Persberichten
Op deze pagina vindt u de laatste persberichten van onze organisatie. Wilt u via e-mail of RSS op de hoogte blijven? Abonneer u dan op onze persberichten. U stelt zelf in over welke onderwerpen u persberichten wilt ontvangen.
Meer nieuws over ons? Volg ons op social media.
Wat kunnen ondernemers doen om zich voor te bereiden op problemen met netcongestie? Met de nieuwe Wegwijzer Netcongestie ziet een ondernemer binnen een paar minuten of er alternatieve oplossingen zijn. Dit instrument is gemaakt door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) om ondernemers te helpen bij (toekomstige) problemen met netcongestie.
Vol netwerk
De druk op het stroomnet neemt toe. Vooral op piekmomenten als er veel vraag is naar elektriciteit. Door netcongestie kunnen sommige bedrijven nu of in de toekomst geen (extra) elektriciteit afnemen van het elektriciteitsnet. Bedrijven met een nieuwe of zwaardere elektriciteitsaansluiting, krijgen te maken met wachttijden. Om het huidige gebrek aan capaciteit op te lossen wordt door de netbeheerders hard gewerkt aan uitbreiding van het elektriciteitsnet. Dit kost veel tijd en geld. In de tussentijd worden bedrijven uitgedaagd efficiënter en bewuster om te gaan met de beschikbare capaciteit.
Wegwijzer
Bijna elk bedrijf krijgt vroeg of laat te maken met netcongestie. Ook voor ondernemers die nog geen problemen ervaren is het verstandig om zich nu voor te bereiden. Met hulp van de Wegwijzer Netcongestie zien ondernemers binnen enkele minuten welke (voorbereidende) maatregelen mogelijk zijn bij netcongestie. Per maatregel geeft dit hulpmiddel aan wat mogelijke vervolgstappen zijn. Welke alternatieven zijn mogelijk? Welke acties horen daarbij? Wie kan verder helpen? De tool biedt inzicht hoe de energievoorziening slimmer te maken. En wat mogelijk is met bijvoorbeeld energiesturing. Zoals het laden van laadpalen wanneer er veel zonne-energie is. Of het tijdelijk stil zetten van processen die veel energie vragen om pieken op het elektriciteitsnet te verminderen.
Voor wie?
De tool is geschikt voor grote en kleinere bedrijven, voor kleingebruikers (netaansluiting die kleiner is dan 3x80 Ampère) en grootgebruikers (groter dan 3x80A). De Wegwijzer Netcongestie is beschikbaar op de website van RVO.
Netcongestie in het kort
Nederland loopt voorop in het 'elektrificeren' van onze energie: we stappen over op elektriciteit in plaats van bijvoorbeeld aardgas. Dit is beter voor het milieu. Het maakt ons minder afhankelijk van andere landen. En zo blijft energie betaalbaar. Dit biedt veel kansen, maar ook uitdagingen. Want door al die elektriciteit ontstaat er file op het elektriciteitsnet: netcongestie. In de komende jaren moeten bedrijven en consumenten hiermee rekening blijven houden. Eerder dit jaar publiceerde RVO het onderzoeksrapport 'Oplossingen voor netcongestie bij bedrijven'. In het rapport zijn succesvolle praktijkvoorbeelden in beeld gebracht en worden zeven praktische oplossingen voor bedrijven aangedragen.
Partners for Water lanceert op 21 november 2024 de podcast 'Waterproof'. In deze podcast neemt journalist en podcastmaker Tracy Metz luisteraars mee op een wereldreis langs innovatieve oplossingen voor prangende watervraagstukken. De zesdelige serie verschijnt driewekelijks op Spotify en Apple Podcasts en bevat verhalen van experts, onderzoekers en veldwerkers van over de hele wereld.
Van de mangroven in Ghana tot de rijstvelden in Vietnam, 'Waterproof' biedt een inkijkje in hoe verschillende culturen omgaan met watermanagement. Tracy Metz onderzoekt hoe internationale samenwerking en kennisuitwisseling worden ingezet om duurzame oplossingen te vinden voor problemen zoals kustbescherming, verzilting van landbouwgrond en overstromingsrisico's. Deze podcast geeft zowel waterprofessionals als geïnteresseerde luisteraars een unieke blik op de wereldwijde wateruitdagingen.
"In 'Waterproof' tonen we hoe Nederlandse waterexpertise wordt gecombineerd met lokale kennis en ervaring om wereldwijde waterproblemen aan te pakken, met een nadruk op samenwerking en systeemverandering," legt Tracy uit. "We presenteren inspirerende verhalen uit landen zoals Ghana, Vietnam, Nederland, Egypte, Bangladesh en Indonesië, waar lokale initiatieven en internationale kennis samenvloeien."
De eerste aflevering met als titel: ‘Let Nature do it’ gaat over Nature-based Solutions en is vanaf 21 november te beluisteren. Waterproof nodigt uit tot actie en reflectie, daarom zijn er live meet-ups gepland na elke aflevering waarin luisteraars dieper ingaan op de besproken thema's en direct in gesprek kunnen gaan met experts. Zie voor de volledige lijst van de afleveringen en de meet-ups: https://partnersforwater.nl/news/waterproof-podcast-launch-21-november-2024/.
Over Partners for Water
Partners for Water is een Nederlands overheidsprogramma, gefinancierd vanuit het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, dat zich richt op het verbeteren van de internationale waterveiligheid en waterzekerheid door langdurige samenwerking met lokale partners en de Nederlandse watersector. Partners for Water wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Vanaf 25 november 2024 worden 4 Zuid-Amerikaanse houtsoorten beschermd volgens CITES-regelgeving. Dit betekent dat deze houtsoorten alleen nog met een CITES-vergunning in- en uitgevoerd mogen worden. Het gaat om de soorten Handroanthus spp., Roseodendron spp., Tabebuia spp., en Dipteryx spp., bekend onder de handelsnamen ipé en cumaru. Deze houtsoorten worden o.a. in de tuinsector gebruikt voor vlonders en tuinmeubelen.
Hoewel deze houtsoorten niet direct met uitsterven bedreigd zijn, is regulering noodzakelijk om te voorkomen dat hun populaties afnemen. Handelaren en importeurs moeten de legale herkomst kunnen aantonen om de handel van deze houtsoorten duurzaam en verantwoord te houden. De regelgeving betreft uitsluitend specifieke houtproducten zoals stammen, blokken, planken, vellen fineer, en gelaagd of bewerkt hout. Voorbeelden van bewerkt hout zijn producten zoals kommen, borden en snijplanken.
Informatie en aanvragen
Handelaren en importeurs die houtsoorten kopen, verkopen of vervoeren moeten dus controleren of zij te maken hebben met een CITES-soort en hier de juiste vergunning voor hebben. Deze kan worden aangevraagd bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO): www.rvo.nl/cites.
Over CITES
CITES is een internationaal verdrag dat in 185 landen is ondertekend om te voorkomen dat de internationale handel het voortbestaan van ruim 35.000 planten- en diersoorten in gevaar brengt. In Nederland zijn de bepalingen van CITES opgenomen in de Flora- en faunawet.
Tien bedrijven winnen de hoofdprijs van het Oranje Handelsmissiefonds 2024. De winnaars zijn bedrijven die uitblinken in de kracht van het product of dienst, ambities, duurzaamheid en de motivatie om te starten of uit te breiden in het buitenland. De jury koos uit 300 inschrijvingen. De tien bedrijven krijgen een jaar lang ondersteuning bij het realiseren van hun exportdroom.
De winnaars van het Oranje Handelsmissiefonds 2024 zijn:
- GreenMax Group – verbinden groen en infrastructuur
- Orbisk – grip op voedselverspilling
- Pixelfarming Robotics - slimme agrobots
- Avic – duurzame Internet of Things-oplossingen
- Kelp Blue Biotech – biostimulanten op basis van zeewier
- Luo Automation – automatiseringsoplossingen voor farmaceutische bedrijven
- Food for Skin – natuurlijke verzorgingsproducten
- Azeco Cosmeceuticals – hoogwaardig azelaïnezuur
- ihomer One – maatwerksoftware in projectvorm
- SEA Water – van zeewater drinkwater maken
Prijzenpakket
De winnaars worden ondersteund met een persoonlijk programma en prijzenpakket om een volgende stap te zetten. Het prijzenpakket bestaat onder meer uit deelname aan een handelsmissie, netwerkondersteuning vanuit het wereldwijde postennet van het ministerie van Buitenlandse Zaken en een training uit het opleidingspakket van evofenedex.
Over het Oranje Handelsmissiefonds
Het Oranje Handelsmissiefonds (OHMF) helpt jaarlijks tien mkb-ondernemingen met hun entree op een nieuwe buitenlandse markt. Het OHMF bestaat uit de volgende partners: het ministerie van Buitenlandse Zaken, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), evofenedex, UPS, EY en ondersteunend partner Regina Coeli. Samen helpen zij ondernemers op weg met hun zakelijke avontuur in het buitenland.
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) stimuleert, begeleidt en ondersteunt ondernemers die duurzaam, innovatief of internationaal willen ondernemen. Dit doet RVO, in opdracht van ministeries, provincies en de Europese Unie, met meer dan 700 verschillende regelingen. RVO helpt ondernemers die willen innoveren, zowel in Nederland als daarbuiten, met tal van handelsmissies, subsidies en beurzen. RVO ondersteunt elk jaar zo’n 1,9 miljoen ondernemers. Zo’n 1700 ondernemers gingen in 2023 mee op handelsmissie.
----
Voor de pers/niet voor publicatie
Meer informatie: neem contact op met Peter Sonneveld, woordvoerder RVO.
Donderdag 24 oktober heeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) officieel de Roadmap Brandstoftransitie in de zeevaart gepresenteerd. Afgelopen jaar werd – samen met 150 partijen – in kaart gebracht hoe er kan worden toegewerkt naar een klimaatneutrale zeevaart aan de hand van een aantal scenario’s.
Een klimaatneutrale zeevaart in 2050, dat is het doel. Nederland wil internationaal een koploperspositie spelen. Om de ambitie waar te maken, moet de hele keten samenwerken. Donderdag werden de plannen gepresenteerd waar verschillende sectoren aan gewerkt hebben. In het Roadmap-traject is samengewerkt over de gehele breedte van de keten – inclusief havens, verladers en financiers -, en met kennisinstellingen en de Rijksoverheid.
“Met deze roadmap bepalen 150 bedrijven en overheden gezamenlijk de koers richting een schone en duurzame scheepvaart op zee”, zegt Maurice Luijten van de RVO. “Deze roadmap laat zien wat er mogelijk is en welke acties nodig zijn.”
"De presentatie van deze roadmap is een belangrijke stap in de verduurzaming van de maritieme sector”, zegt directeur Annet Koster van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR). “De roadmap moet namelijk helpen bij een succesvolle uitrol van duurzame maritieme brandstoffen.”
Koster: “Opschaling van de beschikbaarheid van die nieuwe, groene brandstoffen gaat op dit moment simpelweg niet snel genoeg. Het wordt nog eens extra bemoeilijkt door het feit dat er meerdere gouden eieren zijn. Met andere woorden: niet één overduidelijke keuze. Deze roadmap moet bovendien helpen in het slechten van dat kip-eiprobleem tussen vraag en aanbod per type brandstof.”
Productie
Luijten: “Om de productie tijdig op gang te brengen, moet er in rap tempo een markt worden gecreëerd van vraag en aanbod. En de tijd is beperkt. Want de eisen uit regelgeving worden vanaf 2030 snel strenger.”
Sectoragenda
Gezant namens het kabinet maritieme maakindustrie Kees van der Staaij: “Deze roadmap is belangrijk voor onze veiligheid, onafhankelijkheid en onze welvaart als waterrijk land aan de Noordzee. Samen met de uitvoering van de maatregelen uit de Sectoragenda Maritieme Maakindustrie ‘No guts, no Hollands Glorie!’ dragen wij er zo aan bij dat onze maritieme sector niet alleen een roemrijk verleden, maar ook een gouden toekomst heeft in het belang van ons land.”
Luijten: “Het is belangrijk dat er vanuit de roadmap, de sectoragenda en vergelijkbare initiatieven in de brandstofketen gezamenlijk wordt gewerkt om zo efficiënt en effectief de zeevaart te verduurzamen.”
Over de Roadmap
In 2022 begon Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) met de roadmap in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Tijdens meer dan 20 fysieke bijeenkomsten in werkgroepen kwamen meer dan 150 partijen bij elkaar om van gedachten te wisselen over de zeevaartopgave. Daarnaast vonden er meerdere 1-op-1 gesprekken plaats. Uiteindelijk zijn de resultaten van deze bijeenkomsten gebundeld in de Roadmap.
Noot aan de redactie (niet ter publicatie):
Voor vragen aan de RVO kunt u terecht bij woordvoerder Vincent Triest 06-2934 6931 of vincent.triest@rvo.nl.
Maandag 21 oktober publiceert website Follow The Money een artikel over herberekeningen van GLB-gelden. Onze reactie op dit artikel is als volgt:
Voor de totstandkoming van dit artikel heeft RVO vele tientallen vragen beantwoord en gegevens gedeeld. Dit artikel komt niet overeen met de feiten die door RVO zijn ingebracht, waardoor een eenzijdig en onjuist beeld ontstaat.
De subsidieregeling Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) bestaat 10 jaar. Met steun van de DEI+-regeling hebben Nederlandse bedrijven in die periode voor zo’n € 1,76 miljard geïnvesteerd in innovaties voor vermindering van energiegebruik of CO2-uitstoot binnen hun bedrijf. Van de deelnemende bedrijven behoorde ruim 60% tot het mkb.
In de 10 jaar hebben 395 projecten DEI+-subsidie gekregen. 257 daarvan zijn inmiddels succesvol afgerond. Projecten richtten zich voornamelijk op minder gebruik van fossiele brandstoffen. Ook verbetering van energie-efficiëntie en elektrificatie waren vaak behaalde resultaten. De innovaties uit bijna de helft van de projecten zijn na afloop ingepast in de markt, anderen worden nog verder onderzocht.
De DEI+ ondersteunt innovatieve pilot-, demo- en demonstratieprojecten die bijdragen aan de verduurzaming van het energiesysteem, de gebouwde omgeving en industrie. Hieronder vallen veel verschillende soorten projecten: van innovatieprojecten voor een flexibeler elektriciteitssysteem tot gebruik van waterstof en van energiebesparing tot circulaire economie.
Gerecyclede garens
Spinning Jenny is één van de ondernemingen die DEI+-steun kreeg. De start-up uit Nijverdal produceert garens met gerecycled textiel. CEO Paula Gerritsen vertelt: "Met onze aanvraag 'Lowtex to Hightex' konden we allerlei samenstellingen van garens uit gerecyclede grondstoffen demonstreren. Van polyester-katoen-combinaties tot garens van acryl, wol en hennep." De subsidie was een mooi startkapitaal, zegt Gerritsen. Ook bood het Spinning Jenny de mogelijkheid om hun processen grotendeels te automatiseren. Daarnaast zorgde het voor € 7 miljoen aan nieuwe investeringen. "Dat was ons anders niet gelukt."
Aanvragen circulaire economie-projecten nu mogelijk
Bedrijven die innovaties willen testen op het gebied van circulaire economie kunnen daarvoor op dit moment DEI+-subsidie aanvragen. Tot 1 november 2024 is aanvragen mogelijk. Bij deze specifieke DEI+-subsidie komen projecten in aanmerking voor een subsidie van maximaal € 3 miljoen. Aanvragen kan via de website van RVO.
Over de DEI+
De Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) is een subsidieregeling voor ondernemers die energie-innovaties willen testen binnen hun bedrijf. Die innovaties richten zich op onder meer energievermindering in het productieproces of verlaging van de CO2-uitstoot. De DEI+-regeling wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in opdracht van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG).
Informatie voor de media, niet voor publicatie:
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Peter Sonneveld, woordvoerder
E peter.sonneveld@rvo.nl
M 06 2756 4032
De Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv) voor kleinere sectoren gaat open van 18 november tot en met 20 december 2024. Deze regeling is bedoeld voor veehouderijen met melkgeiten, vleeskalveren, fokstieren, zoogkoeien, vleeseenden of konijnen die voldoen aan de drempelwaardes voor stikstofneerslag van de Lbv-plus of de inmiddels gesloten Lbv. Het doel van deze regeling is om stikstofneerslag op kwetsbare natuur in Natura 2000-gebieden te verminderen. Voor de kleinere sectoren is een budget beschikbaar van 50 miljoen euro. De regelingstekst is inmiddels gepubliceerd en daarmee zijn de voorwaarden voor aanvragen bekend.
De Lbv voor kleinere sectoren is de laatste beëindigingsregeling binnen de aanpak piekbelasting die opengaat. De Lbv sloot al eerder, de Lbv-plusregeling staat nog tot en met 20 december 2024 open voor aanvragen. Al eerder werden ook de investeringssubsidie Sbv bekend (open 21 oktober) en de verplaatsingsregeling (open 6 januari 2025, onderzoek haalbaarheid vanaf 2 december). Daarmee zijn alle verschillende regelingen binnen de aanpak bekend en staat een aantal regelingen gelijktijdig open. Veehouders kunnen de mogelijkheden van deze nieuwe regelingen meewegen in hun keuze over de toekomst.
Vergoeding
Veehouders die een veehouderijlocatie willen beëindigen die voldoet aan de drempelwaarde van de aanpak piekbelasting (2.500 mol per jaar of hoger) ontvangen 120% subsidie voor het waardeverlies van hun productiecapaciteit. Het waardeverlies van de productiecapaciteit wordt bepaad door de leeftijd en oppervlakte van de dierenverblijven. Veehouderijlocaties die aan de drempelwaarden van de Lbv voldoen, ontvangen 100% subsidie voor het waardeverlies. Veehouders die een veehouderijlocatie willen beëindigen die voldoet aan de drempelwaarde van de aanpak piekbelasting ontvangen ook een vergoeding voor sloopkosten van 45 euro per vierkante meter dierenverblijf.
Voorwaarden
De Lbv voor kleinere sectoren geldt alleen voor bedrijven met een stikstofvracht op een overbelast Natura 2000-gebied die voldoet aan een van de drempelwaarden: de drempelwaarde van een Natura 2000-gebied of de drempelwaarde van 2500 mol. Houders van vleeskalveren komen alleen in aanmerking voor de Lbv kleinere sectoren bij een stikstofvracht lager dan 2500 mol, maar boven de drempelwaarde van een Natura 2000-gebied. Bij een hogere stikstofvracht vallen zij onder de voorwaarden van de Lbv-plus. Andere voorwaarden zijn gelijk aan de Lbv en Lbv-plus, namelijk dat de dierenverblijven, mest- en voeropslagen de afgelopen 5 jaar onafgebroken in gebruik waren, er geen andere afspraken over sluiting zijn gemaakt en dat er geen stikstofruimte uit de vergunning ter beschikking is gesteld voor andere activiteiten waar een natuurtoestemming voor nodig is. De uitgebreide voorwaarden staan in de gepubliceerde regelingstekst.
Een volledig overzicht van de regelingen binnen de aanpak piekbelasting staat op de website van RVO.
Meer informatie
- Informatie over de LBV Kleinere sectoren
- Regelingstekst publicatie Staatscourant
- De cijfers van LBV/LBV-plus
Voor meer informatie over de Aanpak piekbelasting kunt u contact opnemen met Lisanne Roos, woordvoerder ministerie van LVVN.
T: 06-31987147
M: l.c.a.deroos@minlnv.nl
Voor meer informatie over de regelingen of cijfers van de diverse regelingen kunt u contact opnemen met Brenda Heidinga, woordvoerder Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
T: 06-15658393
M: pers@rvo.nl
Subsidies voor cybersecurity-innovaties zijn vanaf vandaag makkelijker te vinden. De nieuwe Cybersecurity Funding Portal is de enige plek waar de grote hoeveelheid informatie over beschikbare subsidies voor cybersecurity-innovatie overzichtelijk op één plek te vinden is. Zo helpt de portal bedrijven en kennis- en onderzoeksinstellingen bij innovatieprojecten voor cybersecurity.
De Cybersecurity Funding Portal is ontwikkeld door dcypher en NEXIS NCC-NL. De portal is te vinden op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Unieke ondersteuning
Bedrijven kunnen met behulp van filters eenvoudig zoeken op thema's, organisatietype en de ontwikkelfase van hun project, om zo de meest geschikte subsidies voor hun cybersecurity-oplossingen te vinden.
Eddy Boot, directeur dcypher: "In de praktijk zien we dat veel ondernemers vastlopen in de grote hoeveelheid cybersecurity-innovatiesubsidies op regionaal, nationaal en Europees niveau. Het vinden van passende subsidies kost veel tijd en kan ingewikkeld zijn. De nieuwe portal biedt hiervoor een overzichtelijke oplossing, zodat ondernemers meer tijd overhouden voor wat echt belangrijk is: innoveren en ondernemen."
Bovendien biedt de portal ook maatwerkondersteuning van gespecialiseerde RVO-adviseurs. Bedrijven en kennis- en onderzoeksinstellingen kunnen bij hen terecht voor advies over financieringsmogelijkheden, uitleg over subsidievoorwaarden en inzicht in het aanvraagproces.
Cyberweerbaarheid
Het is belangrijk dat Nederland meer cyberweerbaar wordt. Cyberaanvallen worden steeds geavanceerder en kunnen een grote impact hebben op onze digitaliserende economie en samenleving. Bedrijven, inclusief het mkb, lopen dan risico’s zoals financiële schade, datalekken en reputatieverlies.
Innovatie in cybersecurity is cruciaal om de cyberweerbaarheid te vergroten. Met de Cybersecurity Funding Portal krijgen bedrijven en kennis- en onderzoeksinstellingen sneller en makkelijker toegang tot de benodigde subsidies om hun projecten te realiseren. Zo komen cybersecurity-oplossingen dichterbij en vergroten we de cyberweerbaarheid van het Nederlandse bedrijfsleven.
Over de initiatiefnemers
De Cybersecurity Funding Portal is ontwikkeld door dcypher en NEXIS NCC-NL - met ondersteuning van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Dcypher is het samenwerkingsplatform voor cybersecuritykennis en -innovatie. NEXIS NCC-NL is het Nationaal Coördinatie Centrum voor Cybersecurity. Dcypher en NEXIS NCC-NL combineren hun expertise van Nederlandse en Europese subsidies om bedrijven en kennis- en onderzoeksinstellingen optimaal te ondersteunen bij het vinden van passende subsidies voor hun cybersecurity-projecten.
Informatie voor de media, niet voor publicatie:
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Peter Sonneveld, woordvoerder
E peter.sonneveld@rvo.nl
M 06 2756 4032
Van de Subsidie Omschakeling Plasticverwerkers is nog de helft van het beschikbare budget voor 2024 beschikbaar. Van het totaal beschikbare bedrag voor 2024 is inmiddels voor € 2.963.900 aangevraagd, waarvan ongeveer de helft inmiddels is verleend. Dat betekent dat nog ruim € 3 miljoen subsidie beschikbaar is voor plasticverwerkers die willen onderzoeken hoe ze meer circulair plastic kunnen gaan gebruiken.
In cijfers:
Status | Bedrag in euro (percentage totale budget 2024) |
Verleend | 1.507.810 (25%) |
In behandeling | 1.456.090 (24%) |
Beschikbaar | 3.036.100 (51%) |
Per aanvraag is maximaal € 25.000 beschikbaar. Aanvragen voor dit jaar kunnen nog worden ingediend tot 3 oktober 2024 12:00 uur. Meer informatie en aanvragen kan via RVO.nl.
Met de subsidie kunnen plasticverwerkers technische tests uitvoeren om te onderzoeken of ze een deel van het fossiele plastic in hun productieproces kunnen vervangen door gerecycled of biogebaseerd plastic. Gerecycled plastic is plastic uit afval dat na inzameling en bewerking weer kan worden ingezet als plastic grondstof. Biogebaseerd plastic wordt gemaakt van bijvoorbeeld planten(resten) of algen.
Plastic wordt nu nog vooral gemaakt van fossiele grondstoffen zoals aardolie en aardgas. Omdat deze grondstoffen eindig zijn en er bij de productie veel CO2vrij komt, moeten bedrijven die plastic (deel)producten maken meer gebruik gaan maken van gerecycled en biogebaseerd plastic.
Minder fossiel, meer recyclaat en biogebaseerd plastic
De subsidieregeling is onderdeel van een breder pakket aan maatregelen om een hoger percentage van gerecycled of biogebaseerd materiaal toe te passen in nieuwe plastics. Denk bijvoorbeeld aan plastic op basis van suikerriet dat verwerkt wordt in drinkflesjes.
Informatie voor de media, niet voor publicatie:
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Peter Sonneveld, woordvoerder
E peter.sonneveld@rvo.nl
M 06 2756 4032
Binnenkort openen 2 nieuwe subsidieregelingen voor laadinfrastructuur. Met de nieuwe regelingen kunnen ondernemers subsidie aanvragen om laadinfrastructuur aan te leggen. Ook is er geld beschikbaar voor advies.
Het aantal elektrische bestel- en vrachtwagens in Nederland groeit en daarom zijn er ook steeds meer laadmogelijkheden voor de transportsector nodig. Nederland is op weg naar uitstootvrij vervoer in 2050. Veel voertuigen zijn dan elektrisch. De regelingen zijn bedoeld om de overstap naar elektrisch logistiek vervoer, zoals bijvoorbeeld E-trucks, elektrische bestelauto’s en elektrische bussen, te versnellen.
SPRILA aanvragen is mogelijk vanaf dinsdag 24 september 9:00 uur. SPRILA staat voor 'Subsidieregeling Private Laadinfrastructuur bij Bedrijven' en is bedoeld voor ondernemers die willen investeren in laadpunten op eigen of gehuurd terrein. Aanvragen van SPULA is mogelijk van 1 oktober a.s. SPULA staat voor 'Subsidieregeling Publieke Laadinfrastructuur Zwaar Vervoer' en is bedoeld voor de aanleg van publiek toegankelijke laadpunten voor zwaar wegvervoer.
SPRILA: Aanschaf van private laadinfrastructuur
Voorwaarde voor de SPRILA is dat laadinfrastructuur op eigen (of gehuurd) terrein wordt aangelegd, bijvoorbeeld een bedrijventerrein of distributiecentrum. Met de SPRILA Aanschaf krijgt een ondernemer een deel van de kosten vergoed voor de aanschaf en plaatsing van laadpunten voor het opladen van elektrische voertuigen. De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de grootte van de onderneming en het vermogen van het laadstation. Mkb-ondernemingen krijgen tot 40% van de kosten vergoed, grote bedrijven tot 20%.
Batterij
Wanneer er onvoldoende netcapaciteit is, is het ook mogelijk om per laadlocatie aanvullende subsidie aan te vragen voor een stationaire batterij. Een uitdaging bij het aanleggen van laadinfrastructuur zijn de grenzen van het elektriciteitsnetwerk. Soms kan eigen batterijopslag uitkomst bieden. Een batterij kan overdag volladen en 's nachts een of meer voertuigen opladen. Een deel van de aanschafkosten voor zo'n stationaire batterij wordt vergoed via SPRILA Aanschaf en SPULA.
SPRILA Advies
Daarnaast is het mogelijk om subsidie aan te vragen voor het inwinnen van extern advies over het aanleggen van laadpunten en het beter benutten van de ruimte op het elektriciteitsnetwerk. Tot 50% procent van de advieskosten worden vergoed. Op deze manier wil de overheid voorkomen dat ondernemers investeringen uitstellen door een gebrek aan kennis. Voor SPRILA Aanschaf en SPRILA Advies is totaal in 2024 ruim € 42 miljoen beschikbaar.
SPULA: voor publiek toegankelijke laadinfrastructuur zwaar vervoer
Doel van de SPULA is om de uitrol van publiek toegankelijke laadlocaties voor zwaar wegvervoer te versnellen. De subsidie is bedoeld voor ondernemers die kosten maken voor aanleg of uitbreiding van de laadinfrastructuur die bijdraagt aan een landelijk dekkend netwerk voor zware elektrische voertuigen. De laadpunten moeten worden geplaatst op een locatie die altijd voor iedereen publiek toegankelijk is. Wanneer er onvoldoende netcapaciteit is, is het mogelijk om per laadlocatie aanvullende subsidie aan te vragen voor een stationaire batterij. Voor SPULA is in 2024 € 15 miljoen budget beschikbaar.
In overleg met sector
Beide subsidieregelingen zijn in overleg met de vervoerssector tot stand gekomen. Zo was er ruggespraak met brancheorganisaties en mkb'ers. Voor beide regelingen is er een internetconsultatie geweest.
Aanvragen
De subsidieregelingen worden uitgevoerd door de Rijksdienst van Ondernemend Nederland (RVO) in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Aanvragen van subsidie is mogelijk via de website van RVO. Subsidie aanvragen voor SPRILA Aanschaf en Advies is mogelijk vanaf dinsdag 24 september 9:00 uur tot en met 31 december 2024 12:00 uur. Aanvragen voor SPULA is mogelijk vanaf dinsdag 1 oktober 9:00 uur tot en met 31 december 2024 12:00 uur. Behandeling van de aanvragen is op volgorde van datum binnenkomst.
Achtergrondinformatie
Subsidieregelingen laadinfrastructuur: SPRILA en SPULA
Aantal geregistreerde elektrische bedrijfsvoertuigen in Nederland
Laadkaart zwaar vervoer (Nationale Agenda Laadinfrastructuur)
Informatie voor de media, niet voor publicatie:
Voor vragen over uitvoering - Woordvoerder Rijksdienst voor Ondernemend Nederland: Marcus Polman | marcus.polman@rvo.nl | 06 2161 7902
Voor vragen over beleid - Woordvoerder Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat: Lennart Wegewijs | lennart.wegewijs@minienw.nl | 06 2535 7354
Steeds meer elektrische rijders zien de voordelen van slim laden bij de laadpaal, zo blijkt uit Nationaal Laadonderzoek 2024. Het jaarlijkse onderzoek, dit jaar de vijfde editie, is het grootste landelijke onderzoek naar de meningen en ervaringen van elektrische rijders (EV-rijders). Slim laden kan goed zijn voor de portemonnee van de EV-rijder én helpt bovendien om het stroomnet te ontlasten tijdens piekuren. Bij slim laden plugt de automobilist in bij aankomst, maar het laden begint (bijvoorbeeld via een app) op een ander moment of met een andere snelheid. Afhankelijk van wanneer de stroom goedkoper is, er meer duurzame stroom is, of wanneer het minder druk is op het stroomnet.
Laden met eigen zonnepanelen
Vooral thuis wordt al vaak slim geladen. Van de mensen die slim laden doet 83% dit thuis. Met name elektrische rijders die zelf de laadrekeningen betalen (2/3) hebben veel interesse in slim laden, zo blijkt uit het onderzoek.
Veelgebruikt is laden op dynamische stroomtarieven en laden op duurzaam opgewekte energie afkomstig van zonnepanelen op de eigen woning. Bijna alle thuisladers hebben zonnepanelen (91%). Zij willen de opgewekte zonnestroom vaker gebruiken voor opladen. EV-rijders hebben veel interesse om vaker gebruik te maken van lage stroomtarieven in daluren. 23% laadt al thuis met een dynamisch stroomcontract en is daar heel tevreden over. 31% wil dit nog gaan gebruiken. In Nederland maakt nu 4% van de huishoudens gebruik van dynamische stroomtarieven.
Groei slim laden publieke laadpalen
De EV-rijder is het afgelopen jaar vaker gaan slim laden op het werk en bij de publieke laadpaal. 17% geeft aan weleens slim te laden op het werk, tegenover 10% vorig jaar. Bij de openbare laadpaal is dit gestegen van tot 23% vergeleken met 14% vorig jaar.
Een vijfde van de EV-rijders wil graag dynamische tarieven aan de publieke laadpaal. Zij geven daarbij aan zelf te willen bepalen wanneer zij wel of niet slim laden tijdens piek- en daluren.
EV-rijders hebben minder behoefte aan laadzekerheid bij het slim laden. Vorig jaar gaf 72% aan alleen te kiezen voor slim laden als er een minimaal laadvolume gegarandeerd kon worden. Dit jaar is dat 43%.
Meer betalen op piekuren
EV-rijders zijn onder voorwaarden bereid tijdens piekuren meer te betalen voor laden. Maar wel met een zogenoemde opt-out mogelijkheid (ofwel tegen meerprijs te allen tijde aan een laadpunt kunnen laden). 70% wil slim laden uit kunnen zetten aan de publieke laadpaal. Ook als een opt-out zou leiden tot een hoger laadtarief verwacht 32% dit wel eens te gebruiken.
Bi-directioneel laden
Normaal gesproken stroomt elektriciteit naar de auto toe. Maar bij bi-directioneel laden kan het ook andersom en wordt de batterij van de elektrische auto als tijdelijke opslag gebruikt. De thuislader wil graag bi-directioneel kunnen laden (49%) vooral voor het opslaan van stroom uit zonnepanelen om deze later te gebruiken om het eigen huis van stroom te voorzien. 68% denkt dat de elektrische auto een onlosmakelijk onderdeel wordt van de energietransitie en 37% denkt (heel) waarschijnlijk geld te gaan verdienen met de eigen ‘rijdende batterij’.
Al vijf jaar hoge tevredenheid over laadpunten
Alle laadinfrastructuur in Nederland scoort een ruim voldoende of hoger. Het thuislaadpunt wordt net zoals vorige edities het best beoordeeld met een 9,2. Laadpunten in het buitenland scoren het laagst (6,2), hoewel de beoordeling is verbeterd vergeleken met vorig jaar (5,9). Privé laden wordt het meest gebruikt. De meeste respondenten (72%) hebben de mogelijkheid thuis aan een privé laadpaal op te laden. De laadmix (in geladen kilometers) is: 58% thuis, 15% publiek bij huis, 5% publiek elders, 12% werk, 9% snellader. De batterij van de elektrische auto voldoet meestal voor de dagelijkse afstanden. 45% van de EV-rijders hoeft onderweg nooit bij te laden (exclusief vakantie). Dat is 5%-punt meer dan vorig jaar. Driekwart van de EV-rijders hoeft slechts maximaal 1 keer per maand bij te laden.
Over het onderzoek
Het Nationaal Laadonderzoek is in samenwerking met de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) opgezet en uitgevoerd en is een initiatief van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), ElaadNL en de Vereniging Elektrische Rijders (VER). De Rijksuniversiteit Groningen (RUG) is betrokken bij de uitvoering en validatie van het onderzoek. Aan het onderzoek deden 4.952 respondenten mee.
Meer informatie
- Download het gehele onderzoek hier, inclusief uitsplitsing per regio
- De resultaten van het Nationaal Laadonderzoek 2023 worden toegelicht in het webinar op donderdag 12 september, 15:00 – 16:00 uur.
***********************************
Informatie voor de media, niet voor publicatie:
Woordvoerder Rijksdienst voor Ondernemend Nederland: Marcus Polman | marcus.polman@rvo.nl | 06 21 61 79 02
Woordvoerder Vereniging Elektrische Rijders: Maarten van Biezen | maartenvanbiezen@evrijders.nl | 06 155 99 743
Vanaf vandaag is er extra budget beschikbaar voor particulieren voor de aanschaf van een gebruikte volledig elektrische personenauto. In totaal is er € 23,1 miljoen extra beschikbaar. Medio juli was het eerdere subsidiebudget voor gebruikte elektrische auto’s voor dit jaar op. Dit is het laatste jaar dat er subsidie kan worden aangevraagd. De Subsidieregeling Elektrische Personenauto’s Particulieren (SEPP) stopt per 1 januari 2025. Voor nieuwe elektrische personenauto’s is dit jaar nog € 22,3 miljoen beschikbaar.
Het extra budget komt boven op het eerdere budget voor gebruikte elektrische auto’s van dit jaar (€ 29,4 miljoen). Met deze ophoging krijgen meer Nederlanders met een meer beperkt budget de mogelijkheid om over te stappen op een elektrische auto. Er is gekozen om het overgebleven subsidiebudget voor nieuwe elektrische auto’s in 2023 (€ 23,1 miljoen) over te hevelen naar 2024. Met deze ophoging zal het nieuwe subsidieplafond voor gebruikte elektrische personenauto’s naar verwachting eind 2024 zijn bereikt. Er kunnen nog 11.550 gebruikte elektrische auto’s met de aanvullende subsidie worden aangeschaft.
Vijf jaar SEPP
De SEPP-regeling is 1 juli 2020 van start gegaan. Doel van de subsidieregeling is om elektrisch rijden voor particulieren aantrekkelijk maken. Elektrische auto’s zijn voordelig in gebruik, maar duurder in de aanschaf. Daarom is in het Klimaatakkoord afgesproken dat particulieren bij aanschaf of private lease subsidie kunnen aanvragen. De regeling geldt voor elektrische auto’s in het segment kleinere en compacte middenklasse, met een catalogusprijs (oorspronkelijke nieuwprijs) tussen de € 12.000 en € 45.000. Voor gebruikte elektrische auto’s is de subsidie € 2.000 per aanvraag, voor nieuw € 2.950. Bij de start van de regeling is opgenomen dat deze maximaal vijf jaar zou duren.
Sinds de start zijn er bijna 100,000 elektrische auto’s met behulp van SEPP-subsidie aangeschaft. Mede door een ruimer aanbod van gebruikte elektrische auto’s is de laatste jaren de interesse van consumenten in de aanschaf van een gebruikte elektrische auto’s gegroeid. Het beschikbare budget voor gebruikte elektrische auto's is daarom elk jaar verhoogd. Met de aanvulling komt het totaalbudget voor gebruikte elektrische auto’s dit jaar op € 52,5 miljoen. Voor nieuwe elektrische auto’s is in 2024 totaal € 58 miljoen beschikbaar.
Markt
Momenteel zijn er 502.180 volledig elektrische personenauto’s geregistreerd (peildatum juli 2024) op een totaal van bijna 10 miljoen personenauto’s (circa 5,%). Van alle nieuw verkochte personenauto’s is dit jaar 31% volledig elektrisch (bron: RVO). Als de regeling eind dit jaar stopt en het gehele budget is aangevraagd zullen er in vijf jaar 116.893 elektrische auto’s zijn aangeschaft met behulp van de SEPP-subsidie (nagenoeg evenveel nieuwe auto’s als gebruikte).
Aanvragen
De regeling wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Subsidie aanvragen is mogelijk via de website van RVO. Alleen koop- en leasecontracten die getekend zijn in 2024 komen in aanmerking voor subsidie. Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld.
Meer informatie
• Algemene informatie aanvragen SEPP
• Autolijst met auto’s die in aanmerking komen voor subsidie
• Cijfers elektrische personenauto’s in Nederland
Top 5
Onderstaand de vijf automerken waarvoor het vaakst SEPP is aangevraagd (in 2024 tot op heden):
2024 | Nieuw | Gebruikt |
1 | Volvo | Volkswagen |
2 | Tesla | Renault |
3 | Kia |
Hyundai |
4 | Citroën | Peugeot |
5 | BYD | Nissan |
***************
Noot voor de redactie, niet voor publicatie
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), Marcus Polman, woordvoerder: marcus.polman@rvo.nl | 06 21 61 79 02
Vandaag zijn de innovatie- en de verplaatsingsregelingen in de Staatscourant gepubliceerd voor boeren die vrijwillig willen bijdragen aan het verminderen van stikstofneerslag op overbelaste Natura 2000-gebieden. Daarnaast volgt binnenkort de vrijwillige beëindigingsregeling voor kleinere sectoren, zoals melkgeiten en konijnen. Hiermee zijn alle regelingen uit de aanpak piekbelasting bekend, waardoor boeren in de gelegenheid zijn om een weloverwogen keuze te maken over hun toekomst. Dat is geen eenvoudig opgave. Daarom kunnen boeren gebruikmaken van een (gratis) zaakbegeleider die hen als vast aanspreekpunt informeert en ondersteunt.
Minister Femke Marije Wiersma: "Nu ook de laatste regelingen bekend zijn, komen we onze belofte na om boeren de kans te geven een weloverwogen keuze te maken uit de diverse opties die er zijn. Het is goed dat er dankzij de innovatie- en verplaatsingsregeling ook mogelijkheden ontstaan voor boeren die hun bedrijfsvoering willen verplaatsen of doorontwikkelen: dat biedt perspectief".
De innovatieregeling
De innovatieregeling binnen de aanpak piekbelasting betreft de investeringsmodule van de Subsidiemodules brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (Sbv). Hiervoor komen veehouderijen in aanmerking met melkvee, varkens en vleeskalveren, die vallen in de doelgroep van bedrijven met piekbelasting. Deze bedrijven kunnen investeren in bewezen technieken die de stikstofneerslag fors verminderen, zoals stalsystemen en luchtwassers. Voorwaarde voor het aanvragen van de deze subsidie is dat het dieraantal op de veehouderijlocatie 5 jaar niet toeneemt.
De subsidieregeling staat open van 21 oktober 2024 tot en met 8 januari 2025, met een beschikbaar gesteld bedrag van € 60 miljoen. Meer informatie over deze regeling vindt u op de website van RVO.
De verplaatsingsregeling
Ook de Landelijke verplaatsingsregeling veehouderijen met piekbelasting (Lvvp) is vandaag gepubliceerd. Deze regeling richt zich op het stimuleren van vrijwillige verplaatsing naar een hervestigingslocatie waar geen of wezenlijk minder stikstofneerslag op overbelaste Natura 2000-gebieden wordt veroorzaakt. Die locatie kan ook in een ander land binnen de Europese Unie zijn. In totaal is er € 105 miljoen beschikbaar; dit geld wordt verdeeld over de twee modules van de regeling. Meer informatie over deze regeling vindt u op de website van RVO.
De vrijwillige beëindigingsregeling voor kleinere sectoren
De Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties kleinere sectoren zal naar verwachting eind september gepubliceerd worden en in november 2024 open gaan. Deze regeling is bedoeld voor veehouderijen met de diercategorieën melkgeiten, vleeskalveren, overig rundvee, vleeseenden en konijnen die voldoen aan de drempelwaardes voor stikstofneerslag van de Lbv-plus of de inmiddels gesloten Lbv. Meer informatie volgt na publicatie van de regeling op de website van RVO.
Over de aanpak piekbelastingDe aanpak piekbelasting is een aanpak gericht op de circa 3.000 bedrijven die de meeste stikstofneerslag op Natura 2000-gebieden veroorzaken. Deelname is vrijwillig. Het betreft veelal agrarische bedrijven en enkele industriële bedrijven. Voor die laatste groep wordt onder leiding van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat gewerkt aan de aanpak industriële piekbelasting. Binnen de aanpak piekbelasting zijn er diverse mogelijkheden voor boeren. Dit zijn: innoveren, omschakelen, extensiveren, beëindigen en verplaatsen. Uitgebreide informatie over deze vrijwillige subsidieregelingen vindt u hier. |
Informatie voor de media, niet voor publicatie:
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
Brenda Heidinga, woordvoerder
E brenda.heidinga@rvo.nl
M 06 1565 8393
In de eerste 6 maanden van 2024 zijn er 2.556 voorwerpen van beschermde planten en dieren anoniem ingeleverd bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Een flinke toename, aangezien er in heel 2023 1.760 voorwerpen werden ingeleverd. De spullen die zijn ingeleverd bestaan onder andere uit ivoor, koraal, slangenleer en opgezette dieren. De voorwerpen werden ingeleverd in de CITES-inleverbak die staat bij de RVO in Den Haag.
Ingeleverde voorwerpen
Sinds 1 januari 2022 is er een strengere Europese wetgeving rond de handel in voorwerpen van olifantenivoor. De invloed van deze wetgeving is duidelijk te zien in onderstaande cijfers. Veel mensen voelen zich er niet meer prettig bij om voorwerpen van ivoor in bezit te hebben. Zij kiezen ervoor om bijvoorbeeld beeldjes, armbanden, kettingen, schaakstukken, biljartballen of pianotoetsen in te leveren. Behalve ivoor leverden mensen ook andere voorwerpen in, zoals de huid van een cheeta, slangen- en varanenleren tasjes en verschillende opgezette dieren. Het grootste gedeelte van de ingeleverde voorwerpen wordt vernietigd, waardoor deze niet in de (illegale) handel terechtkomen. Een klein deel wordt voor educatieve doeleinden gebruikt.
Totaal ingeleverd | Waarvan Ivoor | |
2023 | 1.760 | 1.651 |
2024 | 2.556 | 1.169 |
Ik ga op vakantie en neem niet mee
Koraal is beschermd en mag je niet meenemen naar Nederland. Ook een slangenleren tasje dat je in het vakantieland in de winkel hebt gekocht, mag je niet meenemen. Het mag alleen met de juiste documenten. De regels gelden ook voor bijvoorbeeld de veren van een beschermde vogel of het schild van een beschermde schildpad. Maar ook voor medicijnen en voedingsmiddelen. Zo mag je geen Turkse koffie meenemen waar de Orchideeknol (salep) in is verwerkt, omdat alle orchideesoorten beschermd zijn. Wil je weten of je een voorwerp mag meenemen? Op onze website kun je controleren of je te maken hebt met een CITES-soort en welke regels hiervoor gelden.
Inleverbak
Heb je een voorwerp van een beschermde soort in huis en wil je hier van af? Lever het dan anoniem bij ons in of stuur het op.
Meer informatie vindt u op CITES.