Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv)
Heeft u een landbouwbedrijf met varkens, melkvee, kippen of kalkoenen? En denkt u erover om te stoppen met één of meer locaties? Dan kunt u subsidie aanvragen via de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv).
Budget en looptijd
Voor wie
De Lbv is voor landbouwbedrijven met varkens, melkvee, kippen of kalkoenen. U houdt dus dieren waarvoor u productierechten nodig heeft. U kunt deze subsidie aanvragen als de stikstofneerslag (stikstofvracht) van uw veehouderijlocatie op minimaal één overbelast Natura 2000-gebied op of boven een bepaalde waarde uitkomt. Die waarde noemen we de drempelwaarde.
Lbv of Lbv-plus?
Valt uw bedrijf onder de aanpak piekbelasting? Kijk dan op de pagina over de Lbv-plus of op Als agrarisch ondernemer minder stikstof uitstoten. Wilt u weten of uw bedrijf onder deze aanpak valt? U berekent dit met de AERIUS Check. Meer hierover leest u bij Stikstofneerslag berekenen met AERIUS Check op de pagina over de Lbv-plus.
Voorwaarden Lbv
Om voor subsidie in aanmerking te komen voldoet u aan deze voorwaarden:
- U bent veehouder en houdt varkens, melkvee, kippen of kalkoenen.
- U heeft geen andere afspraken over het sluiten van uw veehouderijlocatie. U heeft ook nog geen begin gemaakt met het sluiten van de locatie.
- U heeft geen stikstofruimte uit uw vergunning ter beschikking gesteld voor andere activiteiten waar een natuurtoestemming voor nodig is (extern salderen).
- U berekent de stikstofneerslag (stikstofdepositie) van uw locatie met de AERIUS Check. Ga uit van het gemiddelde aantal landbouwhuisdieren dat u in 2021 op uw locatie heeft gehouden. Meer hierover leest u hieronder bij Stikstofneerslag berekenen met AERIUS Check.
- De stikstofneerslag van uw bedrijfslocatie komt op of boven de drempelwaarde uit van een overbelast Natura 2000-gebied. Dit gebied ligt binnen 25 kilometer van uw bedrijfslocatie. Als u de AERIUS Check heeft ingevuld, ziet u of uw locatie aan één van de drempelwaarden voldoet. Nadat u een aanvraag heeft gedaan, controleren wij uw ingevulde gegevens.
- U houdt zich aan de wettelijke eisen voor een veehouderij.
- U had uw dierenverblijven, mest- en voeropslagen de afgelopen 5 jaar onafgebroken in gebruik. Korte periodes van leegstand hoeven geen reden te zijn voor afwijzing van de subsidieaanvraag. Denk bijvoorbeeld aan leegstand tussen twee ronden van dieren.
Na uw aanvraag
De Lbv is gesloten op 1 december 2023. Heeft u de subsidie aangevraagd? Op Mijn RVO bekijkt en beheert u uw aanvraag.
Wanneer een beslissing
Na uw aanvraag beoordelen wij deze zo snel mogelijk. U krijgt onze beslissing zo snel mogelijk, maar uiterlijk 1 juni 2024. Op de afbeelding hieronder ziet u hoe wij uw aanvraag beoordelen.
Is er niet genoeg budget voor alle aanvragen? Dan rangschikken wij alle aanvragen die voldoen aan de voorwaarden. Dit doen wij op volgorde van kostenefficiëntie. We kijken daarvoor naar de verhouding tussen het subsidiebedrag en de hoeveelheid stikstofneerslag die wordt voorkomen.
Stappen na een positieve beslissing
Heeft u recht op de Lbv? Dan krijgt u een positieve beslissing. Daarin leest u hoeveel subsidie u krijgt. De stappen die hierna volgen, zetten we hieronder voor u op een rij.
Heeft u een positieve beslissing gekregen? Dan sturen we ook een overeenkomst mee. Wij begrijpen dat u tijd nodig heeft om deze keuze te maken. Daarom heeft u 6 maanden de tijd om de overeenkomst ondertekend naar ons terug te sturen.
Wat staat er in de overeenkomst?
In de overeenkomst staat:
- dat u blijvend stopt met het houden van landbouwhuisdieren op de locatie(s) waarvoor u subsidie ontvangt;
- dat u ervoor zorgt dat iemand anders ook geen landbouwhuisdieren gaat houden op deze locatie. Dit doet u met een kwalitatieve verplichting. Hoe dit werkt, leest u later op deze pagina;
- dat u niet op een andere locatie binnen de Europese Unie dezelfde diersoorten gaat houden als op de locatie waarvoor u subsidie ontvangt. Heeft u op het moment van aanvragen 2 locaties met dezelfde diersoort? En stopt u met één hiervan? Dan mag u wel doorgaan met de andere locatie.
Wilt u alvast weten wat er in de overeenkomst staat? U kunt deze alvast bekijken in Bijlage 2 van de regelingstekst.
Wie tekent de overeenkomst?
Degene die mag beslissen over de veehouderij tekent de overeenkomst. Bij een maatschap zijn dit bijvoorbeeld de maten, bij een vennootschap de vennoten. Gaat het om een besloten vennootschap? Dan zijn dit de bestuurders en aandeelhouders.
Als u de overeenkomst heeft ondertekend, stuurt u deze digitaal naar ons op. U vraagt dan automatisch ook uw 1e voorschot (deelbetaling) aan.
Wanneer u uw 1e voorschot krijgt
Heeft u de overeenkomst goed ondertekend teruggestuurd? Dan krijgt u binnen 6 weken een 1e voorschot. Dit is 20% van het subsidiebedrag dat in uw beslissing staat.
Binnen 12 maanden na het ondertekenen van de overeenkomst stopt u met alle veehouderijactiviteiten op de locatie. Er is een aantal dingen dat u hiervoor moet regelen:
- U zorgt ervoor dat er geen landbouwhuisdieren meer op uw bedrijfslocatie zijn.
- U voert de verpompbare dierlijke mest van de locatie(s) af. Dit moet ook als u een ontheffing heeft voor de sloop van uw mestkelder of mestsilo. Ligt er een bezinklaag in uw mestkelder, die niet verpompbaar is? Deze hoeft u nu nog niet af te voeren. Dit doet u bij de sloop van de kelder. U houdt zich hierbij aan de regels hiervoor.
Heeft u uw dieren en mest van uw locatie afgevoerd? Dan kunt u alvast een controle aanvragen. Meer hierover leest u bij Stap 4. Ondertussen kunt u verdergaan met de andere voorwaarden om te stoppen:
- U laat uw productierechten vervallen (varkens en pluimvee minimaal 80% en melkvee minimaal 95%). U doet dit met het formulier Vervallen van productierechten op Mijn RVO.
- Heeft u meldingsplicht? Dan geeft u bij uw gemeente aan dat u niet langer landbouwhuisdieren op de locatie(s) houdt (melding Activiteitenbesluit).
- U trekt uw omgevingsvergunning beperkte milieutoets in, of laat deze wijzigen, als u deze heeft.
- U trekt uw omgevingsvergunning in, of laat deze wijzigen, als u deze heeft.
- U trekt uw vergunning van de Wet natuurbescherming (voor een deel) in, als u deze heeft. Gaat u na het beëindigen van uw locatie andere activiteiten uitvoeren, die zorgen voor stikstofneerslag? Deze stikstofuitstoot (stikstofemissie) mag maximaal 15% zijn van de uitstoot uit de vergunning, die gold voor uw veehouderij.
- U vraagt uw gemeente om het omgevingsplan (eerder heette dit bestemmingsplan) aan te laten passen.
Voor deze voorwaarden stuurt u bewijs mee als u uw 2e voorschot aanvraagt. U moet dan bijvoorbeeld kunnen laten zien dat uw gemeente uw vergunning heeft ingetrokken. En dat u een officieel verzoek heeft gedaan om het omgevingsplan te laten aanpassen. Een voorlopig verzoek (principe- of conceptverzoek) of besluit (principeakkoord) is hierbij niet genoeg.
Productiecapaciteit laten staan? Vraag ontheffing aan
Wilt u een dierenverblijf, mest- of voeropslag (productiecapaciteit) laten staan, nadat u bent gestopt met uw veehouderij? U gebruikt dit dan voor iets anders dan het houden van landbouwhuisdieren. Hiervoor vraagt u herbestemming aan bij uw gemeente. Als deze akkoord is, vraagt u bij ons ontheffing van het slopen aan. Dit doet u binnen 12 maanden na het teken van de overeenkomst. Bij uw aanvraag laat u schriftelijk bewijs zien dat uw gemeente akkoord gaat met de herbestemming.
Tip: begin ook op tijd met het voorbereiden van de sloop van de rest van uw productiecapaciteit. Meer hierover leest u bij Stap 6.
Heeft u uw dieren en mest van uw locatie afgevoerd? Dan vraagt u bij ons een controle aan. U doet dit door een e-mail te sturen naar lbv@rvo.nl. Zet in uw e-mail het nummer van uw aanvraag en het adres van uw bedrijfslocatie.
Heeft u de controle aangevraagd? Dan neemt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) binnen 4 weken contact met u op om een afspraak te maken. Zij komen bij u langs voor de controle. Ze kijken dan of alle landbouwhuisdieren weg zijn en of u alle vaste en verpompbare mest heeft afgevoerd.
De NVWA geeft de uitslag van de controle aan ons door. Daarna ontvangt u van ons bericht. Daarin staat of u mag beginnen met het slopen van de dierenverblijven, mest- en voeropslagen (productiecapaciteit). Voordat u begint met slopen, moet u dit eerst bespreken met uw gemeente. Meer hierover leest u bij Stap 6.
Heeft u ook de andere voorwaarden uit Stap 3 uitgevoerd? Dan vraagt u uw 2e voorschot aan. U doet dat uiterlijk 2 weken na de periode van 12 maanden, die u heeft voor het uitvoeren van de voorwaarden. Deze periode gaat in op het moment dat u de overeenkomst tekent.
U vraagt dit voorschot aan via een formulier op Mijn RVO. Dit kan nu nog niet. Als dit formulier beschikbaar is, vindt u hier een knop naar dat formulier.
Wanneer u uw 2e voorschot krijgt
Als u uw 2e voorschot heeft aangevraagd, controleren wij of u aan alle eisen heeft voldaan. We kijken hiervoor naar de controle van de NVWA en de bijlagen die u heeft meegestuurd. U krijgt binnen 8 weken een beslissing. Staat daarin dat u een voorschot krijgt? Dan ontvangt u het bedrag binnen 6 weken. Het 2e voorschot is 60% van het maximale subsidiebedrag.
U sloopt en verwijdert de dierenverblijven, mestkelders en -silo’s, sleuf- en voersilo’s (productiecapaciteit). Zorg ervoor dat u dit doet binnen 28 maanden nadat u de overeenkomst heeft getekend. Het gaat hierbij om de productiecapaciteit die u gebruikt voor melkvee, varkens, kippen, kalkoenen en vleeskalveren. Een dierenverblijf waar u geen vergoeding voor kunt krijgen, mag blijven staan.
Begin op tijd met voorbereiden
Wij raden u aan om op tijd te beginnen met het voorbereiden op het slopen. Neem hiervoor contact op met uw gemeente. Er zijn namelijk regels voor het slopen van gebouwen. Misschien moet u bijvoorbeeld een asbestonderzoek laten doen. Of een onderzoek naar bijzondere planten- en diersoorten (flora- en faunaonderzoek). Uw gemeente kan u hier meer over vertellen.
Bent u klaar met het slopen en verwijderen van de productiecapaciteit? Dan vraagt u binnen 13 weken vaststelling van uw subsidie aan. Dit betekent dat wij het definitieve subsidiebedrag bepalen. Vaststelling aanvragen kan nu nog niet. Als dit kan, vindt u hier meer informatie en een link naar het formulier op Mijn RVO.
Uw gemeente komt controleren
Als u de vaststelling heeft aangevraagd, vragen wij uw gemeente om een controle te doen. Zij kijken dan of u uw dierenverblijven, mest- en voeropslagen heeft gesloopt en verwijderd. En of u het puin en afval op een goede manier heeft afgevoerd. Uw gemeente neemt contact met u op voor de controle. Zij geven de uitslag hiervan aan ons door. Daarna ontvangt u van ons een beslissing.
Beslissing binnen 13 weken
Nadat u vaststelling heeft aangevraagd, beoordelen wij u aanvraag. U krijgt binnen 13 weken een beslissing. Bij een positieve beslissing ontvangt u binnen 6 weken het laatste deel van uw subsidie.
Tijdens de beoordeling bepalen wij wat de leeftijd van uw dierenverblijven was toen u stopte met uw bedrijf. Hiervoor kijken we naar de datum waarop u klaar was met het afvoeren van uw dieren en mest. En het laten vervallen van uw productierechten. Deze datum gebruiken we om de leeftijd van de stallen te bepalen. Zo kunnen wij het waardeverlies van uw productiecapaciteit definitief berekenen. Meer hierover leest u bij Waarvoor krijgt u subsidie bij de Lbv?.
Belasting betalen over subsidie
Houd er rekening mee dat u inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting betaalt over deze subsidie. U hoeft geen btw af te dragen over de subsidie. Voor vragen hierover kunt u terecht bij de Belastingdienst.
De Lbv en uw grond
Als u meedoet aan de Lbv, blijft uw grond van u. U bepaalt zelf of u deze wilt verkopen of voor iets anders gaat gebruiken. Denkt u erover om uw grond te verkopen? Hiervoor kunt u bijvoorbeeld terecht bij de Nationale Grondbank. U verkoopt uw grond dan aan de overheid. Meer hierover leest u op Nationale Grondbank.
Subsidiegegevens worden openbaar
De Lbv valt onder staatssteun. Volgens Europese regels zijn wij daarom verplicht om gegevens over deze subsidie openbaar te maken. Dit doen wij nadat wij uw subsidie hebben vastgesteld. Wij maken dan deze gegevens openbaar:
- de naam van de aanvrager
- het subsidiebedrag
- datum van vaststelling
- uw provincie
- de sector van uw bedrijf
De gegevens blijven minstens 10 jaar beschikbaar.
Waarvoor krijgt u subsidie bij de Lbv?
In de tabel hieronder leest u waar u precies subsidie voor krijgt. Daaronder leggen we de vergoedingen verder uit. Deze bedragen zijn definitief en veranderen dus niet meer.
Vergoeding voor | Hoogte vergoeding |
---|---|
Waardeverlies productiecapaciteit | 100% van vastgestelde waarde per m² |
Vervallen varkensrecht | Regio Zuid: € 150 Regio Oost: € 31 Regio overig: € 27,50 |
Vervallen pluimveerecht | Regio Zuid: € 10,75 Regio Oost: € 19 Regio overig: € 8,25 |
Vervallen fosfaatrecht | € 121 |
U krijgt subsidie voor het waardeverlies van de productiecapaciteit. Hieronder vallen dierenverblijven, inclusief mest- en voeropslagen en andere ruimtes zoals kantoor, kantine of voerkeuken. De dierenverblijven moet u in gebruik hebben voor het houden van varkens, melkvee, kippen of kalkoenen. Als pluimveehouder mag u een scharrelruimte ook meerekenen als dierenverblijf. Het gaat dan alleen om scharrelruimtes met een geldig stalcertificaat van een onafhankelijk certificeringsbureau.
Vergoeding per m2 dierenverblijf
Voor het waardeverlies van de productiecapaciteit rekenen we met een vooraf vastgestelde vergoeding per m2 dierenverblijf. De hoogte van deze vergoeding hangt af van de leeftijd van het dierenverblijf (in jaren en maanden). Deze vergoeding heet ook wel de gecorrigeerde vervangingswaarde. Bij de Lbv krijgt u 100% van de vergoeding per m2.
Leeftijd van uw dierenverblijf
Wij bepalen de leeftijd van het dierenverblijf als u gestopt bent met uw bedrijf. Dit is het moment waarop u uw dieren en mest heeft afgevoerd en de productierechten heeft laten vervallen. Als u de Lbv aanvraagt, weten wij nog niet precies wanneer u dit gaat doen. Daarom berekenen wij de leeftijd eerst met de datum van uw aanvraag.
Als u een positieve beslissing krijgt, staat daarin het maximale subsidiebedrag. Doordat wij de leeftijd van uw dierenverblijven pas later definitief bepalen, wordt dit bedrag uiteindelijk lager. De waarde van een dierenverblijf gaat gemiddeld omlaag met € 10 per m2 per jaar.
Hoe wij de vergoeding berekenen
Hoeveel subsidie u krijgt voor het waardeverlies, berekenen we per dierenverblijf met de som:
- aantal m² dierenverblijf x 100% van de vergoeding per m²
U vindt een overzicht van de vergoedingen in bijlage 3 van de regelingstekst. Per diercategorie gelden er andere vergoedingen.
Als u subsidie krijgt, laat u minimaal 80% van uw varkens- of pluimveerechten vervallen. Of 95% van uw fosfaatrechten. U baseert de hoeveelheid op het gemiddeld aantal dieren dat u in 2021 op de locatie heeft gehouden. U krijgt 100% van de marktwaarde voor deze rechten. De marktwaarde ziet u in de tabel hierboven.
Heeft u de Lbv aangevraagd, maar nog geen beslissing ontvangen? Met onze rekentool Subsidiebedrag inschatten maakt u een schatting van het subsidiebedrag. Deze vindt u hieronder. Voor het invullen heeft u nodig:
- het aantal productierechten dat u laat vervallen.
- de regio van de veehouderijlocatie: Oost, Zuid of overig. Wilt u weten in welk concentratiegebied uw locatie ligt? Kijk dan in het Overzicht gemeenten per concentratiegebied hieronder. Het staat ook in uw Overzicht geregistreerde productierechten in Mijn dossier.
- de datum waarop u de dierenverblijven voor het eerst gebruikte. U vult per dierenverblijf een datum in. Heeft u het dierenverblijf daarna verbouwd of gerenoveerd? Dat verandert deze datum niet. Heeft u er een nieuw gedeelte aan vast gebouwd? Dan vult u voor die m2 de datum in waarop u dat deel voor het eerst gebruikte. Voor het bestaande deel vult u de eerdere datum in.
- een geschatte datum waarop u verwacht dat u de dieren en mest heeft afgevoerd en uw productierechten heeft laten vervallen.
- het aantal m² dierenverblijven. Hierbij gaat u uit van uw WOZ-beschikking.
Blijf op de hoogte
Wilt u op de hoogte blijven over de Lbv en de aanpak piekbelasting? Meld u aan voor de servicemail.
Doel van de Lbv
Het doel van deze subsidie is de stikstofneerslag op kwetsbare natuur in Natura 2000-gebieden naar beneden brengen. Zo kan de natuur weer herstellen.
Wetten en regels
U vindt de regelingstekst van de Lbv in de Staatscourant. Op 15 april 2024 is er een wijzigingsbesluit gepubliceerd voor het verhogen van het budget.
Veelgestelde vragen over de Lbv en Lbv-plus
Heeft u nog vragen? Kijk dan op Veelgestelde vragen over de Lbv en Lbv-plus. Vindt u daar het antwoord op uw vraag niet? U leest hier ook bij welke helpdesk u dan terechtkunt.
- Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit