Hoeveel stikstof landbouwgrond
Om mest uit te rijden op landbouwgrond houdt u zich aan de stikstofgebruiksnorm. U berekent zelf uw gebruiksruimte en hoeveel mest u werkelijk op uw bedrijf heeft gebruikt. In sommige situaties mag u meer stikstof gebruiken. In sommige situaties minder.
Hoeveel mag u gebruiken
Aan het begin van elk jaar berekent u hoeveel stikstof u maximaal mag gebruiken op uw landbouwgrond. Dit noemen we uw stikstofgebruiksruimte. Deze berekent u zo:
- Aantal hectare landbouwgrond per gewas x de norm die bij uw gewas en grondsoort hoort.
U bepaalt uw totale stikstofgebruiksruimte door deze berekening voor al uw grondsoorten en gewassen te maken. De uitkomsten telt u bij elkaar op. Voor sommige gewassen telt u ook de volgteelt mee. Alle normen staan in Tabel 2 Stikstof landbouwgrond op Tabellen mest.
Heeft u grond in een met nutriënten verontreinigd gebied (NV-gebied)? Dan gebruikt u Tabel 2G-1 of Tabel 2G-2.
Bereken uw werkelijke gebruik
U maakt elk jaar voor het begin van het groeiseizoen een bemestingsplan. Hierin beschrijft u welke gewassen u gaat telen en hoeveel en welke mest u gaat gebruiken. Tijdens het jaar controleert u hoeveel mest u werkelijk gebruikt. En of u daarmee binnen uw gebruiksruimte blijft. Dit houdt u bij in uw administratie. Een toelichting op het bemestingsplan voor alle landbouwers vindt u hieronder.
Wilt u zien hoe u de berekeningen doet? Of wilt u meer achtergrondinformatie? Download dan onze brochure Hoeveel mest gebruiken. Hoe rekent u dat uit? Deze staat hieronder en gebruikt u ook voor de berekening van de stikstofgebruiksnorm voor dierlijke mest en de fosfaatgebruiksnorm. De verschillende tabellen die u nodig heeft bij de berekeningen staan op de pagina Tabellen.
Meer stikstof gebruiken
Het is belangrijk om de hoeveelheid stikstof in de landbouwgrond op peil te houden voor gewasgroei. Daarom is het soms nodig om extra stikstof te gebruiken. Met de uitzonderingen hieronder kan dat.
Stikstofdifferentiatie
Ligt uw perceel op kleigrond? En had u de afgelopen 3 jaren hogere opbrengsten met suikerbieten, fritesaardappelen, tarwe of gerst? Afhankelijk van uw gewas mag u 15, 20 of 30 kilogram extra stikstof per hectare gebruiken. Lees meer op Stikstofdifferentiatie.
Stikstofherstelbemesting na extreme regen
Verwacht u door extreme regenval minder opbrengsten dan anders? Of is de kwaliteit van uw gewas hierdoor lager? Dan mag u op bouwland 25% extra kunstmest gebruiken. Lees meer op Stikstofherstelbemesting.
Let op: heeft u grond in een NV-gebied? Dan telt u 25% op bij de lagere norm. Dat is de norm die u in de tabel voor uw gebied vindt.
Extra stikstof bij hogere opbrengsten
Had u de afgelopen 3 jaren een hogere opbrengst? Voor bepaalde gewassen mag u extra stikstof gebruiken. Dat kan met de equivalente maatregel. Het maakt niet uit op welke grondsoort dit is. Hoeveel u extra mag gebruiken, hangt af van het gewas en uw opbrengsten. Lees meer op Equivalente maatregel.
Uitzonderingen combineren
U kunt de uitzonderingen hierboven met elkaar combineren, tenzij dit voor hetzelfde gewas is. Hiermee voorkomen we dat voor hetzelfde gewas de gebruiksnorm 2 keer wordt verhoogd.
Minder stikstof gebruiken
Het is belangrijk dat er niet te veel stikstof in de bodem terechtkomt. Daarom mag u soms minder stikstof gebruiken. Houd daar rekening mee in de onderstaande situaties.
NV-gebieden
Heeft u grond in een met nutriënten verontreinigd gebied (NV-gebied)? Dan mag u vanaf 2024 minder stikstof gebruiken. De verlaging is 5% of 10%.
De verlaging van 5% geldt in het grootste deel van de NV-gebieden. De verlaging van 10% geldt voor de grondwaterbeschermingsgebieden (GWB-gebieden) op zand- en lössgrond in Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg.
De normen voor NV-gebieden vindt u in Tabel 2G-1 en Tabel 2G-2. Lees meer op Met nutriënten verontreinigde gebieden.
Vanggewas op zand- en lössgrond
Teelt u gewassen op zand- of lössgrond? Dan teelt u een vanggewas of een winterteelt. Of u gaat akkoord met een korting op uw stikstofgebruiksnorm. Dan mag u het jaar daarna minder stikstof gebruiken. De korting kan 5, 10 of 20 kilogram per hectare zijn. Lees meer op Vanggewas op zand- en lössgrond.
Grasland scheuren en vernieuwen
Vernieuwt u in de periode van 1 juni tot en met 31 augustus grasland op zand- of lössgrond? Of met een derogatievergunning op klei- of veengrond in NV-gebieden? Dan mag u per hectare 50 kilogram minder stikstof gebruiken.
Scheurt u grasland en teelt u direct daarna consumptieaardappelen, fabrieksaardappelen of mais? Dan mag u per hectare 65 kilogram minder stikstof gebruiken. Lees meer op Grasland scheuren en Grasland vernieuwen.
Administratie
Zorg ervoor dat u steeds goed weet hoeveel mest u op uw bedrijf gebruikt in een kalenderjaar. Pas als het nodig is uw bemestingsplan aan op uw gebruiksruimte.
Heeft u geen of niet genoeg grond om al uw mest op te gebruiken? Dan moet u aan ons kunnen uitleggen wat er met uw stikstof is gebeurd in een kalenderjaar. U houdt daarvoor zelf de administratie bij. Lees meer op Welke administratie landbouwer.
Hoogte boete bij overtreding
Als u te veel mest heeft gebruikt in een kalenderjaar, dan overtreedt u de regels. U krijgt een boete en misschien een korting op subsidies. De boetebedragen zijn:
- Gebruiksnorm dierlijke mest: € 7 voor elke kilo te veel stikstof.
- Gebruiksnorm stikstof: € 7 voor elke kilo te veel stikstof.
- Gebruiksnorm stikstof: € 3,50 voor elke kilo te veel stikstof als ook niet wordt voldaan aan de gebruiksnorm dierlijke mest.
- Gebruiksnorm fosfaat: € 11 voor elke kilo te veel fosfaat.
- Gebruiksnorm fosfaat: € 5,50 voor elke kilo te veel fosfaat als ook niet wordt voldaan aan de gebruiksnorm dierlijke mest.
- € 11 voor elke kilo fosfaat en € 7 voor elke kilo stikstof waarvan u de afvoer niet kunt laten zien.
Veelgestelde vragen
Wilt u meer weten? Wij hebben voor u de veelgestelde vragen over hoeveel stikstof landbouwgrond verzameld.
De mestregelgeving kent 3 typen grond: landbouwgrond, natuurgrond en overige grond. Het lijkt gemakkelijk om te bepalen of u te maken heeft met landbouwgrond. Of dat het om een ander type grond gaat. Toch is dat soms lastig. De betekenis van deze woorden is namelijk niet bij alle regelgeving hetzelfde. Hoe het precies zit bij mest leest u op Landbouwgrond mest uitgelegd.
Een groenbemester wordt na het hoofdgewas ingezaaid. De groenbemester neemt dan voedingsstoffen in de bodem en voorkomt zo dat die voedingsstoffen uitspoelen. De groenbemester blijft in de winter staan en in het voorjaar ondergeploegd of als voer gebruikt. Hierdoor komen de voedingsstoffen weer vrij voor een nieuw gewas. Soms wordt een grassoort als groenbemester gebruikt. Dit heet een grasgroenbemester.
In de wet staat geen lijst van groenbemesters. Of een gewas een groenbemester is, hangt af van het uiteindelijke doel van het gewas. Snijrogge kan bijvoorbeeld een akkerbouwproduct zijn, maar ook een groenbemester. En Engels raaigras kan ook gewoon grasland zijn.
Voorbeelden van een grasgroenbemester zijn:
- westerwolds raaigras
- engels raaigras
- italiaans raaigras
- andere grassoorten
Voorbeelden van een groenbemester zijn:
- gele mosterd
- bladrammanas
- olifantsgras (soedaangras)
- snijrogge
- voederwieken
- tagates (afrikaantjes)
Teelt u de groenbemester na graan, koolzaad, zomerpeen, blauwmaanzaad, karwij of vlas? Dan mag u rekenen met de stikstofgebruiksnorm van 100%. Teelt u de groenbemester na een ander gewas? Dan mag u voor de groenbemester op zand- en lössgrond maar 50% van de stikstofgebruiksnorm gebruiken. Op kleigrond hoeft u niet met deze korting te rekenen.
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur