Mestverwerkingsplicht veehouder
Elk jaar berekent u hoeveel dierlijke mest, stikstof en fosfaat u mag gebruiken. Produceren uw dieren meer fosfaat? Dan heeft u een bedrijfsoverschot en moet u een deel van de mest laten verwerken. Hiervoor sluit u contracten af. Soms kunt u vrijstelling krijgen van de verwerkingsplicht of kunt u er een deel van afhalen.
Bereken uw bedrijfsoverschot
Wanneer uw dieren meer fosfaat produceren dan u mag gebruiken, verwerkt u een deel van de mest. Of u een bedrijfsoverschot heeft berekent u zo:
De verwachtte fosfaatproductie - De gebruiksruimte fosfaat op uw landbouwgrond - De gebruiksruimte fosfaat op uw natuurgrond
Hoe u de gebruiksruimte berekent leest u op Hoeveel fosfaat landbouwgrond en Hoeveel mest andere grond.
Komt u uit op een positief getal? Dat betekent dat uw dieren meer fosfaat hebben geproduceerd dan u mag gebruiken op uw grond. U heeft dus een bedrijfsoverschot en moet een deel van de mest laten verwerken. Heeft u geen bedrijfsoverschot? Dan hoeft u niets te doen.
Hoeveel verwerken
Als u een bedrijfsoverschot heeft, verwerkt u een deel van de mest. Hoeveel hangt af van de regio waarin uw bedrijf ligt. Aan het eind van het jaar moet dit deel zijn verwerkt. De percentages worden elk jaar opnieuw bepaald. Welk percentage voor uw bedrijf telt ziet u in deze tabel:
Regio | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|
Zuid | 59% | 59% | 59% |
Oost | 52% | 52% | 52% |
Overig | 10% | 10% | 10% |
Wilt u de percentages voor de mestverwerkingsplicht van eerdere jaren weten? U vindt deze in het Boetebeleid Meststoffenwet op Controle en handhaving.
Er zijn 2 regio’s waar gemiddeld meer mest wordt geproduceerd dan in de rest van Nederland. Dit zijn concentratiegebied Zuid en concentratiegebied Oost. Wilt u weten of uw bedrijf in een concentratiegebied ligt? Kijk in het Overzicht gemeenten per concentratiegebied. Hierin staan ook de grenzen van de gebieden.
Heeft uw bedrijf productielocaties in verschillende regio’s? Dan houdt u zich aan het hoogste percentage.
Verwerken met rVDM61, DPO en VVO
Er zijn 3 manieren waarop u kunt voldoen aan de mestverwerkingsplicht:
- realtime Vervoersbewijs dierlijke mest (rVDM) met opmerkingscode 61
- Driepartijenovereenkomst (DPO)
- Vervangende verwerkingsovereenkomst (VVO)
U maakt in alle gevallen vooraf afspraken met andere partijen. En u zorgt ervoor dat u het juiste contract kiest, de juiste gegevens invult en het op tijd opstuurt. Zo voldoet u aan de mestverwerkingsplicht. Lees meer op Contracten mest verwerken.
Heeft u een Melkvee Fosfaat Overschot (MFO) en moet u verwerken? Dan houdt u zich aan dezelfde regels als voor de Mestverwerkingsplicht. Lees meer op Verantwoorde groei melkvee.
Wanneer hoeft verwerken niet
Soms hoeft u helemaal niks te verwerken. En soms hoeft u een deel niet te verwerken.
Verwerken hoeft helemaal niet
In deze situaties hoeft u niet te verwerken, ook al heeft u wel een bedrijfsoverschot:
Drempelwaarde
Is het deel dat u moet verwerken minder dan 100 kilogram fosfaat? Dan hoeft u de mest niet te verwerken. Heeft u bijvoorbeeld een overschot van 900 kilogram en 10% verwerkingsplicht? Dan is het deel dat u moet verwerken 90 kilogram. Verwerken hoeft niet.
Regionale mestafzetovereenkomst
Als u uw hele bedrijfsoverschot direct naar een of meer landbouwbedrijven uit de regio afvoert, dan hoeft u de mest niet te verwerken. U houdt zich dan aan 5 voorwaarden:
- Uw bedrijfsoverschot is dit jaar niet meer dan 25% van uw hele mestproductie.
- De locatie waar u de mest naartoe brengt ligt niet verder dan 20 kilometer van uw productielocatie.
- De afnemer gebruikt de mest direct op zijn landbouwgrond (en slaat deze niet eerst op).
- U maakt vooraf een Regionale mestafzetovereenkomst (RMO) met een landbouwer en u bewaart deze in elk geval 5 jaar in uw administratie.
- U vult op het rVDM opmerkingscode 71 in.
Afvoer strorijke mest
Als u strorijke mest heeft, hoeft u deze niet te verwerken. U heeft strorijke mest als uw stal voor in elk geval twee derde is ingestrooid met stro. En u minimaal 90% van uw dieren in uw stal houdt. U bepaalt de 90% door de hoeveelheid fosfaat die de dieren op uw bedrijf produceren. Er is één voorwaarde:
- U vult op het rVDM opmerkingscode 73 in. Dit geldt ook voor de afvoer van mest waar geen stro in zit.
Deze regel telt ook:
- voor gemengde bedrijven met verschillende diersoorten;
- voor bedrijven waar dieren een dagdeel of een deel van het jaar buiten staan.
Deel hoeft niet verwerkt
In deze situaties kunt u de mest die u afvoert van uw verwerkingsplicht afhalen. Het deel dat u overhoudt laat u dan nog wel verwerken.
Afvoer paarden-, pony- en pluimveemest naar een champignonsubstraatbereider
Voert u mest van paarden, pony’s of pluimvee af naar een bedrijf dat champignonsubstraat klaarmaakt? Dan telt alleen het deel fosfaat uit de paarden-, pony- of pluimveemest mee voor de vrijstelling. Voert u een mengsel af waar ook mest van andere dieren in zit? Bijvoorbeeld: u voert een mengsel af van mest van varkens en pluimvee. Alleen het deel fosfaat uit de pluimveemest telt dan mee voor de vrijstelling. Er is één voorwaarde:
- U vult op het rVDM opmerkingscode 72 in.
Afvoer naar biologisch bedrijf
Heeft u een biologisch bedrijf en brengt u uw overschot naar een ander biologisch bedrijf? En zijn beide bedrijven gecertificeerd door SKAL? Dan mag u de afgevoerde mest van uw mestverwerkingsplicht afhalen. De mest moet gebruikt worden op het ontvangende biologische bedrijf.
Afvoer naar grenspercelen
Voert u fosfaat af naar eigen grond in het buitenland (grenspercelen)? Dan mag u die fosfaat afhalen van de mest die u moet verwerken. Dit kan als:
- een perceel in Duitsland niet verder dan 20 km van de Nederlandse grens ligt;
- een perceel in België niet verder dan 25 km van de Nederlandse grens ligt;
- het perceel van u is of u een pachtcontract heeft afgesloten. Grond in het Vlaamse deel van België is geregistreerd bij de Vlaamse mestbank;
- u opmerkingscode 13 invult op het rVDM.
Doorgeven in de Gecombineerde opgave
In de Gecombineerde opgave beantwoordt u vragen over de verwerking van mest. Dit doet u onder het kopje Mestverwerking. U geeft onder andere door of er dierlijke mest op uw bedrijf is verwerkt.
Controle en handhaving
U berekent elk kalenderjaar hoeveel kilogrammen fosfaat u moet laten verwerken. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en wij controleren of u aan de mestverwerkingsplicht heeft voldaan. Heeft u een deel van uw mestoverschot niet of niet helemaal laten verwerken? Dan betaalt u een boete van € 11 voor elke kilogram te veel fosfaat.
Zorg ervoor dat u steeds goed weet hoeveel fosfaat er op uw bedrijf wordt geproduceerd in een kalenderjaar. Zo weet u of u mest moet verwerken en of dit genoeg is. Bewaar de overeenkomsten die u heeft afgesloten.
Veelgestelde vragen
Wilt u meer weten? Wij hebben voor u de veelgestelde vragen over de mestverwerkingsplicht voor veehouders verzameld.
Niks. Als u geen dieren houdt, heeft u geen mestverwerkingsplicht.
Nee, bij de mestverwerkingsplicht gaat u alleen uit van fosfaat. De reden hiervoor is dat de hoeveelheid fosfaat niet verandert onder invloed van omgevingsfactoren en mestmanagement. Dat is bij stikstof wel zo.
Nee, de mestverwerkingsplicht is alleen voor de mest die u op uw eigen bedrijf produceert. Aangevoerde mest telt niet mee voor de berekening van uw bedrijfsoverschot.
Nee, het hangt af van de diersoorten die u houdt en van de soorten die de andere veehouder houdt.
Bedrijf met pluimvee
Houdt u vooral pluimvee (kippen, kalkoenen)? Dan kunt u alleen een Vervangende verwerkingsovereenkomst (VVO) afsluiten met een veehouder die ook vooral pluimvee houdt.
Bedrijf met koeien of varkens
Houdt u koeien of varkens? Dan kunt u een VVO afsluiten met alle veehouders behalve pluimveehouders.
Bedrijf met pluimvee én koeien of varkens
Het gaat dan om de hoeveelheid fosfaat (in kilogrammen) in de dierlijke mest. Komt meer dan de helft van het fosfaat uit pluimvee? Dan kunt u alleen een VVO afsluiten met pluimveehouders. Komt meer dan de helft van het fosfaat uit koeien of varkens? Dan kunt u een VVO afsluiten met alle soorten veehouders, behalve met pluimveehouders.
Bij bedrijven die meer dan 50% mest van kippen en kalkoenen produceren, is mestverwerking al gewoon. Het is niet de bedoeling dat andere bedrijven hun mestverwerkingsplicht overdragen aan kippen- en kalkoenbedrijven om op die manier aan hun plicht te voldoen. De mestverwerkingsplicht helpt dan niet om mestverwerking op gang te brengen voor de landbouwers die meer dan 50% mest van andere diersoorten produceren. Juist bij die bedrijven is de druk op de gebruiksnormen hoog en zijn de vervoerskosten hoog. Daardoor is de kans op fraude groot.
U spreekt een hoeveelheid fosfaat in kilogram af die uw buurman voor u gaat verwerken. Dat kan uw hele mestverwerkingsplicht zijn, maar het kan ook maar een deel zijn.
Nee, uw buurman neemt uw mestverwerkingsplicht over in kilogram fosfaat.
Uw buurman (de overnemende veehouder) moet de afgesproken hoeveelheid dierlijke mest (in kilogram fosfaat) laten verwerken. Dit doet hij met de dierlijke mest die op zijn bedrijf geproduceerd is.
Nee, dat kan niet. U mag alleen een VVO afsluiten op basis van uw eigen mest en hoeveel u daarvan moet laten verwerken. Als u een vrijstelling heeft, verwerkt u ook geen mest voor de mestverwerkingsplicht. En kunt u dus geen VVO afsluiten. U hoeft niet per se mee te doen aan een vrijstelling. U kiest voor verwerken of voor een vrijstelling.
Voorbeeld: een geitenbedrijf met 100% strorijke mest:
Productie: 10.000 kg
Fosfaatruimte: 2.000 kg
Bedrijfsoverschot: 8.000 kg
Verwerkingspercentage: 10%
Als u kiest voor de vrijstelling strorijke mest, vult u opmerkingscode 73 in op het rVDM bij afvoer van mest. Zo bent u vrijgesteld.
Als u niet meedoet met de vrijstelling, moet u 800 kilogram fosfaat verwerken. In dat geval kunt u ook een rVDM61, DPO of VVO afsluiten en een plicht overnemen van iemand anders.
Daar zijn geen regels voor. Het is wel belangrijk dat beide partijen de overeenkomst ondertekenen en in hun eigen administratie bewaren. In de overeenkomst staat in elk geval:
- relatienummer en NAW van beide partijen;
- de rol van elke partij (leverancier of afnemer);
- hoeveel kilogram fosfaat de leverancier levert aan de afnemer;
- het jaar van de overeenkomst.
Noteer in uw eigen administratie dat de RMO’s ingetrokken zijn. U hoeft hiervoor geen wijzigingsverzoek naar ons te sturen.
Bereken vervolgens uw mestverwerkingsplicht (opnieuw). U kunt aan uw mestverwerkingsplicht voldoen met een rVDM61, een VVO of DPO. Lees meer op Contracten mest verwerken.
Voor een deel. Het deel dat u naar uw grenspercelen brengt, hoeft u niet te verwerken. U moet dan wel de mest in hetzelfde kalenderjaar nog naar uw grenspercelen brengen. Lees alle voorwaarden op Mestverwerkingsplicht veehouder.
Uw grond in België en Duitsland telt u niet mee voor de berekening van uw bedrijfsoverschot. Als u een overschot heeft, kunt u deze mest wel naar uw grenspercelen brengen. U hoeft dat deel niet te verwerken als u dit in hetzelfde kalenderjaar doet. En als uw percelen niet verder dan 20 kilometer (België) of 25 kilometer (Duitsland) van de grens liggen.
Deze gegevens:
- Het beheersregime van uw percelen natuurgrond met de hoofdfunctie natuur.
- Het vervoer dat is gedaan voor de mestverwerkingsplicht.
- De afgesloten contracten (rVDM61, VVO, DPO of RMO) en voor hoeveel dierlijke mest de contracten zijn afgesloten.
Bewaar alle documenten in elk geval 5 jaar.
U hoeft niets te doen. Biologische veehouders zijn vrijgesteld van de mestverwerkingsplicht. En vanaf 1 januari 2025 verruimt deze vrijstelling. U hoeft vanaf dan uw mestoverschot niet af te voeren in het jaar van productie.
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur