4% niet-productief bouwland (GLMC 8) 2024
Vanaf 2024 is het verplicht om 4% van uw bouwland niet-productief te laten. Dit is één van de conditionaliteiten. Doet u mee aan de eco-regeling of ANLb? Dan kan niet-productieve grond gevolgen hebben voor uw vergoeding.
Laatste aanpassingen op deze pagina
- 16 mei 2024: U mag uw niet-productieve grond na 17 mei niet meer aanvinken in de Gecombineerde opgave. Lees meer over Wijzigingen van uw GLB-aanmelding doorgeven.
- 30 april 2024: Zet u onderzaai die nodig is om de 4% te halen ook in als eco-activiteit? Dan krijgt u hiervoor wel waarde en punten.
- 24 april 2024: De Gecombineerde opgave is aangepast voor de derogatie. Lees hoe u dit kunt aanvinken in de Gecombineerde opgave onder Derogatie aangeven in de Gecombineerde opgave. Of lees het nieuwsbericht Gecombineerde opgave aangepast voor derogatie GLMC 8. Voor ANLb krijgt u ook extra invulmogelijkheden. Lees meer onder Niet-productief bouwland in het ANLb.
Wat is niet-productief bouwland?
Niet-productief bouwland is grond waarop geen landbouwproductie plaatsvindt. In de Gecombineerde opgave noemen we dit niet-productieve grond. U kunt landschapselementen, braakliggende grond, plas-drassen, bufferstroken of akkerranden inzetten als niet-productieve grond. Of andere stroken/randen van gras of kruiden die niet in aanmerking komen voor landbouwproductie.
In de Tabel Gewassen en GLB 2024 ziet u een overzicht welke gewassen en landschapselementen u kunt inzetten voor GLMC 8.
Wat mag wel of niet op niet-productief bouwland?
Op niet-productief bouwland mag u het volgende niet doen:
- beweiden (geldt voor het hele kalenderjaar);
- bemesten;
- oogsten;
- gewasbeschermingsmiddelen of biociden gebruiken.
Laat u een of meer percelen niet-productief? Dan geldt dat u deze percelen minimaal 6 maanden aaneengesloten niet-productief houdt.
Is de minimale braakperiode voorbij? Dan mag u na deze periode in het betreffende kalenderjaar niet het aanwezige gewas oogsten. Ook mag u het aanwezige gewas niet bemesten en geen chemische gewasbeschermingsmiddelen of biociden gebruiken. Het aanwezige gewas dat blijft staan na de braakperiode moet u onderwerken of verwijderen. Daarna mag u weer bemesten en gewasbescherming gebruiken als voorbereiding op een nieuwe teelt. Deze nieuwe teelt mag u weer oogsten.
Normen en vrijstellingen
Voor GLMC 8 houdt u zich onder andere aan deze norm:
- U laat 4% van uw bouwland niet-productief. Zijn dat landschapselementen? Dan moeten deze op of langs bouwland liggen dat u zelf in gebruik heeft. U mag niet-productief bouwland het hele jaar niet beweiden. Een perceel dat vorig jaar blijvend grasland was mag u dit jaar niet inzetten voor niet-productief.
U bent vrijgesteld van de verplichting van 4% niet-productief bouwland als u:
- meer dan 75% van uw bouwland voor bijvoorbeeld grassen of andere kruidachtige voedergewassen, braak en/of vlinderbloemige gewassen gebruikt. Of een combinatie hiervan.
- meer dan 75% van uw landbouwareaal uit blijvend grasland, grassen of andere kruidachtige voedergewassen of natte teelt bestaat. Of een combinatie hiervan.
- een biologische boer bent (met certificatie en niet in omschakeling) en u maximaal 10 hectare bouwland heeft. Alle activiteiten op het bedrijf moeten biologische activiteiten zijn.
Hoe u uw bouwland niet-productief kunt laten
Er zijn 3 mogelijkheden hoe u uw niet-productief bouwland invult:
- 4% invullen met landschapselementen (zie de tabel hieronder) zoals sloten, houtwallen, bomenrijen. De landschapselementen grenzen aan of liggen op bouwland dat u zelf op de peildatum in gebruik heeft. Of u zet bijvoorbeeld akkerranden of bufferstroken in als niet-productieve elementen voor de invulling van 4% niet-productief. Vallen de eco-activiteiten groene braak en/of bufferstrook met kruiden binnen deze 4%? Dan krijgt u hiervoor geen waarde, wel punten.
- U kunt er ook voor kiezen om 3% van uw bouwland niet-productief te laten. U vult de rest tot minimaal 7% aan met de eco-activiteiten die vallen onder niet-productieve grond. U vinkt in de Gecombineerde opgave dan 7% aan als niet-productief bouwland. Heeft u de eco-activiteiten groene braak en/of bufferstrook met kruiden nodig om deze 3% te halen? Dan krijgt u hiervoor geen waarde, wel punten.
- U kunt er ook voor kiezen om minimaal 3% van uw bouwland niet-productief te laten. U vult dit tot 7% aan met stikstofbindende gewassen. Voor het aanvullende percentage stikstofgewassen mag u geen chemische gewasbeschermingsmiddelen en biociden gebruiken. U mag de stikstofbindende gewassen wel begrazen of oogsten. Ook als u 3,5% niet-productief bouwland en 3,5% stikstofbindend gewas inzet. Zet u de stikstofbindende gewassen die nodig zijn om de 7% te halen ook in als eco-activiteit? Dan krijgt u hiervoor geen waarde, wel punten.
Extra invulmogelijkheid voor derogatie
In 2024 is er derogatie op de verplichting van 4% niet-productief bouwland. Wij vullen dit in door u een extra mogelijkheid te geven om aan de verplichting te voldoen. Naast de 3 bestaande mogelijkheden kunt u ook:
- 4% invullen met vanggewassen. Of vanggewassen in combinatie met braakliggende grond, stikstofbindende gewassen en landschapselementen. Hierop mag u geen chemische gewasbeschermingsmiddelen of biociden gebruiken.
De weegfactor van vanggewassen is 1. Bekijk in de Tabel Gewassen en GLB welke gewassen u als vanggewas kunt inzetten. Zet u de stikstofbindende gewassen die nodig zijn om de 4% te halen ook in als eco-activiteit? Dan krijgt u hiervoor geen waarde, wel punten.
Wanneer vanggewassen inzaaien en hoelang laten staan?
Zet u vanggewassen in voor GLMC 8? Dan zaait u de vanggewassen zo snel mogelijk in na de hoofdteelt, aansluitend bij de landbouwkundige praktijk. Onderzaai is toegestaan. Een ingezaaid vanggewas voor GLMC 8 moet blijven staan tot 1 december. Of langer als dit vanuit andere regelgeving verplicht is. Zet u de onderzaai die nodig is om de 4% te halen ook in als eco-activiteit? Dan krijgt u hiervoor wel waarde en punten.
Elementen voor 4% niet-productief
Hieronder ziet u welke niet-productieve elementen en landschapselementen u kunt inzetten voor de invulling van niet-productief bouwland. De weegfactor laat zien hoeveel het landschapselement of niet-productieve element meetelt bij de berekening van het aantal hectare niet-productief bouwland. U vermenigvuldigt het aantal hectare met de weegfactor.
Voldoen de landschapselementen niet aan de afmetingen? Dan is het landschapselement niet subsidiabel en telt het hele landschapselement niet mee voor de 4% niet-productief.
Niet-productieve elementen | Weegfactor | Afmetingen |
---|---|---|
Beheerde akkerranden en groene braak (inzaai) | 1,5 | Rand: minimaal 3 meter en maximaal 20 meter breed. |
Onbeheerde akkerranden, bufferstroken en groene braak (spontaan) | 1 | Rand en bufferstrook: minimaal 0,5 meter en maximaal 20 meter breed. |
Stroken bouwland langs bos | 1 | Maximaal 20 meter breed. Dit is de maximale oppervlakte dat meetelt voor de 4% niet-productief. |
Landschapselementen | Weegfactor | Afmetingen |
---|---|---|
Sloten | 1 | Smaller dan 10 meter (van insteek naar insteek) |
Sloten aan beheerde rand | 2 | Smaller dan 10 meter (van insteek naar insteek) |
Sloten grenzend aan natuurvriendelijke oever | 2 | Smaller dan 10 meter (van 1 meter van de waterlijn naar 1 meter van de waterlijn) |
Sloten grenzend aan flauw talud | 1 | Smaller dan 10 meter (van 1 meter van de waterlijn naar 1 meter van de waterlijn) |
Rietkraag, rietzoom, rietland | 1,5 | Rietzoom wordt tot de sloot gerekend. Als het binnen de grens van insteek naar insteek valt. |
Vijvers, poelen | 1,5 | Oppervlakte tussen 0,001 hectare en 0,5 hectare |
Heggen, hagen, houtsingels, houtwallen, struwelen | 2 | - |
Geïsoleerde bomen, knotbomen | 1,5 | De standaardoppervlakte is 20 m2 per boom. Opgeven van een boom geeft 1 m2. |
Boomgroepen | 1,5 | Maximaal 1,5 hectare |
Natuurvriendelijke oevers | 1,5 | Minimaal 3 meter en maximaal 10 meter breed. En minimaal 25 meter lang. De maximale oppervlakte is 1,5 hectare. |
Tuunwallen | 1 | Maximaal 1,5 hectare |
Kleine wetlands (plas-dras op bouwland) | 1 | Minimaal 0,1 hectare. Vanaf 15 februari staan de kleine wetlands minimaal 2 maanden onder water. En minimaal 5 centimeter boven het maaiveld. |
Zandwallen | 1 | Maximaal 1,5 hectare |
Schouwpaden | 1 | Maximaal 1,5 hectare |
Ruigtes op landbouwpercelen | 1 | Maximaal 1,5 hectare |
Stroken wild gras | 1 | Maximaal 1,5 hectare |
Graften | 1 | Maximaal 1,5 hectare |
Niet-productief bouwland in het ANLb
De extra invulmogelijkheid vanwege de derogatie geldt ook voor het ANLb. Op de pagina Samenhang ANLb, conditionaliteiten en eco-regeling GLB vindt u onder Conditionaliteiten en ANLb een overzicht van de ANLb-pakketten. Hierin staat per ANLb-pakket of u het pakket kunt inzetten als niet-productief bouwland. De extra invulmogelijkheden voor de derogatie ziet u op het derde tabblad.
Wat betekent dit voor de mestplaatsingsruimte
Heeft u percelen opgegeven als niet-productief bouwland? Deze percelen tellen niet mee voor de mestplaatsingsruimte. U leest meer over mest op Landbouwgrond mest uitgelegd.
Hoe niet-productief bouwland opgeven in de Gecombineerde opgave?
In de Gecombineerde opgave vinkt u aan welke invulling u kiest voor niet-productieve grond. En welke percelen u wilt opgeven voor niet-productief bouwland. Geeft u percelen op als niet-productieve grond? U mag dit na 17 mei niet meer aanvinken. Dit is anders dan vorig jaar. Ligt uw perceel braak? Dan moet u ook het vinkje bij Braak zetten.
Derogatie aangeven in de Gecombineerde opgave
Vanaf 23 april 21:00 uur is de Gecombineerde opgave aangepast op de derogatie. Wilt u gebruikmaken van de derogatie? Volg dan deze stappen:
- Open uw opgave (opnieuw). Vink in het onderdeel Grond de optie Derogatie aan bij de vraag “Hoeveel % van uw bouwland laat u niet-productief?”.
- Controleer uw percelen en geef aan waar u braakliggende grond, stikstofbindende gewassen, landschapselementen en vanggewassen invult.
- Vul de rest van de opgave in als u dat nog niet had gedaan. Verstuur deze uiterlijk 15 mei.
Bent u vrijgesteld? Of vult u de 4% niet-productief bouwland in met landschapselementen of braakliggende grond? Dan kunt u gewoon de opgave invullen zoals u gewend bent.
Andere ontwikkelingen in de Gecombineerde opgave kunt u ook volgen op Gecombineerde opgave actueel.
Meer informatie
Voor GLMC 8 houdt u zich aan nog 2 normen. Deze vindt u op Conditionaliteiten 2024.
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur