
- U houdt zich aan de regels voor het gebruik van meststoffen.
- U gebruikt een GPS-gestuurde machine of een sensorgestuurde, on-the-go aangestuurde machine voor de precisiebemesting. De machine moet de dosering mest kunnen aanpassen.
- U bemest tijdens de hoofdteelt of als voorbereiding voor de hoofdteelt.
- Spuit u vloeibare meststoffen? Dan heeft de spuitboom sectiecontrole (aan/uit). Ook kan de spuitboom de dosering aanpassen voor elke GPS-locatie.
- U bewaart de gegevenskaarten voor ieder perceel minstens 5 jaar. We kunnen deze gegevens later bij u opvragen.
Werkzaamheden door loonwerker
Bij precisiebemesting door een loonwerker gelden extra voorwaarden:
- De loonwerker levert de kaartgegevens en perceelgegevens voor ieder behandeld perceel.
- Op de factuur van de loonwerker staat: welk werk er precies is gedaan, op welke datum en op welke percelen.
- U bewaart facturen minstens 5 jaar. We kunnen deze gegevens later bij u opvragen.
Precisiegewasbescherming bestaat uit 3 stappen: meten, beslissen en uitvoeren. Dit kan met een machine die in één werkgang meet, beslist en uitvoert.
U gaat voor een gezond gewas met minimaal gebruik van middelen. Elke plek op het perceel krijgt precies de juiste dosering. Op deze manier beschermt u uw gewas en houdt u rekening met mens en natuur.
Taakkaart of resultaatkaart
U heeft voor ieder perceel met precisiegewasbescherming een taakkaart of een resultaatkaart. Bij een GPS-gestuurde machine gaan de gegevens naar een taakkaart. Een sensorgestuurde, on-the-go aangestuurde machine registreert gegevens op een resultaatkaart. Deze kaart legt de precieze dosering vast tijdens de uitvoering. Een resultaatkaart heet ook wel as-appliedkaart.
Gegevens op de kaart
Een taak- of resultaatkaart bestaat uit een set bestanden (dataset). Deze gegevens staan er minimaal op de kaart:
- GPS-coördinaten van het bespoten perceel;
- de dosering gewasbescherming binnen de GPS-coördinaten.
Welke gegevens houdt u zelf bij:
- De datum waarop u de precisiegewasbescherming uitvoert.
- Het perceelnummer dat bij de bespoten GPS-coördinaten hoort.
Voorwaarden
- U houdt zich aan de conditionaliteiten van het GLB.
- U houdt zich aan de regels voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen.
- De spuitboom heeft sectiecontrole (aan/uit) en kan de dosering aanpassen.
- U spuit tijdens de hoofdteelt of als voorbereiding voor de hoofdteelt.
- Tijdens de hoofdteelt past u de precisiegewasbescherming minstens één keer toe.
- U heeft voor elk perceel een taakkaart (bij een GPS-gestuurde spuit), of een resultaatkaart (bij een spuit met sensors).
- U bewaart de kaartgegevens minstens 5 jaar. We kunnen deze gegevens later bij u opvragen.
Werkzaamheden door loonwerker
Bij precisiegewasbescherming door een loonwerker gelden extra voorwaarden:
- De loonwerker levert de kaartgegevens en perceelgegevens voor ieder behandeld perceel.
- Op de factuur van de loonwerker staat: welk werk er precies is gedaan, op welke datum en op welke percelen.
- U bewaart facturen minstens 5 jaar. We kunnen deze gegevens later bij u opvragen.
Veemaatregelen
Door koeien te laten weiden zorgt u voor minder ammoniakemissie. Ook verbetert u de kwaliteit van het landschap.
Deze activiteit kunt u alleen doen als u melkvee heeft. Melkvee of melkkoeien zijn koeien die minimaal één keer hebben gekalfd. En die worden gehouden voor de productie van melk of andere melkproducten voor mensen.
Voor 2024 voert Stichting Weidegang samen met Qlip de controles uit. En hebben ook het contact met de melkveehouder over deze eco-activiteit. Voldoet uw bedrijf aan het eind van het weideseizoen aan de voorwaarden dan verstrekt Qlip hiervoor automatisch een verklaring aan RVO (dat hoeft u niet zelf te doen).
Voorwaarden voor weidegang
Voor het uitvoeren van deze eco-activiteit moet u een verklaring weiden aanvragen bij Qlip. De verklaring houdt in dat u zich aan onder andere deze voorwaarden houdt:
- U heeft een verklaring weiden aangevraagd bij Qlip. Doe dit voordat u begint met weiden.
- Uw melkkoeien weiden per jaar minimaal 1500 uur.
- U sluit uiterlijk 15 juni een deelnameovereenkomst af met Qlip.
- U begint niet later dan 1 juli met weiden.
- U weidt maximaal 5 melkkoeien per hectare beweidbare huiskavel.
