TSE Industrie studies
Bent u ondernemer en onderzoekt u de haalbaarheid van een innovatief pilot- of demonstratieproject in de industrie? Of onderzoekt u de haalbaarheid van een project voor een uitontwikkelde technologie? Helpt u met dit project de CO2-uitstoot in 2030 of daarvoor te verminderen? Maak dan gebruik van de regeling Topsector Energie (TSE) Industrie studies.
Budget en looptijd
U kunt subsidie aanvragen totdat het budget voor de subsidie op is.
Het budget dat nog beschikbaar is, kan tot die tijd veranderen. Dit komt doordat wij aanvragen goedkeuren of afwijzen. Als wij aanvragen goedkeuren, daalt het beschikbare budget. Als wij aanvragen afwijzen, kan er weer budget vrijkomen. Als het budget op is, melden wij dat.
3 typen studies
Met deze regeling vraagt u subsidie aan voor 3 typen studies:
Haalbaarheidsstudie
Een studie die voorafgaat aan een pilotproject. We noemen dit een pilotproject experimentele ontwikkeling. U test in een pilotproject een innovatieve CO2-verminderende techniek onder echte omstandigheden. De techniek moet vernieuwend zijn vergeleken met de internationale stand van onderzoek en techniek. In de studie vooraf onderzoekt u de mogelijkheid van dat project. Om deze studie gaat het.
U doet een haalbaarheidsstudie om de besluitvorming over de voortzetting van uw project te helpen. U laat objectief en rationeel de sterke en zwakke punten van uw project zien. U brengt de kansen en risico’s in kaart. Hierbij geeft u de middelen aan die nodig zijn om uw project uit te voeren. U laat de kans van slagen zien.
Milieustudie
Een studie als voorbereiding op milieu-investeringen die niet onder onderzoek en ontwikkeling vallen. Een milieu-investering kan bijvoorbeeld een 'demonstratieproject' zijn, waarbij de eindgebruiker/exploitant investeert in een voor Nederland nieuwe techniek. Het kan ook de voorbereiding zijn op een investering in een project voor een uitontwikkelde techniek.
Bij een milieustudie is de vraag of investeringen nodig zijn om een hoger niveau aan milieubescherming te halen. Een milieustudie helpt een bedrijf de milieu-uitgangssituatie te bepalen. En een keuze te maken tussen verschillende mogelijkheden.
Vergelijkbare studie
Dit is een studie als voorbereiding op milieu-investeringen in een demonstratieproject of in een project met een uitontwikkelde technologie, die niet valt onder een milieustudie. Het gaat dan om investeringen die niet onder de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) (pdf) vallen. Zoals:
- studies naar geavanceerde biobrandstoffen;
- projecten voor afvang, gebruik en opslag van CO2 (CCUS);
- of projecten waarin een andere partij het milieuvoordeel krijgt dan de partij die al een duurzame investering wil doen.
Voor de aanvraag van een vergelijkbare studie, is een de-minimis verklaring nodig. Vraag ons om advies als u twijfelt over de categorie waaronder uw studie valt.
Lees meer over Publicatieplicht staatssteun.
Deze subsidie is op basis van 'wie het eerst komt wie het eerst maalt'. Dit betekent dat wij aanvragen behandelen op volgorde van binnenkomst.
Programmalijnen
U vraagt subsidie aan voor de 3 typen studies binnen een van de onderstaande programmalijnen. Hieronder leest u een korte samenvatting per programmalijn. Alle informatie over de programmalijnen vindt u in de download onderaan deze paragraaf.
Programmalijn | Omschrijving |
---|---|
Programmalijn 1: Sluiting van industriële ketens | Deze programmalijn is voor innovaties in industriële ketens. U neemt daarbij ook reststromen mee. Daarbij spelen recycling van materialen en de inzet van biogrondstoffen voor producten van hoge kwaliteit een belangrijke rol. |
Programmalijn 2: Een CO2-vrij industrieel warmtesysteem | Deze lijn is voor het ontwerp en de (her)inrichting van klimaatneutrale energie- en warmtesystemen. Ze zijn voor een optimale procesefficiëntie van industriële clusters en bedrijven. |
Programmalijn 3: Maximale elektrificatie en radicaal vernieuwde processen |
Dit programma heeft als aandachtpunt de ontwikkeling van kennis en kosteneffectieve innovaties voor compleet klimaatneutrale productieprocessen in 2050. Ze zijn zo goed mogelijk geëlektrificeerd. En helemaal ingepast in het duurzame energiesysteem. |
Programmalijn 4: CCUS (Carbon Capture, Utilization and Storage) |
In dit thema staan afvang, transport, hergebruik en permanente opslag van CO₂ centraal. Deze programmalijn richt zich uitsluitend op grootschalige toepassingen van de gehele keten van CC(U)S:
|
Programmalijn 5: Overige CO2-verlagende maatregelen | Hieronder vallen studies naar pilot- en demonstratieprojecten voor CO2-verminderende maatregelen in de industrie. Het zijn andere maatregelen dan in programmalijn 1 tot en met 4. |
Programmalijn 6: Milieu-investering in uitontwikkelde technologie |
Deze programmalijn helpt milieustudies als voorbereiding op investeringen in uitontwikkelde technologie. De subsidiebehoefte moet groter zijn dan € 25.000. Alleen kosten die zijn uitbesteed, krijgen subisidie. |
Subsidie berekenen
Op de pagina Subsidie berekenen leest u welke kosten onder deze subsidie vallen. Ook leggen we uit hoe u uw subsidie berekent.
Voorwaarden
Uw project moet passen binnen de zojuist genoemde thema's. Daarnaast moet u voldoen aan een aantal specifieke voorwaarden voor deze regeling. En aan de algemene voorwaarden van de Topsector Energie-regelingen.
- Een onderneming of een samenwerkingsverband voert de studie uit. In een samenwerkingsverband moet minimaal één onderneming zitten, die een belang heeft bij de resultaten. Een van de organisaties in het samenwerkingsverband moet de resultaten rechtstreeks kunnen toepassen. Deze resultaten moeten maximaal worden benut;
- De studie gaat over een onderneming uit de industrie. Hiermee bedoelen we: het soort onderneming dat in de Standaard Bedrijfsindeling staat van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het gaat dan om de hoofdgroepen B, C, D (alleen energiedistributie) of E. Deze voorwaarde geldt niet voor projecten gericht op afvang van CO2 uit de atmosfeer of biomassa. Die staan onder programmalijn 5: Overige CO2-verlagende maatregelen;
- Provincies en gemeentes mogen meedoen in projecten. Ze krijgen zelf geen subsidie;
- Een studie heeft een looptijd van maximaal 1 jaar;
- Projecten moeten uiterlijk 6 maanden na de beschikking starten;
- Projecten mogen niet starten voordat u de subsidieaanvraag indient. U mag voor het moment van indiening van de subsidieaanvraag nog geen verplichtingen aangaan. Dat mag ook niet als deze kosten nog niet betaald zijn;
- Is een deelnemer in het samenwerkingsverband een onderzoeksorganisatie? Dan moet er een getekende samenwerkingsovereenkomst zijn voordat de projectactiviteiten starten. Is deze overeenkomst nog niet klaar op het moment dat u de subsidie aanvraagt? Dan moet u daar bij de keuze van de startdatum rekening mee houden. In deze samenwerkingsovereenkomst staan in ieder geval afspraken over:
- de bijdrage in de kosten;
- delen in de risico’s en uitkomsten;
- de verspreiding van de resultaten;
- de toegang tot en de regels voor de toewijzing van intellectuele eigendomsrechten.
- Uw project past niet in de beschrijving van de programmalijnen;
- In het geval van een voorbereiding op een pilot of demonstratieproject: de techniek die u toepast is onvoldoende innovatief;
- De kans is niet groot dat u het project binnen de maximaal toegestane looptijd afrondt;
- Er is een goede reden om aan te nemen dat de betrokkenen het project niet kunnen financieren. Meer informatie hierover vindt u op Financiering subsidieproject;
- Er is onvoldoende vertrouwen in de capaciteiten van de betrokkenen om het project uit te voeren;
- Er is onvoldoende vertrouwen in de technische of economische haalbaarheid van het project. Hierbij gaat het om studies naar zaken die we onmogelijk vinden. Bijvoorbeeld omdat ze tegen de natuurwetten ingaan. Of omdat uit andere studies al blijkt dat het onderzochte niet mogelijk is;
- De kwaliteit van het project is onvoldoende. Dat blijkt uit:
- de uitwerking van aanpak en methodiek;
- de omgang met de risico's;
- de uitvoerbaarheid;
- de deelnemende partijen;
- de mate waarin u de beschikbare middelen effectief en efficiënt inzet;
- U doet onvoldoende aan kwalitatief goede kennisverspreiding;
- De samenwerking is onvoldoende evenwichtig. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de verdeling van de kosten. Of uit de verhouding tussen private en publieke financiering van het project;
- Het projectplan beschrijft de vervolgstappen na afloop van het project onvoldoende. Dit zijn de stappen die bij een positief resultaat tot uitvoeren en doorvoeren van het onderzoek komen;
- De projectwerkzaamheden bevatten testwerk dat onderzoek en ontwikkeling (O&O) is. Of testwerk dat gericht is op de beantwoording van haalbaarheidsvragen die meer dan 50% van het project uitmaken, kijkend naar de kosten en de subsidiabele kosten;
- De aanvraag gaat over een vergelijkbare studie van een onderneming die deze studie zelfstandig uitvoert of van een onderneming die met één of meer deelnemers in een samenwerkingsverband actief is in:
- de sector visserij en aquacultuur;
- de primaire productie van landbouwproducten;
- de sector verwerking en afzet van landbouwproducten. Het gaat over gevallen zoals bedoeld in de algemene de-minimisverordening. Deze staan in artikel 1, 1e lid, onder c.
- De aanvraag gaat om een vergelijkbare studie en activiteiten over:
- de omvang van de uitvoer naar andere lidstaten van de Europese Unie of derde landen;
- de oprichting en exploitatie van een distributienet voor de uitvoer;
- andere lopende uitgaven die direct verband hebben met activiteiten op het gebied van uitvoer.
- De aanvraag gaat om een milieustudie naar een uitontwikkelde technologie en
- u voert kosten, anders dan kosten van derden, op;
- de gevraagde subsidie is kleiner dan € 25.000;
- Voor programmalijn 4 CCUS geldt:
- Het is geen grootschalige toepassing. Hiermee bedoelen we: afvang, transport of hergebruik van ≥ 10 kton CO2/jaar. Of de permanente opslag van ≥ 100 kton CO2;
- Het project richt zich op tijdelijke opslag of op permanente opslag van CO₂ op land;
- Het project richt zich op CO2-afvang bij elektriciteitsproductie of elektriciteit- en warmteproductie uit fossiele brandstoffen. Een uitzondering daarop is afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) en afvalenergiecentrales (AEC's).

Bekijk in dit instructiefilmpje (van een andere regeling) hoe het aanvraagportaal werkt.
Uw aanvraag voorbereiden
U vraagt subsidie aan in ons digitale aanvraagportaal. Aanvragen van de subsidie duurt ongeveer 1,5 uur. Sla tussendoor op als u later verdergaat. Verzamel zoveel mogelijk al uw gegevens voordat u de aanvraag invult.
Met de knop 'Uw aanvraag direct regelen' onder Aanvragen, komt u met eHerkenning bij het aanvraagportaal. Loopt u vast of heeft u andere problemen bij uw aanvraag? Maak dan een afspraak met een van onze adviseurs via het Bel-me-terug-formulier. Die helpt u dan stap voor stap bij de invulling van uw aanvraag.
Treedt u op als intermediair of penvoerder? Dan stuurt u bij de aanvraag ook een of meerdere machtigingen mee. De machtigingsformulieren vindt u op in ons digitale aanvraagportaal.
Intermediair
- Als intermediair gebruikt u uw eigen inloggegevens voor eHerkenning.
- U bent intermediair als u namens de penvoerder handelt. Bijvoorbeeld als de penvoerder u inhuurt als subsidieadviseur of om een deel van de activiteiten uit te voeren.
- Vraagt u aan voor een dochter- of zusterbedrijf? Ook daarvoor bent u dan intermediair.
- Een groep heeft maar één eHerkenningsmiddel. De penvoerder stuurt het aanmeldings- en machtigingsformulier van alle andere deelnemers mee.
Aanmelden en machtigen deelnemer samenwerkingsverband
- Deelnemers aan een samenwerkingsverband machtigen de penvoerder om de subsidie aan te vragen.
- De penvoerder stuurt bij de subsidieaanvraag een machtigingsformulier in dat iedere deelnemer heeft ondertekend.
- Heeft u een buitenlandse partner in uw samenwerkingsverband? Dan vult deze het formulier 'Partner form' in.
- De naam van de gemachtigde penvoerder en de projectnaam moeten gelijk zijn op het aanvraagformulier van de penvoerder.
- Let op: alleen als het formulier is ondertekend, is de machtiging geldig.
Machtigen van de penvoerder aan een intermediair
- Als penvoerder machtigt u een intermediair om voor het samenwerkingsverband zaken bij ons te regelen. U doet dit met het formulier 'Machtiging intermediair subsidies'.
- Voor andere projectdeelnemers dan de penvoerder is dit formulier niet geldig.
- Let op: alleen als het formulier is ondertekend, is de machtiging geldig.
U logt in met eHerkenning. Voor uw aanvraag heeft u minimaal niveau 3 met machtiging RVO-diensten op niveau eH3 nodig.
Heeft u nog geen eHerkenning? Vraag dit dan aan op de website van eHerkenning. Het kan een paar dagen duren voor u uw herkenningsmiddel heeft.
Heeft u een eHerkenningsmiddel met een lager betrouwbaarheidsniveau? Dan moet u uw eHerkenning aanpassen. U heeft eHerkenning 3 en de juiste machtiging nodig om te kunnen aanvragen. Houd rekening met een aanschaftijd van ongeveer 2 weken.
Meer informatie vindt u op Hulp bij inloggen.
Voor de subsidieaanvraag van een vergelijkbare studie, heeft u een de-minimis verklaring nodig. Gebruik de volgende formulieren en voeg de bijlagen toe bij uw aanvraag op het online aanvraagportaal.
Uw projectidee toetsen
Vraag ons zonder verplichting om advies over uw projectidee voor u aanvraagt. U vergroot daarmee de slaagkans van uw aanvraag. Gebruik hiervoor het projectideeformulier. Een van onze projectadviseurs neemt daarna persoonlijk contact met u op. Hij of zij bespreekt met u uw idee en de kans van slagen hiervan. U heeft dan ook de mogelijkheid om uw idee toe te lichten.
De adviseur kan u ook wijzen op andere subsidies die mogelijk interessant voor u zijn.
Aanvragen
De regeling is open vanaf 1 april 2022 09:00 uur tot 31 maart 2023 17:00 uur.
U logt in met eHerkenning. Voor uw aanvraag heeft u minimaal niveau 3 met machtiging RVO-diensten op niveau eH3 nodig.
Na uw aanvraag
Met de knop 'Direct regelen' onderaan deze pagina, komt u in ons digitale aanvraagportaal. Hier dient u na de goedkeuring van uw subsidie (beschikking) de voortgangsrapportage of een projectwijziging in. Ook vraagt u hier vaststelling van uw subsidie aan.
Wij beoordelen de aanvragen voor deze subsidie op volgorde van binnenkomst. Is uw aanvraag compleet? Dan is de beoordelingstermijn 8 weken. Die kunnen we eenmalig verlengen met 8 weken.
Keuren wij uw aanvraag goed? U ontvangt een brief (subsidiebeschikking) met daarin de details over de betaling. Hierin staan ook uw verplichtingen als subsidieontvanger.
Heeft uw project subsidie gekregen en duurt het project langer dan 12 maanden? Dan levert u eenmaal per jaar een voortgangsrapportage in. Hiervoor gebruikt u het formulier dat staat op het digitale aanvraagportaal. De data waarop u moet rapporteren, staan in de brief met uw beschikking.
U heeft subsidie ontvangen voor een (meerjarig)project. U bent daarom verplicht om belangrijke wijzigingen in uw project direct te melden. Voor sommige wijzigingen moet u ons vooraf om toestemming vragen. Doet u dit niet? Dan loopt u het risico dat u geen subsidie ontvangt voor de gewijzigde projectonderdelen. Soms krijgt u dan zelfs geen subsidie meer voor het hele project.
De beoordelingstermijn hiervan is 8 weken. Die kunnen we eenmalig verlengen met 8 weken.
Na afloop van uw project dient u een verzoek tot vaststelling van uw subsidie in. Daarmee verrekenen wij te weinig of te veel ontvangen subsidie. Informatie over de werkwijze voor de aanvraag van de vaststelling kunt u vinden in onze Subsidiespelregels.
De beoordelingstermijn hiervan is 13 weken. Die kunnen we eenmalig verlengen met nog eens 13 weken.
Bijlagen
Met uw vaststellingsaanvraag stuurt u mee de Controleverklaring over projectsubsidie vanaf € 125.000 en de eindrapportage in het volgende format:
Wetten en regels
Veelgestelde vragen
Achtergrond
De regelingen van Topsector Energie zijn onderdeel van de Regeling nationale EZK en LNV-subsidies. Ze steunen industrieel onderzoek, experimentele ontwikkeling en demonstratieprojecten of combinaties daarvan. We dragen daarmee bij aan de CO2-doelstellingen uit het Klimaatakkoord. Ook versterken we de Nederlandse concurrentiekracht en zorgen daarmee voor meer werkgelegenheid en welvaart.
Werkt u aan innovaties die duurzaamheid en economische groei met elkaar verbinden? Dan heeft u mogelijk recht op een subsidie voor energie-innovatie. Ze zijn voor ondernemers, wetenschappers en kennisinstellingen. U vindt een overzicht van alle subsidies op Subsidies energie-innovatie - Topsector Energie.
Meer weten?
Vragen over TSE Industrie studies?
- Ministerie van Economische Zaken en Klimaat