Het nieuwe GLB: de eco-regeling
In het nieuwe Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) komt de eco-regeling. Door eco-activiteiten uit te voeren helpt u mee aan 5 doelen: het verbeteren van biodiversiteit, bodem en lucht, klimaat, landschap en water. U kiest zelf welke activiteiten passen bij uw bedrijf en percelen.
Aan welke randvoorwaarden moet ik voldoen? En kan ik ook meedoen aan het ANLb? Lees meer over de Samenhang tussen eco-regeling, conditionaliteiten en ANLb. En hoe kan ik regelingen stapelen? Luister naar podcast 6: Het stapelen van regelingen.
Het nieuwe GLB is nog in ontwikkeling. U kunt daarom geen rechten ontlenen aan deze pagina.
De Simulatietool
Met de Simulatietool krijgt u een idee van de eco-activiteiten die u kunt doen om punten te halen. U ziet welke activiteiten goed passen bij uw bedrijf. Het is een hulpmiddel. Op dit moment is een pilot van de Simulatietool bezig. 500 deelnemers testen de tool en laten weten hoe ze het ervaren. Daarna is de tool beschikbaar voor iedereen. Maar vanaf oktober is de nieuwste versie van de Simulatietool beschikbaar.

Voorlopig overzicht eco-activiteiten
U voert de eco-activiteiten uit op uw percelen. Met deze lijst krijgt u een eerste indruk van de activiteiten. Later in 2022 maken we de definitieve activiteiten en voorwaarden bekend. Dan ziet u ook welke gewassen u precies kunt telen. En welke eco-activiteiten u met elkaar kunt combineren.
1. Gras/klaver
Met het zaaien van gras of klaver hoeft u minder of geen kunstmest meer te gebruiken. Op minimaal 30% van uw grasland staat klaver tussen 1 april en 1 oktober. Uw percelen zijn zichtbaar bedekt en u verdeelt de klaver gelijkmatig over het perceel.
2. Grasland met kruiden
Grasland met kruiden zorgt voor een diepere doorworteling en een betere bodemstructuur. En voor diversiteit in ruwvoer. Op minimaal 30% van uw grasland staan kruiden tussen 1 april en 1 oktober. Uw percelen zijn zichtbaar bedekt en u verdeelt de kruiden gelijkmatig over het perceel.
3. Langjarig grasland
Met langjarig grasland bouwt u organische stoffen op. Dit is goed voor de bodemstructuur. U heeft blijvend grasland (gras dat meer dan 5 jaar op het land staat) van 1 januari tot en met 31 december. Uw percelen zijn zichtbaar bedekt en u ploegt het land niet.
4. Meerjarige teelt
Door de teelt van meerjarige gewassen geeft u uw bodem meer rust, meer organische stof en een betere bodemstructuur. U teelt twee jaar op rij een gewas als hoofdteelt. In tussentijd mag u er geen ander gewas op telen. Uw percelen zijn zichtbaar bedekt. Deze activiteit telt pas vanaf het 2e jaar mee voor de eco-regeling.
5. Natte teelt
Met natte teelt zorgt u voor minder CO2-uitstoot en meer biodiversiteit. Natte teelt is geschikt voor gebieden met een hogere grondwaterstand, zoals veengebieden. Uw percelen zijn zichtbaar bedekt en u oogst minstens één keer per jaar.
6. Rustgewas
Door de teelt van een rustgewas verbetert u de bodemstructuur. Het zorgt voor meer organische stoffen en vocht in uw bodem en minder gewasziektes. U teelt een rustgewas op perceelsniveau in een rotatie van minimaal 1 op 3. Dit betekent dat u minstens één keer in de 3 jaar een rustgewas als hoofdteelt heeft op het perceel. Uw percelen zijn zichtbaar bedekt en u mag oogsten, maaien of beweiden.
7. Stikstofbindend gewas/eiwitgewas
U teelt een eiwitgewas voor een vruchtbare bodem, meer stikstofopname en een betere biodiversiteit. Uw percelen zijn zichtbaar bedekt.
8. Strokenteelt
U teelt uw gewassen in stroken voor minder gewasbeschermingsmiddelen en meer biodiversiteit. U teelt minimaal 5 gewassen als hoofdteelt op één perceel. U doet dit in minimaal 5 stroken van 3 tot 24 meter breed. Stroken met niet-productieve elementen zijn toegestaan, behalve sloten. Blijvend grasland kunt u ook niet inzetten als strook.
9. Vroeg oogsten rooigewas (uiterlijk 31 augustus)
Door uw rooigewas vroeg te oogsten kunt u uw bodem beter bewerken met minder structuurbederf. Door een vanggewas vroeg in te zaaien kan het zich beter ontwikkelen. Uw percelen zijn zichtbaar bedekt en u oogst het gewas uiterlijk 31 augustus.
10. Vroeg oogsten rooigewas (uiterlijk 31 oktober)
Door uw rooigewas vroeg te oogsten kunt u uw bodem beter bewerken met minder structuurbederf. Uw percelen zijn zichtbaar bedekt en u oogst het gewas uiterlijk 31 oktober.
11. Groenbedekking
Met het bedekt houden van uw percelen verhoogt u het organisch stofgehalte en verbetert de bodemkwaliteit. U houdt uw percelen van 1 januari tot 1 maart zichtbaar bedekt. Dit doet u met de vanggewassen die u laat staan van het jaar daarvoor. Dus ook met de vanggewassen van 2022. U werkt het vanggewas met machines onder en u mag deze vooraf niet doorspuiten.
12. Onderzaai vanggewas
Door onderzaaien kunnen uw vanggewassen zich beter ontwikkelen. Direct na de oogst van de hoofdteelt zijn uw percelen zijn zichtbaar bedekt met vanggewassen. Dit blijft zo tot minimaal 1 december.
13. Biologische bestrijding
Door biologische bestrijding beschermt u het milieu. U doet op contractbasis aan biologische bestrijding, zoals steriele mannetjes en nematoden. Over deze activiteit volgt nog meer informatie.
14. Verlengde weidegang (1500 uur)
Door koeien langer te laten weiden zorgt u voor minder ammoniakemissie. Ook verbetert u de kwaliteit van het landschap. Uw melkkoeien weiden minimaal 1500 uur per jaar. Uiterlijk 1 mei beginnen uw koeien met weiden. Dit doen ze minimaal 180 dagen. Ze weiden in het voorjaar, de zomer en het begin van de herfst.
15. Verlengde weidegang (3000 uur)
Uw melkkoeien weiden minimaal 3000 uur per jaar. Uiterlijk 1 mei beginnen uw koeien met weiden. Minimaal 180 dagen. En ze weiden in het voorjaar, de zomer en het begin van de herfst. Zowel dag als nacht.
16. Bufferstrook met kruiden (langs bouwland)
U heeft minimaal van 1 april tot 1 oktober een bufferstrook met kruiden langs uw natte sloot. U bemest de bufferstrook niet en gebruikt geen middelen om de gewassen te beschermen. Ook deze activiteit sluit aan bij het 7e Nitraat Actieprogramma (NAP).
17. Bufferstrook met kruiden (langs grasland)
Met een bufferstrook met kruiden zorgt u voor meer biodiversiteit en een betere waterkwaliteit. U heeft minimaal van 1 april tot 1 oktober een bufferstrook met kruiden langs uw natte sloot. U bemest de bufferstrook niet en gebruikt geen middelen om de gewassen te beschermen. Deze activiteit sluit aan bij het 7e Nitraat Actieprogramma (NAP).
18. Groene braak
Met groene braak zorgt u voor meer biodiversiteit en minder milieubelasting. U heeft groene braak als hoofdteelt op een niet-productieve akker of akkerrand. De akkerrand is minimaal 3 meter breed. Uw percelen zijn zichtbaar bedekt. U laat de groene braak minimaal 6 maanden staan in de periode van 15 maart tot 15 november. U mag geen chemische onkruidbestrijding, bemesting en gewasbeschermingsmiddelen gebruiken. U mag niet beweiden en niet oogsten.
19. Houtig element (heg, haag, struweel)
Met landschapselementen zorgt u voor meer biodiversiteit en een aantrekkelijk landschap. U heeft een heg, haag of struweel op uw niet-productieve landbouwgrond. U houdt het element en de vorm ervan het hele jaar in stand, van 1 januari tot en met 31 december.
20. Houtig element (overige houtige elementen)
U heeft een houtig element (zoals houtwallen en bomen) op uw niet-productieve landbouwgrond. Deze is het hele jaar aanwezig, van 1 januari tot en met 31 december. Het houtige element is geen heg, haag of struweel. Kijk daarvoor bij de eco-activiteit hierboven.
21. Biologisch bedrijf (SKAL)
Met de eco-activiteiten gaan we samen voor een duurzame landbouw. Is uw bedrijf SKAL-gecertificeerd of in omschakeling? Dan bent u vrijgesteld van de eco-activiteiten en heeft u sowieso recht op de eco-premie.

Het puntensysteem
U kunt voor 2023 kiezen uit 21 eco-activiteiten. Later maken we bekend welke daar voor 2024 bij komen. Elke eco-activiteit staat gelijk aan een aantal punten. U moet een minimaal aantal punten halen op de verschillende doelen (biodiversiteit, bodem en lucht, klimaat, landschap en water). Scoort u op alle 5 doelen voldoende punten? Dan mag u meedoen aan de eco-regeling.
Ook heeft elke eco-activiteit een bepaalde waarde. De totale waarde bepaalt welke eco-premie (brons, zilver of goud) u krijgt. De drempelwaarde daarvoor berekent u zo:
- Brons: € 60 x totaal aantal hectare
- Zilver: € 100 x totaal aantal hectare
- Goud: € 200 x totaal aantal hectare
U kiest de eco-premie die bij u past. Valt u bijvoorbeeld in brons, maar wilt u zilver of goud halen? U kiest zelf eco-activiteiten die u helpen om de drempelwaarde voor zilver of goud te halen.
Om de eco-premie te krijgen moet u met uw eco-activiteiten voldoende punten op de doelen én de drempelwaarde halen.
Hoe werkt het puntensysteem? In deze video laten we u precies zien hoe het werkt. Of klik op Eco-regeling in beeld om een voorbeeld te bekijken. Ook agrariërs vertellen over het puntensysteem in podcast 2, 3 en 4.
Punten en waarde per eco-activiteit
Punten/ha | Waarde/ha | ||||||
Hoofdteelt | Klimaat | Bodem en lucht | Water | Landschap | Biodiversiteit | Groep 1 | Groep 2 |
Gras/klaver | 4 | 4 | 0 | 1 | 1 | € 28,- | € 28,- |
Grasland met kruiden | 2 | 4 | 1 | 3 | 1 | € 181,- | € 181,- |
Langjarig grasland | 4 | 4 | 3 | 1 | 0 | € 91,- | € 91,- |
Meerjarige teelt | 4 | 4 | 4 | 1 | 1 | € 302,- | € 612,- |
Natte teelt | 3 | 0 | 0 | 1 | 2 | - | - |
Rustgewas | 4 | 4 | 4 | 2 | 2 | € 105,- | € 60,- |
Stikstofbindend gewas/eiwitgewas | 3 | 2 | 0 | 1 | 1 | € 1.995,- | € 2.308,- |
Strokenteelt | 0 | 2 | 2 | 2 | 2 | € 217,- | € 215,- |
Vroeg oogsten rooigewas (uiterlijk 31 augustus) | 2 | 2 | 4 | 1 | 1 | € 603,- | € 492,- |
Vroeg oogsten rooigewas (uiterlijk 31 oktober) | 0 | 3 | 0 | 0 | 0 | € 176,- | € 177,- |
Bodemgewas | |||||||
Groenbedekking | 2 | 3 | 3 | 1 | 1 | - | € 440,- |
Onderzaai vanggewas | 2 | 1 | 1 | 1 | 1 | € 151,- | € 148,- |
Teeltmaatregelen | |||||||
Biologische bestrijding | 0 | 4 | 2 | 1 | 2 | € 85,- | € 85,- |
Veemaatregelen | |||||||
Verlengde weidegang (1500 uur) | 2 | 3 | 0 | 2 | 1 | € 43,- | € 43,- |
Verlengde weidegang (3000 uur) | 3 | 4 | 0 | 2 | 2 | € 43,- | € 43,- |
Niet-productief landbouwgrond | |||||||
Bufferstrook met kruiden (langs bouwland) | 2 | 4 | 4 | 30 | 60 | € 953,- | € 1.004,- |
Bufferstrook met kruiden (langs grasland) | 0 | 0 | 3 | 30 | 60 | € 548 | € 548 |
Groene braak | 2 | 4 | 0 | 10 | 40 | € 2.853,- | € 3.946,- |
Houtig element (heg, haag, struweel) | 4 | 2 | 0 | 40 | 60 | € 4.016,- | € 4.016,- |
Houtig element (overige houtige elementen) | 4 | 2 | 0 | 40 | 60 | - | - |
Duurzaam bedrijf | |||||||
Biologisch bedrijf (SKAL) | 4 | 4 | 2 | 1 | 2 | € 200,- | € 200,- |

Regio's in groep 1
- Veenkoloniën en Oldambt
- Oostelijke beekdalen en ontginningen
- Zuidelijke beekdalen en ontginningen
Regio's in groep 2
- Bouwhoek en Hogeland
- Noordelijk Weidegebied
- Flevopolders
- Westelijk Holland
- Zuidwestelijke Delta en Rivieren
Op dit moment ziet u alleen de waarde van groep 2 in de pilot van de Simulatietool. Wij geven zo snel mogelijk meer uitleg over de regio’s en de bijbehorende punten en waarde.
Vragen over de eco-regeling?
- Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit