Aanvullende gegevens landbouwer
Als landbouwer houdt u een administratie bij van het gebruik van mest. U geeft elk jaar gegevens over uw bedrijf door in de Gecombineerde opgave. Ook verstuurt u de Aanvullende gegevens landbouwer (AGL) naar ons. Vanaf 1 januari 2025 geldt dit voor alle landbouwers. Gegevens doorgeven kan van 1 januari tot en met 31 januari.
Vanaf 2025 AGL voor alle landbouwers
Op 1 januari 2025 breidt de doelgroep van de Aanvullende gegevens landbouwer (AGL) uit. Dat betekent dat vanaf dat moment alle landbouwers de AGL moeten versturen.
Wat betekent dit voor u?
Verstuurt u de AGL al? Dan verandert er voor u niet veel. U verstuurt de gegevens die u nu ook al doorgeeft. U geeft de aan- en afvoer straks wel apart op voor kunstmest en overige mest.
Hoefde u tot nu toe nog geen aanvullende gegevens te versturen? Dan doet u dat vanaf volgend jaar. Hieronder ziet u om welke gegevens het bij de AGL gaat.
Doorgeven doet u in januari. In januari 2025 stuurt u dus gegevens op over 2024. Daarom is het belangrijk dat u deze gegevens bijhoudt in uw administratie. Volgens de regels die wij uitleggen op Welke administratie landbouwer doet u dit al.
Waarom doen we dit?
Dat alle landbouwers de AGL moeten versturen, heeft te maken met de derogatiebeschikking. Daarin staan afspraken over derogatie in de periode 2022 – 2025. Sommige maatregelen gelden ook voor landbouwers die geen gebruikmaken van derogatie.
Een van de maatregelen is dat alle landbouwers gegevens over hun mestregistratie gaan doorgeven. Die afspraak voeren we uit door de doelgroep van de AGL uit te breiden.
Met de uitbreiding van de AGL krijgen we beter zicht op het mestgebruik in Nederland. We zien bijvoorbeeld hoeveel en welke meststoffen er op of in de bodem worden gebracht. Daarmee komen we meer te weten over manieren om de bodemvruchtbaarheid te verbeteren.
Hoe geeft u de gegevens door?
U geeft de aanvullende gegevens door via een formulier op Mijn RVO. Wilt u alvast weten welke vragen u moet invullen? Op onze website staat een overzicht van de vragen. Ook vindt u extra uitleg.
Welke gegevens geeft u door?
U geeft deze gegevens door:
- Eindvoorraad van alle mest (ook kunstmest) op 31 december. U geeft per mestsoort de hoeveelheid en de kilogrammen stikstof en fosfaat door.
- Aan- en afvoer van andere mest dan dierlijke mest, zuiveringsslib en compost (hier gaat het bijvoorbeeld om kunstmest). U geeft voor overige mest en kunstmest de hoeveelheid en de kilogrammen stikstof en fosfaat door.
- Gemiddeld aantal dieren per soort. Dit geldt niet voor de dieren waar u met Identificatie en Registratie (I&R) al gegevens over doorgeeft. Een uitzondering geldt voor paarden en pony’s. Daar geeft u ook in de AGL gegevens over door.
- Hoeveelheid aan- en afgevoerde staldieren. Dit geldt niet voor de dieren waar u met Identificatie en Registratie (I&R) al gegevens over doorgeeft.
Bent u varkenshouder? Dan kunt u ook een bezinklaag opgeven. Die geeft u dan op als aparte eindvoorraad.
Eindvoorraad van alle mest doorgeven
Heeft u aan het einde van het jaar een voorraad mest? Deze eindvoorraad is de hoeveelheid mest die u op 31 december op uw bedrijf heeft opgeslagen. Naast het totale gewicht hiervan, geeft u door hoeveel stikstof en fosfaat er in zat. Het gaat om dierlijke mest, compost, zuiveringsslib, een mengsel hiervan of kunstmest.
Hoe berekenen?
Er zijn 3 manieren om het gehalte stikstof en fosfaat te berekenen. U doet dat met:
- analyseresultaten van de hele mestvoorraad;
- analyseresultaten aanvoer en afvoer in het jaar van opgave;
- de door ons vastgestelde normen (forfaits).
De volgorde is belangrijk. U gebruikt de eerste manier, als dat kan. Heeft u geen analyseresultaten van de mestvoorraad? Dan gebruikt u de tweede manier, als dat kan. Dit gaat zo door totdat u een manier heeft die bij u past. U mag niet kiezen. Als u bijvoorbeeld analyseresultaten heeft van de hele mestvoorraad, dan gebruikt u die. Zo gebruikt u altijd de best beschikbare gegevens.
Analyseresultaat mestvoorraad
Heeft u de hele mestvoorraad bemonsterd en heeft u de analyseresultaten hiervan? Dan gebruikt u die gegevens.
Analyseresultaten aanvoer en afvoer in jaar van opgave
Heeft u analyseresultaten van de afgevoerde mest in het jaar van opgave? Of van de aangevoerde mest die u in opslag heeft? Dan gebruikt u die. U berekent dan het gewogen gemiddelde van de stikstof- en fosfaatgehalten. Het gewogen gemiddelde berekent u zo:
- (uitslag vracht 1 x gewicht vracht 1) + (uitslag vracht 2 x gewicht vracht 2) enz. / totaal gewicht van de vrachten
Als u maar één resultaat heeft, dan gebruikt u dat. Omdat dit maar één is, kan het zijn dat dit geen nauwkeurig beeld geeft van uw mestvoorraad. U kunt dit voorkomen door gedurende het jaar te zorgen voor genoeg analyseresultaten.
Door ons vastgestelde normen (forfaits)
Als u helemaal geen analyseresultaten heeft, gebruikt u onze normen. Deze staan in tabel 11.
Eindvoorraad bezinklaag doorgeven
Heeft u een opslag voor varkensmest onder de stal? Dan kan onder in deze mestopslag een bezinklaag ontstaan, omdat de opslag niet of niet genoeg gemixt wordt. Deze laag is vaak zanderig en vast en kan niet meer weggepompt worden. Er zit meestal meer stikstof en fosfaat in dan in de mest daarboven. U geeft daarom de bezinklaag als een aparte voorraad op. Dat berekent u zo:
- Omvang bezinklaag in ton x gehalte stikstof en fosfaat per ton in de bezinklaag.
Voor de gehaltes stikstof en fosfaat gebruikt u deze gegevens:
Diersoort | Mestcode (kg/ton) bezinklaag | Kg stikstof per ton | Kg fosfaat per ton |
---|---|---|---|
Guste en dragende zeugen | 46 | 5,47 | 9,22 |
Kraamzeugen | 46 | 7,77 | 19,36 |
Opfokzeugen | 46 | 5,27 | 17,68 |
Biggen | 46 | 13,21 | 22,75 |
Vleesvarkens | 50 | 10,23 | 13,32 |
Eindvoorraad mineralenconcentraat doorgeven
Gebruikt u mineralenconcentraat en heeft u op 31 december een eindvoorraad mineralenconcentraat? En heeft u zich aangemeld voor het onderzoek mineralenconcentraat? Dan vult u deze eindvoorraad in met mestcode 120.
De hoeveelheid stikstof en fosfaat berekent u met de analysegegevens van het mineralenconcentraat. Zijn er geen analysegegevens? Dan rekent u met:
- 6,4 kilogram stikstof per ton mineralenconcentraat;
- 0,3 kilogram fosfaat per ton mineralenconcentraat.
Wanneer en hoe doorgeven
U kon de AGL over 2023 doorgeven van 1 januari tot en met 31 januari 2024 op Mijn RVO. Logt u in met eHerkenning? U heeft betrouwbaarheidsniveau 2+ nodig. Logt u in met DigiD? Dit kan met een SMS-code of de DigiD-app.
Doorgeven na bedrijfsoverdracht of nieuwe rechtsvorm
Heeft u een bedrijfsoverdracht gehad of is de rechtsvorm van uw bedrijf veranderd? Geef in ieder geval aanvullende gegevens door voor het bedrijf waarvoor u bent uitgenodigd.
Doorgegaan in nieuwe rechtsvorm
Bent u in het afgelopen jaar met uw bedrijf doorgegaan in een nieuwe rechtsvorm? En heeft u een nieuw KVK- en relatienummer? Dan vult u het AGL-formulier in voor het nieuwe en oude bedrijf. Voor het nieuwe bedrijf vult u het hele formulier in. Voor het oude bedrijf beantwoordt u alle vragen met nee.
Bedrijf verkocht
Als u uw bedrijf verkocht heeft, vult u in dat u geen eindvoorraad mest had op 31 december. Ook als u op het moment van de overdracht nog wel een mestvoorraad had. Deze hoeveelheid bewaart u in uw administratie. Heeft u het afgelopen jaar nog wel dieren gehouden? Of heeft u mest of staldieren aan- en afgevoerd? Dit geeft u wel door met het AGL-formulier.
Geen bedrijf
Had u in het afgelopen jaar geen bedrijf, maar heeft u wel een uitnodiging gekregen? Vul het AGL-formulier toch in. U kunt alle vragen met Nee beantwoorden.
Na het doorgeven
Na het versturen ziet u direct een ontvangstbevestiging in het scherm. Deze kunt u zelf bewaren, maar staat ook in Mijn dossier onder Documenten. De ontvangstbevestiging is uw meldbewijs en laat u zien bij een controle.
Eindvoorraad mest gebruiken bij de berekening van de gebruiksnormen
U geeft met de AGL uw eindvoorraad mest door. Het gehalte stikstof en fosfaat daarin geeft u ook op. Deze gehaltes gebruikt u in het nieuwe jaar bijna altijd bij de gebruiksnormen en uw bemestingsplan. Maar in 2 situaties gebruikt u een ander gehalte. Lees meer hierover op Eindvoorraad mest bij berekening gebruiksnormen.
Veelgestelde vragen
Wilt u meer weten? Wij hebben voor u de veelgestelde vragen over de AGL verzameld.
Ja. Heeft u een uitnodigingsbrief gekregen waarin wij u vragen de aanvullende gegevens door te geven? Dan moet u dat doen.
Gegevens doorgeven doet u uiterlijk 31 januari. U vindt het digitale formulier op Mijn RVO. Geeft u geen gegevens door? Of bent u te laat? Dan kunt u een boete of zelfs een Last onder dwangsom (LOD) krijgen.
U geeft alleen aanvullende gegevens door als u van ons een uitnodigingsbrief heeft gekregen. Wij versturen een uitnodigingsbrief naar iedereen die dit moet doen.
Gegevens doorgeven doet u uiterlijk 31 januari. U vindt het digitale formulier via Mijn RVO. Geeft u geen gegevens door? Of bent u te laat? Dan kunt u een boete of zelfs een Last onder dwangsom (LOD) krijgen.
Waarom een uitnodiging
Misschien hoefde u voor 2025 geen aanvullende gegevens te versturen. Paardenhouders hoefden dit alleen te doen wanneer ze:
- meer dan 350 kilogram stikstof produceerden;
- meer dan 350 kilogram stikstof aanvoerden;
- of meer dan 3 hectare grond hadden.
Dit is veranderd. Vanaf 2025 moeten alle landbouwers de aanvullende gegevens doorgeven. Dit geldt dus ook voor u als paardenhouder.
Nee. U kunt de aanvullende gegevens alleen online doorgeven. U vindt het digitale formulier op Mijn RVO.
Heeft u ook spuiwater als eindvoorraad mest? Dit geeft u op als mestcode 116 Overige mest.
Is er ook spuiwater als mest aangevoerd of afgevoerd? Dan geeft u dit op bij de Aanvoer en afvoer van kunstmest en overige mest.
U berekent het gewicht van uw voorraad met deze som:
Inhoud silo in liter × soortelijk gewicht in kilogram per liter.
Het soortelijk gewicht is het gewicht per inhoud.
Voorbeeld 1:
U bent veehouder en u heeft een mestput onder de stallen. Door bouwtekeningen, milieuvergunningen of uw kennis van uw bedrijf weet u hoeveel mest daarin past. Op 31 december bepaalt u tot hoe ver de mestput gevuld is. Zo kunt u een redelijk precieze berekening maken van de inhoud van uw mestput.
Voorbeeld 2:
U wilt uw totale voorraad vaste mest berekenen.
Inhoud berekenen
De inhoud berekent u met de rekensom: lengte x breedte x hoogte.
Berekent u de inhoud in kubieke meter? Reken dit dan om naar kubieke decimeter door het getal te vermenigvuldigen met 1000. Dit is ook de inhoud in liter.
Soortelijk gewicht bepalen
Voor drijfmest mag u ervan uitgaan dat 1 liter 1 kilogram weegt. Voor andere mest bepaalt u zelf het soortelijk gewicht. U meet bijvoorbeeld 10 liter vaste mest af en weegt dit. Stel dat dit 8 kilogram weegt. Deel nu de inhoud door het gewicht. Het soortelijk gewicht is dan 0,8 kilogram per liter.
Voorraad berekenen
Reken nu het gewicht van uw voorraad uit met de 2 getallen die u heeft berekend:
Inhoud silo in liter × soortelijk gewicht in kilogram per liter.
Reken het totaal om in tonnen door het te delen door 1.000.
Nee, normaal kan dat niet. De aanvullende gegevens moet u uiterlijk 31 januari doorgeven.
Uitstel kan alleen als er sprake is van overmacht. Met overmacht bedoelen wij:
- een brand;
- ernstige ziekte of overlijden;
- in beslag nemen van uw boekhouding.
Wilt u uitstel aanvragen? Stuur dan een schriftelijk verzoek naar:
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Antwoordnummer 3060
8000 WB Zwolle
Ja. Heeft u het jaar ervoor paarden en/of pony’s gehouden? Dan geeft u op de pagina Gehouden dieren het gemiddeld aantal dieren door. Dit doet u ook wanneer deze dieren al geregistreerd zijn in Identificatie & Registratie (I&R).
Bij de aan- en afvoer van staldieren hoeft u paarden en pony’s niet door te geven. Dit zijn geen staldieren, maar graasdieren.
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur