Onderzoeksplicht energiebesparing vanaf 2023
Locaties met een jaarlijks energiegebruik vanaf 10 miljoen KWh elektriciteit of 170.000 m3 aardgas(equivalent) hebben mogelijk een onderzoeksplicht energiebesparing. De onderzoeksplicht is verbonden aan de energiebesparingsplicht uit het Besluit activiteiten leefomgeving.
Wanneer heeft u een onderzoeksplicht energiebesparing?
Heeft u een energiebesparingsplicht? Dan moet u daar eens in de 4 jaar over rapporteren. Dit moet u doen volgens de onderzoeksplicht energiebesparing en/of de informatieplicht energiebesparing. Een onderzoeksplicht geldt voor locaties van bedrijfstakken:
- waarvoor onder de Omgevingswet het Rijk de milieuregels bepaalt;
- met een jaarlijks energiegebruik vanaf 10 miljoen KWh elektriciteit of 170.000 m3aardgas(equivalent).
Waarvoor geldt de onderzoeksplicht?
De onderzoeksplicht is alleen voor de activiteit gebonden maatregelen, bijvoorbeeld efficiënte elektrische aandrijvingen. De onderzoeksplicht geldt dus niet voor de gebouw gebonden maatregelen, bijvoorbeeld de isolatie van de gebouwschil. Hiervoor geldt altijd de informatieplicht energiebesparing. Heeft een procesmaatregel gevolgen voor het energiegebruik van de gebouwen? Dan neemt u dat wel mee in het onderzoek.
Welke andere plichten gelden voor u?
Voert u op uw locatie een activiteit uit waarvoor onder de Omgevingswet de gemeente de milieuregels bepaalt? Of is het jaarlijks energiegebruik minder dan 10 miljoen kWh elektriciteit én minder dan 170.000 m3 aardgas(equivalent)? Dan geldt de onderzoeksplicht niet voor u. Er geldt dan de informatieplicht voor de activiteit gebonden maatregelen.
Op de pagina Wat is de energiebesparingsplicht? vindt u een tabel waarin duidelijk wordt welke plichten gelden bij welke situaties. Daarbij geven we ook aan of de Erkende Maatregelenlijst-systematiek van toepassing is en met welke Erkende maatregelenlijst (EML) u aan de betreffende plicht kunt voldoen.
Of vul het stappenplan in en zie welke overheidsorganisatie voor u onder de Omgevingswet de milieuregels bepaalt, welke plichten voor u gelden en welke EML eventueel voor u van toepassing is.
Wetchecker energiebesparing
Bent u de eigenaar van een gebouw met huurder(s)? Vul dan voor dat gebouw de Wetchecker energiebesparing in. Kies bij uw bedrijfsactiviteit voor 'dienstverlening'. En vervolgens 'verhuur en handel van onroerend goed'.
De wetchecker geeft ook uitsluitsel over mogelijke andere wettelijke verplichtingen over energiebesparing en CO2-reductie, bijvoorbeeld de energielabel C-plicht voor kantoorgebouwen.
Heeft u vragen over bijvoorbeeld de begrenzing van uw locatie? Of over de wettelijke status van de milieubelastende activiteit op die locatie? Neem contact op met uw omgevingsdienst.
Wat houdt de onderzoeksplicht energiebesparing in?
Volgens de onderzoeksplicht energiebesparing onderzoekt u eens in de 4 jaar welke energiebesparende maatregelen u moet nemen. Daarover moet u in eLoket bij ons rapporteren. U rapporteert ook welke energiebesparende maatregelen u in de vorige periode heeft uitgevoerd. De eerstvolgende rapportage doet u uiterlijk 1 december 2023.
De elementen waaraan het onderzoeksrapport moet voldoen, zijn in september 2022 in een Internetconsulatie aangeboden.
Het onderzoeksrapport moet de volgende elementen bevatten:
- een schematisch overzicht en algemene beschrijving van de locatie
- een beschrijving van de installaties en processen
- een beschrijving en onderbouwing van de uitgevoerde maatregelen
- een analyse van het energiegebruik
- een beschrijving van de energie- en procesmonitoring
- een weergave van het energiegebruik (inclusief energiebalans)
- een opgave van de onbenutte warmtestromen
- een conclusie over het energiegebruik
- een analyse van de productieapparatuur en -installaties. En een conclusie over de energetische optimalisatie van de productieapparatuur en -installaties, en aanvullend:
- een scan naar de technische isolatie
- een analyse van de elektrische aandrijfsystemen
- een spiegeling met de basislijst energiebesparende maatregelen
- voor IPPC-bedrijven: een beschrijving over hoe invulling is gegeven aan de best beschikbare technieken conclusies (BBT-conclusies)
- een inventarisatie van de kosteneffectieve CO2-reducerende maatregelen
- inclusief een uitwerking en berekening van de energiebesparing, de CO2-reductie en de terugverdientijd
- de Basischeck Energiezorg
- een uitvoeringsplan
De bedoeling is dat u uw productieprocessen en -installaties, en bijbehorend energiegebruik in kaart brengt. U maakt daarover een analyse om de kosteneffectieve energiebesparende maatregelen en CO2-uitstoot reducerende maatregelen te identificeren. Voor de technische isolatie, de elektrische aandrijfsystemen en enkele basismaatregelen is hier een aanpak voor vastgelegd. Uit uw rapportage moet blijken welke aanpak u heeft gevolgd. Dat maakt de beoordeling makkelijker. Twijfelt u over de aanpak? Neem contact op met uw omgevingsdienst.
Ook dient u voor de maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder een uitvoeringsplan aan te leveren. U geeft aan hoe u structurele energiezorg in uw organisatie geborgd heeft. En u geeft ook de al uitgevoerde maatregelen in de periode 2021-2023 op. De Rijksoverheid gebruikt deze informatie voor de Nederlandse rapportageverplichtingen aan de Europese Commissie.
Is uw locatie ISO 50.0001 of ISO 14.001 in combinatie met ISO 14.051 gecertificeerd? Of heeft u één van deze keurmerken:
- CO2-prestatieladder, niveaus 3, 4 of 5
- Erkend Duurzaam Plus of Premium
- CO2-reductiemanagement, met ISO 14.001, voor alle niveaus
Dan hoeft u alleen de volgende onderdelen (3, 6 en 8) in uw onderzoeksrapport op te nemen:
- een beschrijving en onderbouwing van de uitgevoerde maatregelen
- een inventarisatie van de kosteneffectieve CO2-reducerende maatregelen
- een uitvoeringsplan
Ook moet u van de analyse van het energiegebruik een opgave van de onbenutte warmtestromen opnemen. En van de analyse van de productieapparatuur en -installaties neemt u op:
- de scan naar de technische isolatie
- de analyse van de elektrische aandrijfsystemen
- de spiegeling met de basislijst energiebesparende maatregelen.
- en een conclusie over de kosteneffectieve maatregelen die uit deze scan, analyse en spiegeling naar voren zijn gekomen.
Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft het plan om de volgende keurmerken ook aan bovenstaande lijst toe te voegen zodra deze gepubliceerd zijn:
- CO2 & Energie RI&E Creatieve Industrie, niveau 3 en 4
- Fastlane met EED-aanvullingen
Berekening terugverdientijden
De berekening van de terugverdientijd voor een energiebesparende maatregel wordt als gevolg van de Omgevingswet bijgewerkt. Daarbij worden ook de energieprijzen bijgewerkt. De aangepaste aanpak is in september 2022 in een Internetconsultatie aangeboden. De publicatie van de regeling in de Staatscourant verwachten we half 2023. In de regeling wordt ook vastgelegd wanneer vaste energieprijzen moeten worden toegepast en wanneer kan worden gerekend met de eigen energieprijzen.
Meer informatie over de voorgenomen berekeningsmethodiek voor de CO2-reductie en de terugverdientijd vindt u op Terugverdientijdmethodiek - energiebesparingsplicht
We verwachten dat er rond de zomer van 2023 een aparte berekeningsmethode voor glastuinbouwbedrijven in de Staatscourant wordt gepubliceerd. Deze methode is wel al in een internetconsultatie aangeboden. Hierin staat ook aangegeven hoe u moet omgaan met het gebruik van WKK-installaties bij het berekenen van de terugverdientijd van maatregelen.
De onderzoeksplicht en EED-auditplicht
Naast de onderzoeksplicht kunt u ook te maken krijgen met een Europese rapportageverplichting volgens de Richtlijn Energie-Efficiëntie (EED). Grote ondernemingen moeten elke 4 jaar een energie-audit uitvoeren en hierover aan ons rapporteren. Dit is de EED-auditplicht .
De EED-auditplicht is een Europese verplichting voor ondernemingen die niet onder het midden- en kleinbedrijf (MKB) vallen. Deze ondernemingen moeten eens in de 4 jaar uitzoeken welke kosteneffectieve energiebesparende maatregelen (voor gebouwen, processen en zakelijk vervoer) zij kunnen uitvoeren. Deze kosteneffectiviteit bepalen we met de baten en lasten van een maatregel over de hele levensduur (levenscycluskostenanalyse).
Valt uw locatie onder de energiebesparingsplicht? Dan moet u eens in de 4 jaar rapporteren over welke maatregelen u heeft uitgevoerd door de informatieplicht energiebesparing en/of de onderzoeksplicht energiebesparing. Hoe u moet rapporteren hangt af van:
- de aard van de activiteiten op de locatie;
- het energiegebruik op de locatie per jaar.
Valt een locatie onder de onderzoeksplicht en de onderneming als geheel onder de EED-auditplicht? Dan is er veel overlap tussen het vestigingsrapport voor de EED-audit en de rapportage voor de onderzoeksplicht. Er zijn ook verschillen.
Verschillen onderzoeksplicht en vestigingsrapport EED-audit
- De EED-auditplicht is breder. Deze gaat namelijk over activiteiten, gebouwen en zakelijk vervoer. De onderzoeksplicht gaat alleen over activiteiten.
- Bij de analyse van het energiegebruik moeten voor de onderzoeksplicht de onbenutte warmtestromen worden opgegeven. Bij de EED-auditplicht hoeft dit niet.
- Bij de onderzoeksplicht worden aan de inventarisatie van de kosteneffectieve maatregelen, 3 specifieke eisen toegevoegd. Namelijk (1) een analyse van de elektrische aandrijftechnieken, (2) een isolatiescan en (3) een spiegeling aan een specifieke lijst van maatregelen (de basislijst).
- De onderzoeksplicht gaat over maatregelen die CO2 verminderen. Bijvoorbeeld door hernieuwbare energie op te wekken of over te stappen naar een energiedrager met een lagere CO2-uitstoot. De EED-auditplicht gaat alleen over energiebesparende maatregelen.
- Voor de onderzoeksplicht moeten maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder geïdentificeerd worden. De manier waarop deze terugverdientijd wordt bepaald, is wettelijk vastgelegd. Voor de EED-auditplicht geldt een andere eis. Daarvoor wordt de kosteneffectiviteit over de levensduur van een maatregel bepaald, door middel van een levenscycluskostenanalyse. Er kunnen dus mogelijk andere maatregelen uit de berekening van de terugverdientijd komen.
- Bij de onderzoeksplicht rapporteert u welke energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar zijn uitgevoerd, welke nog uitgevoerd moeten worden en wanneer deze worden uitgevoerd. De EED-auditplicht kent zo'n uitvoeringsplan niet.
Sjablonen voor uw rapportages
Gebruik onderstaande sjablonen voor uw onderzoeksrapportage voor een locatie.
Ook kunt u het sjabloon voor rapportage onderzoeksplicht én vestigingsrapportage EED-auditplicht gebruiken. Dit sjabloon gebruikt u voor uw onderzoekplichtrapportage voor betreffende locatie(s). Het rapport kunt u dan ook als vestigingsrapportage voor de EED-auditplicht gebruiken.
Basislijst energiebesparende maatregelen
Op de basislijst energiebesparende maatregelen staan gangbare maatregelen die u over het algemeen binnen 5 jaar terugverdient. Bekijk of deze maatregelen gelden voor uw bedrijfsspecifieke situatie. Daarbij geeft u, voor de relevante maatregelen, aan of deze kosteneffectief zijn. Gebruik hiervoor onderstaande download van de Basislijst energiebesparende maatregelen.
Basischeck Energiezorg
Bepaal met de uitkomsten van de 14 vragen van de Basischeck Energiezorg hoe u uw energiemanagement kunt verbeteren. Energiemanagement houdt in dat een organisatie structurele maatregelen neemt om minimaal energie en grondstoffen te gebruiken. Met energiemanagement vergroten we de energie-efficiëntie met de plan-do-check-act/adapt-cyclus. Een voorbeeld van de plan-do-check-act/adapt-cyclus is:
- plan: beleid maken
- do: acties plannen en maatregelen uitvoeren
- check: resultaten controleren
- act/adapt: op basis van resultaten nieuw beleid maken
Voorbereiden op de onderzoeksplicht
We verwachten dat in juni 2023 het rapportageformulier voor de onderzoeksplicht in Mijn RVO beschikbaar is. Tot die tijd kunt u alvast het volgende doen:
- Gebruik het stappenplan om te bepalen welke overheidsorganisatie voor u onder de Omgevingswet de milieuregels bepaalt en welke plichten voor u van toepassing zijn.
- Start uw onderzoek. Gebruik hiervoor de sjablonen op deze pagina.
- Doe inspiratie op voor energiebesparende maatregelen.
- Heeft u een IPPC-installatie? Onderzoek of er beste beschikbare technieken (BBT) zijn waar u rekening mee moet houden.
- Bent u van plan een adviseur voor het opstellen van het onderzoek in te huren? Zoek dan uit of de betreffende adviseur voldoende relevante kennis en ervaring heeft.
- Schaf een eHerkenningsmiddel niveau 2+ of hoger aan met machtiging RVO-diensten niveau eH 2+. Dit heeft u nodig om in te loggen in eLoket.
Let op: heeft u eHerkenning maar niet het juiste niveau of de juiste machtiging? Neem dan op tijd contact op met de leverancier van uw eHerkenningsmiddel of met de machtigingenbeheerder in uw organisatie. Als uw organisatie een beheermodule heeft, is aanpassing van de machtiging direct mogelijk.
Intermediair inschakelen
U kunt ook een intermediair machtigen die voor u rapporteert. Gebruik hiervoor onderstaand machtigingsformulier. Schakelt u een intermediair in, dan hoeft u geen eHerkenningsmiddel aan te vragen. Wel blijft u zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de rapportage. Het bewijs van uw machtiging aan de intermediair hoeft u niet op te sturen, maar u moet deze machtiging wel kunnen tonen als wij dat vragen.
Let op: het gaat hier niét om ketenmachtiging. Het idee bij ketenmachtiging is dat een onderneming een tussenpersoon/intermediair machtigt om namens de onderneming zaken te doen. De intermediair komt hierbij op het eLoket binnen met het KvK-nummer van de onderneming. Deze werkwijze is niet nodig voor de informatieplichtrapportage, omdat de intermediair in het formulier in eLoket zelf aangeeft dat hij de rapportage namens een andere onderneming indient.
Wie controleert de rapportages?
Het lokale bevoegde gezag is verantwoordelijk voor toezicht en handhaving van de energiebesparingsplicht, waaronder de onderzoeksplicht. Voor de meeste bedrijven en instellingen is dat de gemeente. Voor locaties met een milieubelastende activiteit uit afdeling 3.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal), de zogenaamde complexe bedrijven, is dat de provincie.
Er zijn 2 uitzonderingen.
- Het bevoegd gezag voor mijnbouwlocaties is het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
- Het bevoegd gezag voor de meeste defensielocaties is het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Omgevingsdiensten hebben mandaat
Toezicht en handhaving op de energiebesparingsplicht, en de daarbij behorende informatie- en onderzoeksplicht, staat in het basistakenpakket van de omgevingsdiensten. Dit houdt in dat de gemeenten het mandaat voor toezicht en handhaving aan hun omgevingsdienst moeten geven. De omgevingsdiensten doen daarom voor vrijwel alle locaties de uitvoering van deze taken.
U dient uw onderzoeksplichtrapportage in via eLoket van RVO. Uw omgevingsdienst en uw bevoegd gezag kunnen deze rapportage daar ophalen. De omgevingsdienst beoordeelt uw rapportage. Als uw rapportage onverhoopt niet voldoet, zal de omgevingsdienst u vragen om de rapportage te verbeteren en aan te vullen.