Veelgestelde vragen SDE++: Zon
Hieronder vindt u antwoorden op veelgestelde vragen over SDE++-subsidie voor een zon-PV-installatie of zonthermie-installatie.
Zon-PV
Nee, u kunt niet alleen om deze reden uitstel krijgen. Voor uitstel moet uw project ook vergevorderd zijn. U kunt bijvoorbeeld uitstel krijgen wanneer u uw productie-installatie wel al heeft gerealiseerd, maar alleen de aansluiting is vertraagd. Als u de uiterste ingebruiknamedatum (de wettelijk vastgestelde termijn) niet haalt, doet u een onderbouwd verzoek tot uitstel. Het is belangrijk dat wij dit verzoek vóór de uiterste ingebruiknamedatum ontvangen.
Bij uw verzoek om uitstel geeft u aan:
• hoe ver u bent met de bouw van de productie-installatie;
• hoe de vertraging is ontstaan en wat de voortgang van het project is;
• welke verplichtingen u al bent aangegaan (zoals opdrachtverstrekking, verzekering);
• in een duidelijke planning wanneer u het project wel in gebruik neemt.
Een project is gerealiseerd als uw productie-installatie:
- is aangesloten op het elektriciteitsnet met een grootverbruikersaansluiting;
- én gereed is om in gebruik te nemen.
Voordat wij voorschotten uitbetalen, moet VertiCer (voorheen CertiQ) de installatie hebben vastgesteld. Lees meer op de pagina Realiseren bij 'EAN code aanvragen'.
Ja, maar alleen als u per beschikking een brutoproductiemeter plaatst tussen uw productie-installatie en uw grootverbruikersaansluiting. Als u gebruikmaakt van de SDE-subsidie, moet u per beschikking de productie meten. Heeft u bijvoorbeeld 3 beschikkingen? Dan plaatst u dus 3 brutoproductiemeters.
Staan uw productie-installaties op verschillende adressen, maar levert u de elektriciteit via één grootverbruikersaansluiting? Plaats ook dan voor iedere beschikking een brutoproductiemeter. U kunt meer informatie hierover opvragen bij de netbeheerder of een erkend meetbedrijf.
Als u een zon-PV-installatie plaatst:
- op een nieuw te bouwen gebouw;
- op een aan de grond gebonden overkapping, voor van het tegen weersinvloeden beschermd parkeren van voertuigen (een carport);
- in een veldopstelling;
- drijvend op water.
Stuur in bovenstaande gevallen de omgevingsvergunning mee met uw aanvraag. Uw gemeente (of een ander bevoegd gezag) kan u informeren over een eventuele bouw- of omgevingsvergunning. Is er geen omgevingsvergunning nodig? Toon dit dan door documentatie waaruit dit blijkt met uw aanvraag mee te sturen. U stuurt niet de ontwerpvergunning mee.
Als een bezwaar of beroep is aangetekend, dan is de verleende vergunning nog niet onherroepelijk (definitief). U kunt dan al wel een aanvraag indienen.
Vanaf 2018 maakt de SDE+(+) voor de categorieën zon-PV ≥ 15 kWp onderscheid tussen elektriciteit die de producent op het net invoedt (‘netlevering’) en elektriciteit die u zelf gebruikt (‘niet-netlevering’). Hiervoor gelden verschillende basisenergieprijzen en correctiebedragen. U vindt deze in de Aanwijzingsregeling SDE-categorieën.
De werkwijze is als volgt:
- In de online aanvraagomgeving geeft u aan welk deel van de productie voor eigen gebruik is (‘niet-netlevering’). Dit kunt u later nog aanpassen. Bijvoorbeeld na de realisatie (en voor de ingebruikname) van de productie-installatie.
- Voor de subsidiebeschikking baseren wij het maximaal te verlenen subsidiebedrag op de basisenergieprijs voor ‘netlevering’. Dus zonder onderscheid in ‘netlevering’en ‘niet-netlevering’.
- Het eerste voorschot baseren wij op de hoeveelheid ‘netlevering’ en ‘niet-netlevering’ die u opgaf bij uw aanvraag. De daaropvolgende voorschotten baseren wij op de daadwerkelijke productie in het afgelopen kalenderjaar.
- Wij stellen de voorschotten tot slot bij aan de hand van meetwaarden die wij van CertiQ ontvangen. CertiQ labelt de meetwaarden voordat wij ze ontvangen als ‘netlevering’ of ‘niet-netlevering’.
Voor realisatie
Is uw project nog niet gerealiseerd en in gebruik genomen? En wilt u het project meeverhuizen naar de nieuwe locatie? In deze fase van het project is dit alleen in uitzonderlijke gevallen toegestaan. Wilt u toch een onderbouwd verzoek hiervoor naar ons sturen? Stuur ons dan een e-mail. Vermeld daarin uw naam, adres, woonplaats, projectnummer, adresgegevens van de nieuwe locatie en de reden van het wijzigingsverzoek. Wij beoordelen uw verzoek. U krijgt van ons schriftelijk bericht.
Na realisatie
Is uw project gerealiseerd? Verhuist de zon-PV-installatie mee naar uw nieuwe locatie? En blijft u de producent van de hernieuwbare energie? Dan kan de subsidie meeverhuizen. Stuur ons een wijzigingsverzoek per e-mail. Vermeld in de e-mail uw naam, adres, woonplaats, projectnummer, de adresgegevens van de nieuwe locatie en de reden van het wijzigingsverzoek.
Verhuist de zon-PV-installatie niet mee naar uw nieuwe locatie? Overleg dan met de nieuwe eigenaar of deze de subsidie wil overnemen.
Wil de nieuwe eigenaar de subsidie overnemen? Dien dan een verzoek in voor wijziging van de tenaamstelling. Dit doet u met het formulier 'Wijziging subsidieontvanger’.
Wil de nieuwe eigenaar de subsidie niet overnemen? Dien dan een verzoek in voor het vaststellen van uw subsidie. Stuur ons dit vaststellingsverzoek per e-mail. Wij beoordelen uw verzoek. U krijgt van ons schriftelijk bericht.
Let op: wij betalen alleen voorschotten over de productie als ook CertiQ de wijziging (van de locatie of nieuwe eigenaar) heeft verwerkt. Als wij een wijziging in de subsidie toestaan, is vaak een nieuwe aanmelding bij CertiQ nodig.
Zonthermie
U kunt SDE++-subsidie aanvragen voor zonthermie-installaties met een totaal thermisch vermogen van tenminste 140 kW. Hierbij geldt dat u alleen afgedekte collectoren of zonvolgende concentrerende collectoren gebruikt. In een ‘afgedekte’ zonnecollector zit er boven het lichtabsorberende oppervlak een lichtdoorlatende laag die zorgt voor isolatie. Dit is bijvoorbeeld een glazen plaat of buis. De afdekkende laag mag niet het dak van een kas of een fotovoltaïsche zonnepaneel zijn. 'Concentrerende' collectoren concentreren het zonlicht met spiegels of lenzen, waardoor hoge temperaturen gerealiseerd kunnen worden.
Het thermisch vermogen van de installatie in kW is gelijk aan het totale apertuuroppervlak of het aangestraalde oppervlakte in m2, vermenigvuldigd met een factor 0,7.
Het apertuuroppervlak is het maximaal aangestraalde oppervlak waarop zonstraling de collector binnenkomt. Bij de subsidieaanvraag vult u het totale apertuuroppervlak in. U berekent het thermisch vermogen en de subsidiabele productie met de volgende formules:
- Berekening thermisch vermogen in kiloWatt:
vermogen [kW] = 0,7 [kW/m2] x totale apertuuroppervlak [m²]Voor de categorie ‘Zonthermie’ geldt in SDE++ 2022 een maximum van 600 vollasturen per jaar. De maximale subsidiabele jaarproductie is: vermogen [kW] x maximale vollasturen.
- Berekening maximale subsidiabele productie in kiloWattuur:
Bij een apertuuroppervlak van 200 m2 is de maximale subsidiabele jaarproductie: 0,7 [kW/m2] x 200 [m²] x 600 [uur] = 84.000 kWh