Conditionaliteiten GLB 2023
De conditionaliteiten zijn voorwaarden voor subsidies van het nieuwe Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Als u meedoet aan het GLB houdt u zich aan deze normen en eisen. Zo helpt u mee aan het verbeteren van klimaat, bodem, water, biodiversiteit en landschap, gezondheid en dierenwelzijn.
Laatste aanpassingen op deze pagina
- 10 juli 2023: U kunt een korting krijgen als u zich niet aan de conditionaliteiten houdt.
- 13 april 2023: GLB en Mest gebruiken dezelfde lijst voor rustgewassen (GLMC 7). En spontane opkomst mag ook voor GLMC 6.
- 16 februari 2023: De weegfactor van sloten is nu 2.
Wat zijn conditionaliteiten?
De conditionaliteiten zijn normen en eisen voor:
- Eco-regeling
- Basispremie en extra betaling eerste 40 hectare
- Extra betaling voor jonge landbouwers
- ANLb
- Behoud van zeldzame landbouwhuisdierrassen
We noemen dit ook wel Goede landbouw- en milieuconditie (GLMC) en beheerseisen. Overtreedt u een norm of eis? Dan krijgt u een korting.
2 normen in 2023 uitgesteld
Door de oorlog in Oekraïne zijn sommige normen uitgesteld. U krijgt in 2023 geen korting als u :
- geen gewasrotatie op uw bouwland doet (GLMC 7);
- zich niet houdt aan de verplichting om 4% van uw bouwland niet-productief te laten (GLMC8a). Wel zijn er mogelijk gevolgen voor uw eco- en/of ANLb-vergoeding. Lees meer onder het kopje GLMC8. En onder het kopje Niet-productief bouwland (GLMC8a) op de pagina Samenhang tussen conditionaliteiten, ANLb en eco-regeling.
Alle conditionaliteiten op een rij
Hieronder leest u een verkorte beschrijving van de conditionaliteiten. U leest alle voorwaarden en vrijstellingen in de wettekst.
Klimaat
Blijvend grasland houdt koolstof vast en voorkomt CO2-uitstoot.
In Nederland is ongeveer 42% van de landbouwgrond blijvend grasland. Ieder jaar meten we landelijk hoeveel blijvend grasland er is en vergelijken dit met het referentiejaar 2018. Tot en met 2027 mag het percentage blijvend grasland in Nederland niet meer dan 5% dalen. Is de oppervlakte blijvend grasland in Nederland te veel gedaald vergeleken met de totale oppervlakte landbouwgrond? Dan voeren we maatregelen in, zoals een omzetverbod of herstelplicht op bedrijfsniveau.
Als veen niet in contact komt met de buitenlucht blijven kooldioxide en nutriënten in de bodem.
Heeft u niet-vrij-afwaterende veengrond en ligt dit onder één meter boven het Normaal Amsterdams Peil? Dan mag u niet afwijken van het vastgestelde waterpeil in uw gebied.
Door stoppels te laten staan, blijven organische stoffen in de bodem. Zo verbetert u de bodemkwaliteit en biodiversiteit.
Heeft u gemaaid of geoogst en blijven er stoppels staan? Dan mag u deze delen van een halm of stengel niet verbranden. Heeft u een vergunning om de plantenziektes te bestrijden? Dan heeft u vrijstelling.
Bodem
Minder erosie betekent een betere bodemvruchtbaarheid.
Deze norm geldt alleen in een aangewezen gebied in de regio Limburg. Erosie veroorzaakt meer afspoeling van water en grond. Dit is op lange termijn niet goed voor de vruchtbaarheid van de bodem.
Om erosie te voorkomen, zijn deze maatregelen bijvoorbeeld verplicht:
- U bewerkt de grond tot minimaal 15 centimeter.
- U wist trekkersporen.
- Een perceel met een hellingspercentage van 18% of meer gebruikt u uitsluitend als grasland.
Heeft u percelen met een hellingspercentage van 2% of meer en een hellingslengte van 50 meter of meer? Dan moet u ondiep ploegen, het mulchsysteem toepassen en maatregelen en buffervoorziening melden.
Met een minimale bodembedekking beschermt u de bodem en zorgt u ervoor dat nutriënten in de bodem blijven.
In de zomer zaait u uiterlijk 31 mei een groenbemester in. Dit doet u op een perceel dat uit productie is genomen. Deze groenbemester laat u staan tot minimaal 31 augustus. U mag de bodem tussen 31 mei en 31 augustus ook bedekken met gewasresten. Bijvoorbeeld met stoppels. En spontane opkomst mag ook. Voor deze norm geldt voor een deel vrijstelling voor ANLb en specifiek beheer als bovenstaande voorwaarden niet aansluiten.
In de herfst en winter zijn er 3 regels voor bodembedekking:
- Op kleigronden is tussen 1 augustus en 30 november minimaal 80% van het bouwland op uw bedrijf minimaal 8 weken bedekt met een bodembedekker. De bedekking kan bestaan uit een gewas, vanggewas, stoppels, mulchen, plantenresten of groenbemester.
- Vanaf 16 september tot 1 februari mag u grasland of blijvende teelt niet vernietigen. Er zijn uitzonderingen, bijvoorbeeld als u na het vernietigen bloembollen teelt.
- Het is verplicht om na mais op zand en löss een vanggewas te telen tot 1 februari. Vanaf 2024 is dit ook verplicht voor aangewezen klei en veengronden. Dat leest u ook in de mestwetgeving.
Gewasrotatie is goed voor de bodemgezondheid. U voorkomt ziektes en verbetert de structuur van de bodem.
Door de oorlog in Oekraïne gaat deze norm pas vanaf 2024 in. Dat betekent dat er in 2024 wordt gekeken naar uw gewassen in 2023. Dus vanaf 2023:
- teelt u op minimaal 1/3 van uw bouwland elk jaar een ander gewas als hoofdteelt (andere gewascode). Of teelt u een of meer volgteelten na de hoofdteelt;
- teelt u op uw percelen eens per 4 jaar een ander gewas als hoofdteelt;
- is het verplicht om op zand- en lössgrond eens per 4 jaar een rustgewas als hoofdteelt te telen. Vanaf 2027 wordt dat eens per 3 jaar.
Een volgteelt na de hoofdteelt in hetzelfde jaar zien we ook als gewasrotatie. Voor volgteelt kiest u een andere gewassoort, dat is niet hetzelfde als een gewascode. In de Tabel Gewassen en GLB ziet u welke gewassen dezelfde gewassoort zijn en wat u kunt kiezen. De volgteelt zaait u in na de oogst van het vorige gewas. En blijft staan tot u het jaar daarna nieuwe hoofdteelt inzaait.
Gebruikt u een perceel voor braak, natte teelt, meerjarige gewassen, grassen en kruidachtige voedergewassen? Dan hoeft u uw gewassen op dit perceel niet te roteren.
U bent vrijgesteld en hoeft uw gewassen op uw bouwland dus niet te roteren als:
- u meer dan 75% van uw totale bouwland gebruikt voor bijvoorbeeld grassen, kruidachtige voedergewassen, braak en/of vlinderbloemige gewassen;
- u meer dan 75% van al uw landbouwgrond gebruikt voor blijvend grasland, grassen, kruidachtige voedergewassen of natte teelt;
- u biologische boer bent (met certificatie en niet in omschakeling);
- u meedoet met het ANLb en bovenstaande voorwaarden niet aansluiten.
Bent u in omschakeling? Dan bent u vrijgesteld voor het deel dat al biologisch (met certificatie) is. Voor het deel dat nog niet is gecertificeerd, moet u wel aan de gewasrotatieplicht voldoen.
Ligt uw perceel in de regio Oldambt of Hoeksche Waard? En teelt u wintertarwe, wintergerst, winterkoolzaad of winterraapzaad? Dan heeft u vrijstelling van de jaarlijkse rotatie als u zich aan de eis van gewasdiversificatie houdt. U houdt zich aan gewasdiversificatie als u op uw bouwland minimaal 3 teelten heeft. Het hoofdgewas staat op maximaal 75% van uw bouwland. En de derde teelt staat op minimaal 5% van uw bouwland. Maar ook dit gaat pas in 2024 in.
Water
Er zijn 3 programma’s waarmee we de vervuiling van water door fosfaten beperken:
- Waterbeheerprogramma met betrekking tot zoetwater
- Regionaal waterprogramma
- Nationaal waterprogramma
U kunt vrijstelling krijgen voor deze eis. Die leest u hier later.
Met deze eis beschermt u het grondwater tegen gevaarlijke stoffen. Het is bijvoorbeeld verboden om dierlijke meststoffen of stikstofkunstmest te gebruiken op natuurterrein en bevroren of besneeuwde grond. En het is bijvoorbeeld verplicht om op zand- en lössgrond na mais een vanggewas te telen.
Op een bufferstrook mag u geen mest of gewasbeschermingsmiddelen gebruiken. Hiermee draagt u bij aan de kwaliteit van het oppervlaktewater.
Er zijn 4 regels:
- De bufferstrook is 5 meter breed langs waterlopen van ecologisch kwetsbare waterlopen.
- De bufferstrook is 5 meter langs waterlopen die vallen onder de Kaderrichtlijn Water (KRW).
- De bufferstrook is 3 meter breed langs andere waterlopen.
- De bufferstrook is 1 meter breed bij sloten die tussen 1 april tot 1 oktober droog zijn (GLMC 10).
En daarvoor gelden een aantal extra regels:
- Bij ecologisch kwetsbare waterlopen is de bufferstrook nooit kleiner dan 5 meter breed.
- Bij waterlopen uit de KRW kan de bufferstrook van 5 meter worden verkleind naar 3 meter. Dit kan alleen als de bufferstroken samen op een perceel meer dan 4% van de oppervlakte van het perceel beslaan. Zijn de bufferstroken samen daarna nog meer dan 4% van het perceel? Dan kan de bufferstrook ook nog worden verkleind naar 1 meter. Maar dat kan alleen bij KRW watervoerende sloten van maximaal 10 meter breed.
- Bij andere waterlopen kan de bufferstrook van 3 meter worden verkleind naar 1 meter. Dit kan alleen als de bufferstroken samen meer dan 4% van het perceel beslaan. Zijn de bufferstroken samen daarna nog meer dan 4% van het perceel? Dan kan de bufferstrook ook nog worden verkleind naar 0,5 meter.
Hoe breed de bufferstrook moet zijn? En wat u moet doen als de teeltvrije zone breder is dan de bufferstrook? Of als u een flauw talud heeft? Dat leest u op Alles over bufferstroken.
Op een bufferstrook mag u geen mest of gewasbeschermingsmiddelen gebruiken. Hiermee draagt u bij aan de kwaliteit van het oppervlaktewater.
De bufferstrook is altijd 1 meter breed bij sloten die tussen 1 april tot 1 oktober droog zijn.
Biodiversiteit en landschap
In Natura 2000-gebieden ontstaan leefgebieden voor vogels. U houdt zich aan deze eis om de natuurlijke omgeving van vogels te beschermen. Hierdoor houden we het aantal vogels in stand.
U houdt zich aan deze eis om de omgeving van wilde bloemen, planten en dieren in stand te houden. Dit verbetert de biodiversiteit.
Op niet-productief bouwland ontstaan leefgebieden voor dieren en planten. Dit verbetert de biodiversiteit.
De verplichting om 4% van het bouwland niet-productief te laten is een jaar uitgesteld. Dit komt door de oorlog in de Oekraïne. In plaats daarvan geldt in 2023 dat u op maximaal 96% van uw bouwland mais of soja teelt.
Doet in 2023 mee aan de eco-regeling en/of ANLb? Dan speelt niet-productieve landbouwgrond wel een rol bij het bepalen van uw vergoeding. Meer weten over de samenhang met de eco-regeling, ANLb of Gecombineerde opgave? Lees meer op Alles over 4% niet-productief bouwland.
Deze normen gaan wel direct in 2023 in:
- U houdt de landschapselementen in stand.
- U snoeit niet in de broedperiode.
Vrijstellingen
U bent vrijgesteld van 4% niet-productief en maximaal 96% mais of soja als:
- U meer dan 75% van uw bouwland voor bijvoorbeeld tijdelijk grasland, kruidachtige voedergewassen, braak en/of vlinderbloemige gewassen gebruikt.
- Meer dan 75% van uw landbouwgrond uit blijvend grasland, grassen en andere kruidachtige voedergewassen of natte teelt bestaat.
- U een biologische boer bent (met certificatie en niet in omschakeling) en u maximaal 10 hectare bouwland heeft.
Blijvend grasland houdt koolstof vast en voorkomt CO2-uitstoot.
U mag ecologisch kwetsbaar blijvend grasland niet ploegen en omzetten. Dit grasland ligt in Natura 2000-gebieden volgens de habitatrichtlijn. Ploegt u wel? Dan krijgt u een sanctie en moet u het weer omzetten naar grasland.
Ligt het grasland in Natura 2000-gebieden volgens de vogelrichtlijn? Dan gelden de regels uit het Natura 2000-beheerplan van de provincie. In sommige provincies mag u eens in de 10 jaar wel ploegen. Kijk daarvoor op de website van BIJ12.
Gezondheid
U geeft uw dieren veilig voedsel, slaat levensmiddelen goed op en gebruikt dierengeneesmiddelen op een juiste manier. U houdt zich aan deze eis om uw dieren gezond te houden.
Voor de gezondheid van uw dieren is het verboden om bepaalde stoffen met hormonen te gebruiken. Ook een dierenarts mag deze hormonen niet gebruiken.
Het gebruik is veilig als het middel is toegelaten in Nederland. En als u het middel gebruikt zoals op het etiket staat geschreven.
U kunt middelen gebruiken om gewassen te beschermen. Daar zijn wel regels voor. Bijvoorbeeld over hoe u omgaat met gewasbeschermingsmiddelen.
Dierenwelzijn
U houdt zich aan deze eis om kalveren te beschermen. Bijvoorbeeld door een veilige inrichting van de stal. Door apparaten voor de gezondheid van kalveren goed te onderhouden. En door zieke kalveren de zorg te geven die ze nodig hebben.
U beschermt uw varkens door ze bijvoorbeeld genoeg vloerruimte te geven. U zorgt voor een stabiele groep waar geen agressie is tussen de dieren. En u geeft de varkens genoeg eten en drinken.
U houdt zich aan deze eis om landbouwhuisdieren te beschermen. U geeft de dieren bijvoorbeeld genoeg ruimte om zich te bewegen. U zorgt voor een goed klimaat en verlichting in de stal. En geeft de zorg die ze nodig hebben.
Verkoop en verhuur grond
Vraagt u een GLB-subsidie aan in de Aanmelding deelname GLB 2023? En heeft u na uw aanvraag grond verhuurd of verkocht? U blijft verantwoordelijk voor de conditionaliteiten. Ook als de nieuwe gebruiker een norm of eis overtreedt. Zorg dat u hier als overdrager afspraken over maakt met de nieuwe gebruiker. In bijvoorbeeld een contract.
Korting conditionaliteiten
Vraagt u subsidies aan uit het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB)? Dan moet u zich houden aan de conditionaliteiten van het GLB. Doet u dit niet? Dan krijgt u een korting op de uitbetaling van uw subsidie(s). We controleren of u zich aan deze conditionaliteiten houdt.
Samen met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleren wij of u zich aan de conditionaliteiten houdt. De NVWA geeft aan ons door als u dit niet doet. U kunt meerdere controles krijgen. Wij controleren samen met de volgende organisaties:
- het waterschap
- de gemeente
- de provincie
- de politie
- het Controle Orgaan Kwaliteits Zaken (COKZ)
- Landelijke Inspectiedienst Dierenwelzijn (LID)
We beginnen met controleren na uw aanmelding in de Aanmelding deelname GLB 2023. Ook na uw definitieve aanvraag kunnen wij nog een controle doen.
Vraagt u een GLB-subsidie aan in de Aanmelding deelname GLB 2023? Dan moet u meewerken aan de controle. Hier tekent u voor bij de aanvraag van uw subsidies in de Aanmelding. Door hieraan mee te werken voorkomt u dat u een sanctie krijgt.
De standaardkorting is 3% van uw uitbetaling voor de basispremie, de extra betaling voor de eerste 40 hectare van uw bedrijf en de eco-regeling. Deze korting geldt ook voor de extra betaling voor jonge landbouwers, het behoud van zeldzame landbouwhuisdierrassen en het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb). Wij kunnen het percentage verlagen naar minimaal 1% of verhogen naar maximaal 10%. Dit hangt af van de ernst, de omvang en de duur van uw overtreding.
Hogere korting bij herhaling
Overtreedt u dezelfde norm of eis nog een keer? Dan verhogen we de korting naar 10%. Dit kan hoger worden bij zware overtreding. Wanneer is uw overtreding herhaling? Als de volgende situaties allemaal voor u gelden:
- U overtreedt een norm of eis meer dan één keer binnen 3 jaar.
- U bent eerder op de hoogte gebracht dat u de norm of eis overtreedt.
- U kon de eerdere overtreding stoppen, maar dit heeft u niet gedaan.
Hogere korting bij opzet
Heeft u zich expres niet aan een norm of eis gehouden? Dan is de korting minimaal 15%. We kunnen het percentage verhogen naar 100%. Dit hangt af van de ernst, de omvang en de duur (permanent karakter) van de overtreding. We zien de volgende situaties als opzet:
- De overtreden wet- en regelgeving bestaat al lange tijd.
- In de norm of eis staat al een direct verband met opzet.
- U kunt zich eenvoudig houden aan de norm of eis.
- U heeft actief gehandeld of juist expres niet gehandeld.
- U bent eerder op de hoogte gebracht dat u de norm of eis overtreedt.
- U houdt zich in grote mate niet aan de norm of eis.
Overtredingen door derden
Als een andere partij werk voor u uitvoert, blijft u verantwoordelijk voor de conditionaliteiten. Overtreedt de andere partij de conditionaliteiten? Dan bepalen de volgende 3 punten of u een korting krijgt:
- Welke andere partij u heeft gekozen;
- uw instructies aan de andere partij;
- uw controle op het werk van de andere partij.
Waarschuwing in plaats van korting
Overtreedt u een norm of eis, maar is deze overtreding niet ernstig? En is de overtreding geen direct gevaar voor de gezondheid? Dan kunt u ook alleen een waarschuwing krijgen. U mag de norm of eis binnen 3 jaar dan niet nog een keer overtreden. Anders krijgt u toch nog een korting.
Korting en ANLb
Overtreedt u een norm of eis die een basisvoorwaarde is voor het ANLb? Dan krijgt u een korting op uw ANLb-subsidie. U en/of het collectief krijgen hier apart bericht over. Meer informatie leest u later op deze pagina.
Korting en zeldzame landbouwhuisdierrassen
Overtreedt u een eis die een basisvoorwaarde is voor het behoud van zeldzame landbouwhuisdierrassen? Zoals de eisen Landbouwhuisdieren beschermen? Dan krijgt u een korting. Meer informatie leest u later op deze pagina.
Brief beslissing
Heeft u een of meer conditionaliteiten overtreden? Dan krijgt u van ons een brief. Hierin staat de beslissing of u een korting krijgt. Ook staat er hoe hoog de korting is en voor welke subsidies de korting geldt.
Bezwaar maken
Heeft u een korting gekregen en bent u het daar niet mee eens? U kunt alleen bezwaar maken tegen de brief met de beslissing over de korting. Ontvangt u de beslisbrief over uw aangevraagde subsidies en hebben wij de korting hierin verrekend? Dan kunt u geen bezwaar meer maken tegen de korting.