WIS: Bereken uw subsidie
Vraagt u subsidie aan voor de aanleg van een energie-efficiënt warmtenet? U ontvangt maximaal 30% subsidie van het totaalbedrag van de investeringskosten die onder deze subsidie vallen. Middelgrote bedrijven krijgen maximaal 40%, kleine bedrijven 50%. Zo kan de investering er mogelijk toch uit voor u als ondernemer. Op deze pagina leest u hoe dit werkt.
Hoeveel subsidie krijgt u?
De maximale hoogte van uw subsidie is 30% van de kosten van uw investering die onder deze subsidie vallen (subsidiabele investeringskosten).
Daarbij geldt dat:
- de subsidie niet hoger is dan 30% van de subsidiabele investeringskosten;
- middelgrote bedrijven 10 procentpunten extra subsidie krijgen;
- kleine bedrijven 20 procentpunten extra subsidie krijgen.
- de subsidie voor het wijkdistributienet niet hoger is dan € 7.000 x het aantal kleinverbruikersaansluitingen voor bestaande gebouwen. De maximale hoogte van de subsidie is inclusief de loonkosten en kosten derden.
- de subsidie voor het primaire warmtenet en/of de thermische opslag niet hoger is dan € 4.000 x het aantal kleinverbruikersaansluitingen voor bestaande gebouwen. Ook hier geldt dat de maximale hoogte van de subsidie inclusief loonkosten en kosten van andere partijen (derden) is.
De grens die u als eerste bereikt, is het maximale subsidiebedrag dat u ontvangt. En in alle gevallen geldt: u ontvangt niet meer dan € 30.000.000 voor een investeringsproject.
Welke kosten nemen wij mee in de berekening?
Wij nemen alleen de kosten mee die onder de subsidie vallen. Hieronder ziet u voor welke kosten u wel en geen subsidie krijgt.
Waarvoor krijgt u subsidie?
- Kosten voor de bouw van het energie-efficiënte warmtenet, zoals de aanneemsom en projectmanagement voor de aanleg van het warmtenet;
- Kosten die u activeert als investering in het warmtenet op uw balans;
- Loonkosten (maximaal € 65 per uur). Het gaat dan alleen om loonkosten die direct te maken hebben met de bouw van het warmtenet. En die u als investering in het warmtenet activeert;
- Kosten die u maakt tijdens de projectperiode;
- Kosten die u zelf maakt en betaalt. En dus niet de kosten die andere partijen in dit project maken;
- Kosten voor het primaire, en het secundaire net. Het primaire net is het net dat de warmte van de warmtebron via overdrachtstations naar het secundaire net brengt. Het secundaire net brengt de warmte uiteindelijk naar de gebouwen en woningen;
- Kosten voor warmteoverdrachtstations;
- Kosten voor bewezen thermische opslagtechnieken die warmte leveren aan uw aan te leggen warmtenet. Bewezen opslagtechnieken zijn thermische opslagsystemen of –technieken waarvan bewezen is dat ze werken. En die we al veel gebruiken in Nederland.
- Juridische kosten, zoals advies voor het indienen van een aanvraag van een vergunning. En adviescontracten met aannemers voor de aanleg van het warmtenet;
- Kosten voor de aanbesteding en inkoop;
- Kosten voor omgevingsmanagement gericht op de bouw van het warmtenet, zoals het regelen van de wegafsluiting, en afstemming over het riool en andere leidingen;
- Kosten voor vooronderzoek voor bomen, archeologie, bodemverontreiniging en explosieven;
- Kosten voor engineering en ontwerpkosten.

- Bij individuele kleinverbruikersaansluitingen: de investeringen tot en met de nieuwe afleverset. Soms kunt u een warmtepomp plaatsen die de rol van de afleverset heeft. U kunt subsidie krijgen voor de kosten voor de onderdelen van de afleverset. In de afbeelding vallen de grijze onderdelen niet onder de subsidie. De grijze onderdelen zijn het gebouw, de radiatoren, de leiding tussen de radiator en de afgifteset;

- Bij appartementen: kosten voor de leidingen tot en met de nieuwe afleverset. Hierbij is het belangrijk dat elk appartement een eigen nieuwe afleverset moet krijgen. Ook als deze in het gebouw ligt. In de afbeelding vallen de grijze onderdelen niet onder de subsidie;

- Bij blokaansluitingen: kosten tot aan de gevel. Kosten vanaf de gevel, vallen bij blokaansluitingen niet onder de subsidie. In de afbeelding vallen de grijze onderdelen niet onder de subsidie.
Waarvoor krijgt u geen subsidie?
- Kosten voor onderdelen van het warmtenet die u alleen aanlegt voor nieuwbouw, grootverbruikersaansluitingen (groter dan 100 kW) of het leveren van proceswarmte;
- Kosten voor de administratie, projectcontroller en kostencalculaties;
- Kosten voor het werven van klanten/aansluitingen;
- Juridische kosten, zoals kosten voor het oplossen van geschillen, organisatiestructuur en financiering;
- Financieringskosten, zoals afsluitprovisie en uren die u maakt voor het krijgen van de financiering;
- Financieringslasten. Dit zijn rentekosten en risico-opslag;
- Kosten die u maakt voor omgevingsmanagement dat niet gericht is op de bouw van het warmtenet, zoals participatie en informatieavonden voor het krijgen van klanten;
- Kosten voor communicatie die niet gaat over de bouwwerkzaamheden;
- Kosten voor coördinatie voor Veiligheid, Welzijn, Gezondheid en Milieu (VGWM) die niet gericht is op de bouwplaats;
- Kosten voor accountmanagement met stakeholders of aandeelhouders;
- Kosten voor algemene ondersteunende werkzaamheden, zoals secretariële ondersteuning;
- Loonkosten die vooraf niet ingeschat zijn;
- Kosten voor projectmanagement en het verspreiden van kennis;
- Kosten voor de warmtebron;
- Kosten voor warmtepomp(en);
- Kosten voor binneninstallatie(s) na de afleverset.
- Kosten achter de gevel bij een gebouw met een blokaansluiting, om het aan te sluiten op het warmtenet.
Welke opbrengsten nemen wij mee in de berekening?
In uw subsidieaanvraag onderbouwt u de opbrengsten. Hieronder leest u hoe en waar u dit doet:
In ons model Exploitatieberekening geeft u aan hoe hoog de verwachte bijdrage is die de gebouweigenaar betaalt.
De hoogte van deze bijdrage onderbouwt u in uw projectplan. Laat daarbij bijvoorbeeld zien hoe u op dit bedrag gekomen bent. Ook laat u zien of dit leidt tot een voldoende aantrekkelijk aanbod voor de gebouweigenaren die u aan wilt sluiten.
In deze subsidieregeling is een standaardwaarde voor vastrecht en warmtetarieven opgenomen op basis van het tarievenbesluit warmte 2025 van de Autoriteit Consument & Markt (ACM).
U kunt in uw project rekenen met lagere tarieven aan verbruikers. Bijvoorbeeld omdat in uw project bij huurwoningen een deel van het vastrecht wordt afgekocht met een hogere aansluitbijdrage (in het kader van de startmotorafspraken). Als u uitgaat van lagere tarieven, moet u dat onderbouwen in dit projectplan.
De warmtevraag van de gebouwen die u aansluit, bepaalt mede de opbrengsten van het project. U onderbouwt de warmtevraag in het projectplan, en geeft daarbij aan hoe u dit heeft onderzocht.
Ontvangt u nog andere subsidies van het Rijk? Of leveren andere overheden een bijdrage aan het project? Geef dit dan aan. Er kan namelijk sprake zijn van een optelsom van subsidies. U geeft dit aan in het projectplan en de mijlpalenbegroting. Het kan gaan om een subsidie, maar ook om een garantiestelling of een lening onder gunstige voorwaarden. Wij beoordelen of dit invloed heeft op de kosten die vallen onder deze subsidie. Als dit zo is, verminderen wij het bedrag van uw subsidie.
Andere overheden kunnen zijn:
- gemeenten
- provincies
- Europese instellingen
U mag deze subsidie aanvragen in combinatie met SDE++-subsidie
Het aanvragen van SDE++-subsidie heeft geen gevolgen voor de hoogte van uw WIS-subsidie. Niet bij de goedkeuring en ook niet bij de vaststelling. De WIS heeft andersom soms wel gevolgen voor de SDE++-subsidie. Een jaar nadat u de installatie in gebruik neemt, doen we bij de SDE++ een zogenaamde MSK-toets. Daarmee bekijken we hoeveel steun het project op basis van Europese regelgeving maximaal mag ontvangen. Ontvangt u teveel steun? Dan passen wij de SDE++-subsidie aan.
U mag deze subsidie aanvragen in combinatie met SAH-subsidie
Het aanvragen van SAH-subsidie heeft geen gevolgen voor de hoogte van uw WIS-subsidie. De WIS heeft andersom ook geen gevolgen voor de hoogte van de SAH-subsidie. Eerder had de afgesproken vergoeding in de aansluitovereenkomst invloed invloed op de onrendabele top (het deel van de investering dat zich niet terugverdient). In de aanvraagronde van de WIS in 2025 geldt nu een vast percentage van de investeringskosten die u vergoed krijgt met de subsidie. Zorg er wel voor dat de eenmalige aansluitbedragen in de exploitatieberekening voor de WIS overeenkomen met de SAH-aanvraag.
Hoe passen wij uw subsidie aan bij wijzigingen?
Als u een wijziging aan ons doorgeeft, kan dit invloed hebben op de hoogte van uw subsidie. U ontvangt nooit meer subsidie dan het subsidiebedrag in de eerste beoordeling. Ook ontvangt u nooit meer subsidie dan het subsidiebedrag dat staat in de brief waarin wij uw subsidie goedkeuren (subsidiebeschikking).
Hoe berekenen wij uw nieuwe subsidiebedrag voor welke wijziging?
- Voert u een deel van het project niet uit? Dan verminderen wij de subsidie met hetzelfde deel. Dit doen we op basis van de kosten van de activiteiten die u niet uitvoerde, maar die wel bekend waren bij uw aanvraag.
- Zijn de kosten lager dan de kosten die u begrootte? Dan verminderen wij de subsidie met hetzelfde deel. Dit doen wij op basis van het verschil tussen de begrootte en de werkelijke kosten.
Hoe stellen wij uw subsidie definitief vast?
Heeft u uw project afgerond? Dan vraagt u vaststelling van uw subsidie aan. Bij de vaststelling wordt het subsidiebedrag definitief. Bij uw aanvraag om vaststelling voegt u toe:
- Uw eindverslag;
- Een controleverklaring van uw accountant met een kostenoverzicht van de gemaakte en betaalde investeringskosten.
Wij stellen vast of u de activiteiten uitvoerde en of u de prestaties behaalde. Voerde u minder activiteiten uit? Dan passen wij uw subsidie aan.
Voor het indienen van een vaststellingverzoek geldt een vaste termijn van 13 weken. De termijn gaat in vanaf de einddatum van uw project. Deze datum staat in de brief van uw subsidiebeschikking, tenzij u uw einddatum wijzigde met onze goedkeuring. Bij de vaststelling berekenen wij welk subsidiebedrag u definitief ontvangt. Wij verrekenen het vastgestelde bedrag met de door u ontvangen voorschotten.
Hoogte van uw subsidie bij vaststelling
De definitieve vaststelling van de subsidie bepalen we aan het eind van uw project op basis van uw werkelijke investeringskosten. Die vermenigvuldigen we met het subsidiepercentage dat voor uw bedrijf geldt. Dit percentage is afhankelijk van de grootte van uw bedrijf.
Kreeg u belastingvoordeel uit de Energie-investeringsaftrek (EIA) voor bedrijfsmiddelen waarin u investeerde? Stuur dan de brief mee van het voordeel op die investeringskosten.
Ontving u andere subsidies of garanties die u nog niet meldde aan ons? Voeg de brief van deze subsidies of garanties dan toe aan uw vaststellingsverzoek. Dan beoordelen wij of deze invloed hebben op de hoogte van uw WIS.
Wat stuurt u mee bij uw vaststellingsverzoek?
Dit formulier vindt u in het online aanvraagportaal.
De eindrapportage levert u aan in een Word-bestand of pdf. In deze rapportage staat in ieder geval:
- een opleverdossier van de uitvoerder van het werk inclusief ‘as-built’ tekeningen van het gerealiseerde warmtenet;
- een overzicht van het aantal kleinverbruikersaansluitingen en woningen achter blokaansluitingen dat u aansloot, en overige aansluitingen op het energie-efficiënte warmtenet;
- een overzicht van de aansluitingen die afgesproken zijn voor de einddatum van het project, maar die u pas na de einddatum aansluit;
- een algemene en technische beschrijving van het investeringsproject. Wat u uitvoerde en de afwijkingen vergeleken met het oorspronkelijke projectplan;
- een document waarin u laat zien dat het warmtenet wordt gebruikt. Een andere partij maakt dit document. Dit is een bewijs van oplevering van de aannemer, een warmteleveringsovereenkomst en/of een aansluitovereenkomst;
- het ingevulde model waarmee u de CO2-uitstoot per gigajoule geleverde warmte van uw warmtenet onderbouwt.
Wilt u een subsidie van € 125.000 of meer laten vaststellen? Dan voegt u een controleverklaring toe aan uw vaststellingsaanvraag. Deze controleverklaring is verplicht en zorgt voor een snelle afwikkeling van uw vaststellingsaanvraag.
- Ministerie van Klimaat en Groene Groei