- U houdt een weidekalender bij. Daar zet u van tevoren in op welke datum en tijdstip u uw koeien gaat weiden. Ook als uw melkvee vrij kan uitlopen.
- U bewaart de kalender minimaal 5 jaar.
Lees alle voorwaarden voor deze eco-activiteit op de website van Stichting Weidegang.
De activiteit geldt voor al uw grasland, behalve de bufferstroken die u gebruikt voor de activiteit bufferstroken met kruiden. Deze bufferstroken tellen niet mee, omdat ze niet beweid mogen worden. U tekent deze als apart perceel in.
Kosten voor de verklaring weiden
Een verklaring weiden aanvragen kost € 179. Om tegemoet te komen aan deze kosten is de waarde van deze eco-activiteit in 2024 verhoogd. Dit was € 43 en is nu € 45 per hectare.
Aanmelden eco-activiteit verlengde weidegang
Voldoet uw bedrijf aan de voorwaarden van de verlengde weidegang? Dan is vanaf 2024 een dubbele aanmelding nodig:
- U meldt de activiteit uiterlijk 17 mei 2024 aan in de Gecombineerde opgave.
- U meldt zich aan bij Qlip voor controle op de uitvoering van weidegang. Dit doet u voordat u start met weiden en uiterlijk 15 juni 2024.
Heeft uw bedrijf aan het eind van het weideseizoen voldaan aan de voorwaarden? Dan krijgt u van Qlip hiervoor automatisch een verklaring.
Door koeien te laten weiden zorgt u voor minder ammoniakemissie. Ook verbetert u de kwaliteit van het landschap.
Deze activiteit kunt u alleen doen als u melkvee heeft. Melkvee of melkkoeien zijn koeien die minimaal één keer hebben gekalfd. En die worden gehouden voor de productie van melk of andere melkproducten voor mensen.
Voor 2024 voert Stichting Weidegang samen met Qlip, de controles uit. En hebben ook het contact met de melkveehouder over deze eco-activiteit. Voldoet uw bedrijf aan het eind van het weideseizoen aan de voorwaarden dan verstrekt Qlip hiervoor automatisch een verklaring aan RVO (dat hoeft u niet zelf te doen).
Voorwaarden voor weidegang
Voor het uitvoeren van deze eco-activiteit moet u een verklaring weiden aanvragen bij Qlip. De verklaring houdt in dat u zich aan bijvoorbeeld deze voorwaarden houdt:
- U heeft een verklaring weiden aangevraagd bij Qlip. Doe dit voordat u begint met weiden.
- Uw melkkoeien weiden per jaar minimaal 2500 uur.
- U sluit uiterlijk 15 juni een deelnameovereenkomst af met Qlip.
- U begint niet later dan 1 juli met weiden.
- U weidt maximaal 2,5 melkkoeien per hectare beweidbare huiskavel.
- U houdt een weidekalender bij. Daar zet u van te voren in op welke datum en tijdstip u uw koeien gaat weiden. Ook als uw melkvee vrij kan uitlopen.
- U bewaart de kalender minimaal 5 jaar.
Lees alle voorwaarden voor deze eco-activiteit op de website van Stichting Weidegang.
De activiteit geldt voor al uw grasland, behalve de bufferstroken die u gebruikt voor de activiteit bufferstroken met kruiden. Deze bufferstroken tellen niet mee, omdat ze niet beweid mogen worden. U tekent deze als apart perceel in.
Kosten voor de verklaring weiden
Een verklaring weiden aanvragen kost € 179. Om tegemoet te komen aan deze kosten is de waarde van deze eco-activiteit in 2024 verhoogd. Dit was € 43 en is nu € 45 per hectare.
Aanmelden eco-activiteit verlengde weidegang
Voldoet uw bedrijf aan de voorwaarden van de verlengde weidegang? Dan is vanaf 2024 een dubbele aanmelding nodig:
- U meldt de activiteit uiterlijk 17 mei 2024 aan in de Gecombineerde opgave.
- U meldt zich aan bij Qlip voor controle op de uitvoering van weidegang. Dit doet u voordat u start met weiden en uiterlijk 15 juni 2024.
Heeft uw bedrijf aan het eind van het weideseizoen voldaan aan de voorwaarden? Dan krijgt u van Qlip hiervoor automatisch een verklaring.
Aanpassen weidegang-uren
Heeft u door omstandigheden het minimumaantal weidegang-uren van weidecategorie 2 (2500 uur) niet behaald? Verander dit dan in de Gecombineerde opgave naar weidecategorie 1 (1500 uur). Zo wordt u alsnog beloond voor uw inspanningen.
Niet-productieve grond
Met een bufferstrook met kruiden zorgt u voor meer biodiversiteit en een betere waterkwaliteit.
U heeft een bufferstrook met kruiden langs bouwland (behalve tijdelijk grasland) of langs een perceel blijvende teelt. U houdt rekening met de volgende punten:
- Deze bufferstrook ligt (voor een deel) op een verplichte bufferstrook. De bufferstrook bemest u niet en u gebruikt geen chemische gewasbeschermingsmiddelen.
- De bufferstrook is minimaal 3 en maximaal 12 meter breed.
- Van 15 juli tot 1 oktober is de bufferstrook voor minimaal 25% zichtbaar bedekt met kruiden en vlinderbloemige gewassen.
- De kruiden en vlinderbloemigen zijn gelijkmatig verdeeld over de bufferstrook.
- U beweidt of oogst de bufferstrook niet.
- U mag de bufferstrook wel beheren met maaien en afvoeren.
Zet u bufferstroken in als eco-activiteit? En heeft u minder dan 4% van uw bouwland niet-productief gelaten? Dan krijgt u voor deze eco-activiteit wel de punten, maar niet de waarde, als die activiteit nodig is om te voldoen aan de 4% eis.
Met een bufferstrook met kruiden zorgt u voor meer biodiversiteit en een betere waterkwaliteit.
U heeft een bufferstrook met kruiden langs een perceel met grasland. U houdt rekening met de volgende punten:
- Deze bufferstrook ligt (voor een deel) op een verplichte bufferstrook. De bufferstrook bemest u niet en u gebruikt geen chemische gewasbeschermingsmiddelen.
- De bufferstrook is minimaal 3 en maximaal 12 meter breed.
- Van 15 juli tot 1 oktober is de bufferstrook voor minimaal 25% zichtbaar bedekt met kruiden en vlinderbloemige gewassen.
- De kruiden en vlinderbloemigen zijn gelijkmatig verdeeld over de bufferstrook.
- U beweidt of oogst de bufferstrook niet.
- U mag de bufferstrook wel beheren met maaien en afvoeren.
Zet u bufferstroken in als eco-activiteit? En heeft u minder dan 4% van uw bouwland niet-productief gelaten? Dan krijgt u voor deze eco-activiteit wel de punten, maar niet de waarde, als die activiteit nodig is om te voldoen aan de 4% eis.
Met groene braak zorgt u voor meer biodiversiteit en minder milieubelasting.
Dit zijn de voorwaarden:
- U heeft groene braak op bouwland.
- Uw perceel is voor minimaal 80% zichtbaar bedekt van 15 juli tot 1 september. Door bijvoorbeeld een kruidenmengsel in te zaaien of spontane opkomst.
- U mag in het aanvraagjaar minimaal 9 maanden achter elkaar geen chemische gewasbeschermingsmiddelen en mest gebruiken.
- Blijft uw gewas langer dan 9 maanden staan? Dan mag u na deze periode nog steeds geen chemische gewasbeschermingsmiddelen en mest op dit gewas gebruiken.
- U mag het gewas het hele jaar niet beweiden en niet oogsten.
- Op dit perceel stond vorig jaar geen blijvend grasland.
U kunt deze eco-activiteit ook doen op een akkerrand. Maar niet op een verplichte bufferstrook. De akkerrand is minimaal 3 meter breed.
Zet u groene braak in als eco-activiteit? En heeft u minder dan 4% van uw bouwland niet-productief gelaten? Dan krijgt u voor deze eco-activiteit wel de punten, maar niet de waarde, als die activiteit nodig is om te voldoen aan de 4% eis.
Met landschapselementen zorgt u voor meer biodiversiteit en een aantrekkelijk landschap.
U heeft een lijnvormige heg, haag of struweel op of naast landbouwgrond. Een heg, haag of struweel bestaat uit inheemse struiken aan elkaar en daartussen staan geen bomen. U houdt het element en de vorm ervan het hele jaar in stand door te snoeien wanneer dat nodig is. U mag niet snoeien in het broedseizoen van 15 maart tot en met 15 juli. Maar ook niet als vogels buiten deze periode broeden.
Met landschapselementen zorgt u voor meer biodiversiteit en een aantrekkelijk landschap.
U heeft een houtig element (zoals houtwallen en bomen) op of naast landbouwgrond. Dit is het hele jaar aanwezig, van 1 januari tot en met 31 december. U mag niet snoeien in het broedseizoen van 15 maart tot en met 15 juli. Maar ook niet als vogels buiten deze periode broeden.
Duurzaam bedrijf
Met de eco-activiteiten gaan we samen voor een duurzame landbouw. Is uw bedrijf op 15 mei helemaal Skal-gecertificeerd of in omschakeling? Dan heeft u recht op eco-premie goud. U geeft deze eco-activiteit per perceel op.
Is niet uw hele bedrijf Skal-gecertificeerd of in omschakeling? Dan berekenen we de eco-premie zoals bij niet-biologische bedrijven. U doet op de niet-biologische percelen andere eco-activiteiten. Op uw biologische percelen kunt u ook andere activiteiten doen.
Veelgestelde vragen
Wilt u meer weten? Wij hebben voor u de Veelgestelde vragen over GLB verzameld.
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur