Veelgestelde vragen SDE++: Beheerfase
Hier vindt u antwoorden over de beheersfase van SDE++-projecten.
Ja, wij subsidiëren elektriciteit die niet op een net wordt ingevoed. Dit geldt zowel voor toekomstige als bestaande, positieve SDE(+)(+)-beschikkingen. VertiCer (voorheen CertiQ) geeft Garanties van Oorsprong (GoV) uit voor netlevering en niet-netlevering van elektriciteit. Op grond van beide certificaten verstrekken wij subsidie voor elektriciteit.
De hoogte van de SDE++-bijdrage hangt af van het aanvraagbedrag en van de ontwikkeling van de opbrengsten uit de geleverde elektriciteit, tot een bepaalde ondergrens. Bij hogere opbrengsten krijgt u een kleinere SDE++-bijdrage. Bij lagere opbrengsten krijgt u een grotere SDE++-bijdrage, tot een bepaalde ondergrens.
Het moet wel mogelijk zijn om de elektriciteitsproductie correct te meten. Dit is een vereiste. Mogelijk is voor bestaande productie-installaties een aanpassing voor het meetsysteem nodig.
Uitzondering hierop is de subsidie voor de tender ‘Windenergie op zee’. Dan subsidiëren wij alleen elektriciteit die u op een net invoedt.
Nee, de Belastingdienst belast SDE+(+)-subsidies niet met btw. Er is namelijk onvoldoende verband tussen de toekenning van de subsidie en een prestatie die verbruikt wordt.
Ja, we noemen dit ‘forward banking’. Na de (reguliere) subsidieperiode krijgt de producent van hernieuwbare energie nog één jaar de tijd om niet benutte productie in te halen.
In 2015 is het Besluit SDE ‘banking’ uitgebreid. U kunt ook productie die hoger is dan de maximaal subsidiabele productie meenemen naar een volgend jaar. Dit noemen we ‘backward banking’. U kunt dit gebruiken als de productie in een later jaar tegenvalt. Dit geldt voor maximaal 25% van de subsidiabele jaarproductie, voor alle categorieën.
Uitzonderingen:
- Vraagt u subsidie aan voor windenergie op zee? U mag alle productie hoger dan de maximale subsidiabele jaarproductie meenemen naar volgende jaren. Dit verrekenen wij dan met jaren dat u minder produceert dan de maximale subsidiabele jaarproductie.
- Voor productie-installaties in de categorieën Elektrische boiler en Waterstof door elektrolyse gelden afwijkende bankingregels. Het aanbod van hernieuwbare elektriciteit is de komende jaren namelijk nog beperkt.
- Windprojecten met een SDE-beschikking waarop de windfactor van toepassing is. De windfactor is een alternatief voor banking, dat het risico voor de exploitant om subsidie mis te lopen afdekt.
- Bij- en meestookprojecten.
Nee, dit volgt uit artikel 14c van de Algemene uitvoeringsregeling. Dit betreft SDE+(+)-projecten met een beschikkingsdatum vanaf 1 december 2015.
Wij schatten uw jaarlijkse SDE++-subsidie van tevoren in, net als bij de energierekening van een particulier. Iedere maand betalen wij u een voorschot. Na afloop van het kalenderjaar bekijken wij of u te weinig of te veel SDE++-subsidie heeft ontvangen. Dit heet ‘bijstellen’. De bijstelling kan betekenen dat u geld ontvangt of terug moet betalen. Als u terug moet betalen, dan verrekenen wij dit bedrag met de toekomstige voorschotten. Als dit niet mogelijk is, dan vorderen wij dit bedrag terug.
Deze jaarlijkse bijstelling vindt na 1 april plaats. Rond die datum stellen we namelijk de correctiebedragen van het afgelopen kalenderjaar vast. Soms duurt het langer voordat we uw subsidie bijstellen. Dit is het geval als wij de gegevens over de productie van een volledig kalenderjaar nog niet hebben ontvangen.
Over het hoe en waarom leest u in 'Uw SDE-subsidie bijgesteld' of kijk op de pagina Berekening SDE++.