Subsidieregeling praktijkleren: Voorwaarden voor mbo
Voor mbo-bbl studenten ondersteunt de Subsidieregeling praktijkleren bedrijven en organisaties die een praktijkleerplaats bieden.
De hoogte van de subsidie hangt af van het aantal weken waarin de student begeleiding kreeg in het studiejaar. U vraagt de subsidie aan het eind van het studiejaar aan, na afloop van de begeleiding.
Alleen mbo-bbl komt in aanmerking
Studenten aan een beroepsopleidende leerweg (bol) komen niet in aanmerking voor subsidie. Dit geldt ook voor studenten aan de derde leerweg (ovo), EVC-trajecten en specifieke maatwerktrajecten (geen mbo bbl-opleidingen).
Begeleidt u een student die een opleiding volgt binnen de derde leerweg? Kijk dan of u subsidie kunt krijgen vanuit de Subsidieregeling Praktijkleren in de derde leerweg.
Non-formele opleidingen
Mbo-bbl is een formele opleiding. Er zijn ook non-formele opleidingen zoals brancheopleidingen. Deze opleidingen komen niet in aanmerking voor subsidie. Dit geldt ook als deze opleidingen in het NLQF (nationaal kwalificatieraamwerk) zijn ingeschaald op een niveau zoals bij formele opleidingen.
Keuzedelen mbo-bbl
Met de herziening van de kwalificatiestructuur mbo zijn keuzedelen in het mbo geïntroduceerd. Met ingang van studiejaar 2016/2017 kunnen studenten naast beroepspraktijkvorming (BPV) voor de kwalificatie van de opleiding ook BPV voor een keuzedeel volgen.
Als de BPV alleen betrekking heeft op één of meer keuzedelen dan komt dit niet voor subsidie in aanmerking.
Voorwaarden
Om in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden:
De student
- U biedt praktijkbegeleiding aan een student van een mbo-opleiding in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl).
Uw bedrijf of organisatie
- Uw bedrijf of organisatie is voor de periode waarin de begeleiding heeft plaatsgevonden door de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) erkend als leerbedrijf voor de betreffende mbo-opleiding.
- Het buitenschools praktijkgedeelte bij uw bedrijf of organisatie omvat minimaal 610 klokuren per studiejaar. Het studiejaar loopt van 1 augustus tot en met 31 juli. Bij een kortere of langere begeleidingsperiode kan het minimale aantal klokuren naar rato omgerekend worden.
De opleiding
- De opleiding moet gericht zijn op een volledig diploma en zijn opgenomen in het Centraal register beroepsopleidingen (Crebo). Op de website van de SBB vindt u meer informatie over alle crebo-opleidingen en de kwalificaties die van toepassing zijn op een opleiding.
- De onderwijsinstelling biedt minimaal 200 begeleide onderwijsuren aan per studiejaar.
- De voorwaarde van 200 begeleide onderwijsuren geldt zowel voor bekostigde als niet-bekostigde opleidingen.
- De student moet voor de aanvraagperiode ingeschreven staan voor de opleiding in het Register Onderwijs Deelnemers (ROD) van Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).
- Het ministerie verstrekt de subsidie alleen voor de nominale duur van de opleiding. Dit maximum is gerelateerd aan het aantal jaar van de opleiding. Het maximale subsidiebedrag, waarop een werkgever aanspraak kan maken, is voor een volledige praktijkleerplaats in het mbo bijvoorbeeld 40 weken vermenigvuldigd met de nominale duur van de opleiding. Zie de veelgestelde vragen voor meer gedetailleerde informatie over het de nominale duur.
Lees meer over opleidings- en erkenningscodes voor leerbedrijven
Administratie
- U heeft de praktijkbegeleiding van de student aangeboden op basis van een geldige en ondertekende praktijkleerovereenkomst. Deze overeenkomst is opgesteld door de onderwijsinstelling en ondertekend door:
- het erkende leerbedrijf;
- het bevoegd gezag van de onderwijsinstelling; en
- de student.
- In deze praktijkleerovereenkomst staan in elk geval:
- de aanvangsdatum en einddatum van de beroepspraktijkvorming;
- het totaal aantal te volgen praktijkuren en de verdeling daarvan over de studiejaren;
- de begeleiding van de student;
- dat deel van de kwalificaties dat de student tijdens de beroepspraktijkvorming bij het bedrijf of de organisatie moet behalen en de beoordeling daarvan; en
- de gevallen waarin en de wijze waarop de overeenkomst voortijdig kan worden ontbonden.
- U beschikt over een aanwezigheidsadministratie op dag- of weekbasis voor de student bij de beroepspraktijkvorming.
- U beschikt over een administratie waaruit blijkt dat uw erkende leerbedrijf de student in het kader van de beroepspraktijkvorming heeft begeleid.
- Indien de student de opleiding tot beveiliger volgt, beschikt u over (een kopie van) de groene pas (aspirantenpas) geldig voor de periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
U moet per student de vereiste administratie kunnen verstrekken. Voor de aanwezigheids- en begeleidingsadministratie kunt u de formats administratie gebruiken die u vindt op de pagina Administratie en controle.
Hier vindt u ook meer informatie over de administratieve voorwaarden. Het gebruik van deze formats is niet verplicht. U mag ook gebruik maken van gegevens uit uw eigen administratie.
U kunt alleen subsidie aanvragen voor de weken waarin daadwerkelijk begeleiding bij de beroepspraktijkvorming heeft plaatsgevonden. Om voor het maximale subsidiebedrag in aanmerking te komen moet in minimaal 40 weken begeleiding zijn verzorgd.
Weken van volledige afwezigheid, bijvoorbeeld omdat de student ziek was of met vakantie, tellen niet mee als weken van begeleiding. Als voorbeeld: 20 weken begeleiding resulteert in een subsidiebedrag van 50% van € 2.700. De hoogte van de subsidie hangt dus af van het aantal weken waarin de leerling praktijkbegeleiding kreeg in het schooljaar. U kunt dus ook subsidie aanvragen als u minder dan 40 weken begeleiding heeft gegeven.
Buitenlandse opleiding
Bent u een Nederlandse werkgever en biedt u een praktijkleerplaats aan studenten aan die een buitenlandse opleiding volgen voor mbo (bbl)? Dan kunt u mogelijk aanspraak maken op de Subsidieregeling praktijkleren. U kunt bij Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) een verklaring aanvragen. Deze DUO-verklaring geeft aan dat de buitenlandse opleiding vergelijkbaar is met een Nederlandse opleiding. U heeft deze verklaring nodig als u de subsidieaanvraag doet.
Voorwaarden overige onderwijscategorieën
- Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap