Welke administratie landbouwer
Als landbouwer moet u uw bedrijf bij ons registreren en administratie bijhouden. De administratie doet u elk kalenderjaar en voor alle soorten dieren die u houdt. U bepaalt zelf hoe u de administratie bijhoudt. Gebruikt u een managementprogramma? Vraag dan aan uw leverancier of het programma hiervoor geschikt is.
Uw registratie bij RVO
Start u een landbouwbedrijf? Of heeft u volgens de regels van de KVK een hobbybedrijf? Registreer u dan door in te loggen met uw DigiD (particulieren) of eHerkenning (bedrijven en organisaties) op Mijn RVO. Na de eerste keer inloggen krijgt u van ons een relatienummer. Dit relatienummer vindt u in Mijn dossier bij Mijn gegevens. Lees meer op Uw registratie bij RVO.
Uw registratie veranderen
Staat u bij ons ingeschreven en veranderen uw gegevens? Geef dat dan zo snel mogelijk aan ons door. In Mijn dossier kunt u uw gegevens aanvullen en wijzigen. Lees meer op Agrarische registratie bij ons en Mijn dossier.
Een overdracht, een splitsing of een beëindiging van een bedrijf geeft u binnen 30 dagen door. Lees meer op Bedrijfsoverdracht.
Uw administratie bewaren
Met de administratie laat u zien dat uw gegevens kloppen. Bewaar daarom alle documenten in elk geval 5 jaar. Belangrijke documenten zijn bijvoorbeeld de facturen van de aan- en afvoer van dieren, melk, eieren, veevoer en mest, eigendomsaktes, pachtcontracten of de oprichtingsakte van uw bedrijf.
U bewaart in uw administratie in elk geval documenten over:
- registratie bedrijf: bedrijfsgegevens, locaties
- grond: grondsoort, oppervlakte, ligging, gewas, akten en contracten
- dieren: aantallen per diersoort, aan- en afvoer van staldieren, begin- en eindvoorraad van staldieren
- mest: aan- en afvoer van dierlijke mest, compost, zuiveringsslib en andere mest; begin- en eindvoorraad dierlijke mest, compost, zuiveringsslib en andere mest; hoeveelheden stikstof en fosfaat van bewerkte of verwerkte dierlijke mest
- voer, melk en eieren: aan- en afvoer van voer voor staldieren; begin- en eindvoorraad van eigen voer voor staldieren; geproduceerde hoeveelheid koemelk en het ureumgehalte per kilogram; afvoer van eieren van staldieren; begin- en eindvoorraad van eieren van staldieren
- bewerken en verwerken mest: methode van bewerking of verwerking; hoeveelheid bewerkte of verwerkte dierlijke mest; hoeveelheid, aard en samenstelling van de stoffen die u met de dierlijke mest bewerkt of verwerkt; hoeveelheid en samenstelling van de eindproducten van de bewerking of verwerking en de afgesloten contracten
Uw gegevens en Voerjaaroverzicht bekijken
Sommige gegevens van uw bedrijf deelt u met ons en vindt u in Mijn dossier. U logt hiervoor in op Mijn RVO. Ook leveranciers of vervoerders versturen informatie naar ons. Bijvoorbeeld uw Voerjaaroverzicht. U bekijkt dit overzicht op Diervoederleverancier op Mijn RVO.
Bemestingsplan voor alle landbouwers
Als landbouwer stelt u elk jaar een bemestingsplan op. Ook als u geen gebruikmaakt van derogatie. Dit plan moet in 2025 voor 15 maart klaar zijn. U bewaart het daarna in uw eigen administratie. Opsturen hoeft niet. In het plan beschrijft u de gewasrotatie op de landbouwgrond en het geplande gebruik van mest. Daarbij gaat het om dierlijke mest en andere meststoffen met stikstof en fosfaat. Ook is het verstandig om te berekenen of u binnen uw gebruiksnormen blijft. Het maakt niet uit hoe u uw bemestingsplan maakt. In de toelichting leest u de voorwaarden waaraan het bemestingsplan moet voldoen.
Wanneer geen administratie en registratie
In deze situaties hoeft u geen administratie bij te houden en zich niet te registreren:
- U heeft een klein bedrijf
- U heeft een kleine tak binnen uw bedrijf. U registreert zich dan wel voor de grote tak.
- U heeft hobbydieren. Als u paarden heeft als hobby, dan moet u die wel registreren.
- Uw dieren staan bij iemand anders
- Uw schapen grazen ergens anders
- U gebruikt grond van uw buurman
Kleine bedrijven
Als u een klein bedrijf heeft, hoeft u alleen administratie bij te houden van de gebruiksnormen. Verder hoeft u met een klein bedrijf geen administratie bij te houden voor het mestbeleid. U hoeft zich ook niet bij ons te registreren. U heeft een klein bedrijf als u voldoet aan deze 2 voorwaarden:
- Op uw bedrijf wordt in een jaar niet meer dan 350 kilogram stikstof dierlijke mest geproduceerd en/of aangevoerd.
- Op uw bedrijf heeft u in een jaar nooit meer dan 3 hectare landbouwgrond.
Misschien moet u uw bedrijf wel laten registreren voor andere regelingen dan mest. Als u mest afvoert gebruikt de vervoerder een realtime en digitaal Vervoersbewijs dierlijke mest (rVDM). Hiermee meldt hij het vervoer bij ons.
Kleine tak van een bedrijf
Heeft u binnen uw bedrijf ook een andere diersoort? Dit is een kleine tak wanneer deze dieren in een jaar maximaal 350 kilogram stikstof produceren.
Voor de kleine tak hoeft u geen administratie bij te houden voor het mestbeleid. U moet zich wel bij ons registreren, dat doet u al voor de grote tak van uw bedrijf. Ook geeft u gegevens over uw grond aan ons door. Verder houdt u zich aan de regels voor Identificatie en Registratie (I&R) van dieren.
Hobbydieren voor landbouwers
Als u hobbydieren houdt, dan hoeft u hiervoor alleen administratie bij te houden van de gebruiksnormen. De mest van de hobbydieren telt niet mee voor de gebruiksnorm dierlijke mest, maar wel voor de fosfaatgebruiksnorm en de stikstofgebruiksnorm. Verder hoeft u geen administratie bij te houden voor het mestbeleid.
Dieren op de grond van iemand anders
Laat u uw dieren grazen op de grond van iemand anders (uitscharen), bijvoorbeeld van uw buurman? Dan is uw buurman verantwoordelijk voor de administratie van deze dieren. Hij neemt de dieren op in de mestadministratie en telt de dieren. U hoeft deze dieren (en hun mest) niet bij te houden in uw administratie. Andersom geldt het ook. Als u dieren van uw buurman op uw grond laat grazen (inscharen), dan bent u verantwoordelijk voor de administratie van deze dieren.
Vrijstelling bij inscharen van schapen
Laat u schapen van uw buurman op uw grond grazen (inscharen)? Dan hoeft u de schapen niet bij te houden in uw administratie als u in een jaar:
- minder dan 450 schapen inschaart, en;
- korter dan 4 weken inschaart, en;
- één keer inschaart tussen 1 januari en 1 maart. Of één keer tussen 1 oktober en 1 januari.
De mest van deze ingeschaarde schapen telt dan ook niet mee bij mestproductie op uw bedrijf. Maar als blijkt dat er te veel mest is geproduceerd op dit bedrijf (meer dan de gebruiksruimte), dan maken we een nieuwe berekening. In die nieuwe berekening nemen we dan ook de mest van de ingeschaarde schapen mee. De berekende hoeveelheid te veel gebruikte mest (dus inclusief de mest van de ingeschaarde schapen) bepaalt dan hoe hoog de boete wordt.
Als u schapen inschaart, gelden er misschien meer regels voor u. Bijvoorbeeld voor de identificatie en registratie van dieren.
U gebruikt grond van uw buurman
U gebruikt na 15 mei grond van uw buurman en laat daar uw dieren op grazen. U geeft dit binnen 30 dagen aan ons door. Dit doet u op Mijn RVO. U bent wel nog steeds zelf verantwoordelijk voor de administratie van uw dieren.
Veelgestelde vragen
Wilt u meer weten? Wij hebben voor u de veelgestelde vragen over Welke administratie landbouwer verzameld.
Het hangt ervan af of u valt onder een particulier, of een landbouwer. Op de pagina Particulieren met mest en grond leggen we u uit waar u wanneer onder valt. U leest daar ook met welke regels en administratie u te maken heeft.
U bepaalt zelf hoe u de administratie en registratie bijhoudt.
Er zijn geen regels voor. Maar de administratie moet wel duidelijk, overzichtelijk en makkelijk toegankelijk zijn. De gegevens moeten op een makkelijke manier uit de administratie blijken. Daarnaast moet u formulieren en documenten op een nette manier bewaren.
Als u een landbouwbedrijf en een intermediair bedrijf heeft is het belangrijk dat u de administratie goed gescheiden houdt. Het niet bijhouden van een inzichtelijke administratie kan leiden tot boetes.
Vrije bewijsleer kan worden gebruikt om aan te tonen dat u aan de gebruiksnormen voldoet. Het gaat dus om de manier van rekenen. Vrije bewijsleer mag bij alle onderdelen van de berekening van het werkelijke gebruik van stikstof en fosfaat gebruikt worden. Bijvoorbeeld bij:
- de wettelijke normen (forfaits) over de mestproductie;
- de forfaits over de stikstof- en fosfaatgehaltes in mest;
- andere bemonstering- en analysemethodes bij het aan- en afvoeren van mest;
- andere manieren van rekenen bij de stalbalans.
U mag alleen vrije bewijsleer gebruiken als u dit goed onderbouwt. Hiervoor zijn bewijsstukken nodig. Bij een controle wordt beoordeeld of uw bewijsstukken en de door u gebruikte manieren van rekenen net zo betrouwbaar zijn als de standaard manieren. U bewaart de bewijsstukken in uw eigen administratie.
Nee. U kiest voor een heel jaar of u BEX gebruikt of de tabellen met de wettelijke forfaits.
U bewaart de berekening van uw melkveefosfaatoverschot 2014 (MFO 2014) 5 jaar, nadat u bent gestopt met uw bedrijf. Bij de berekening bewaart u ook de administratie en bewijsstukken. Als u bijvoorbeeld in december 2019 gestopt bent met het bedrijf, bewaart u de administratie over het jaar 2014 tot en met 31 december 2024.
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur