Veelgestelde vragen over maispercelen op zand- en lössgrond melden
Bekijk de veelgestelde vragen over het melden van maispercelen op zand- en lössgrond.
Alleen als wij uw omstandigheden als overmacht moeten zien, heeft u een geldige reden waarom u de percelen niet (op tijd) kon melden. Van overmacht is niet snel sprake. Het moet gaan om een plotselinge onverwachte situatie die buiten uw toedoen is ontstaan. Hierdoor was u niet in staat op tijd de nodige maatregelen te nemen, of iemand anders te vragen dit te doen.
Als u bijvoorbeeld griep had in de laatste dagen van de meldperiode is dat geen overmacht. U had meer dan anderhalve maand de tijd om te melden en u had ook iemand anders kunnen vragen. Ook storingen aan uw computer of verbinding zien wij niet als overmacht.
De gebruiker van het perceel doet de melding. De gebruiker is de landbouwer die de grond op het moment van melden in gebruik heeft.
Gaat u grond pachten van een provincie of gemeente, maar is dat voor 15 februari nog niet rond? Vraag de provincie of gemeente dan alvast om een toezegging. Dat hoeft nog niet de officiële toezegging te zijn. Als u weet om welke percelen het gaat, kunt u wel alvast een melding doen.
Ja, dat kan. Maar de nieuwe gebruiker kan de melding niet veranderen. De persoon die de eerdere melding heeft gedaan kan dit alleen zelf doen. De nieuwe gebruiker moet dus de vorige gebruiker vragen om de melding te veranderen.
De nieuwe gebruiker moet bij de vorige gebruiker navragen of het perceel gemeld is.
U moet bij controle (door bijvoorbeeld de Nederlandes Voedsel- en Warenautoriteit) kunnen laten zien dat het pachtcontract of koopcontract na 15 februari 2022 is ondertekend. Voor dat perceel wordt dan een uitzondering gemaakt op het verbod om mais te telen. Dat betekent dat u op dit perceel (dat u niet heeft aangemeld) wél mais mag telen als u het niet voor 15 maart heeft bemest. Dit geldt alleen voor pacht of aankoop, omdat in deze situaties de datum officieel is vastgesteld bij de notaris of grondkamer.
Nee, de kortere uitrijperiode geldt alleen voor bouwlandpercelen. Voor grasland geldt die voorwaarde niet. Grasland is grond met in elk geval 50% gras dat bedoeld is als voer voor dieren. U moet graslandpercelen waar u mais op teelt wel bij ons melden. Dat heeft te maken met de controles. Als er mais op een perceel staat, is het niet te zien of er eerst gras heeft gestaan.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert of u mest uitrijdt op bouwlandpercelen, waarvan is doorgegeven dat er mais op komt. De controles zijn in de periode van 16 februari tot en met 14 maart. In deze periode mag u geen drijfmest of zuiveringsslib uitrijden op aangemelde bouwlandpercelen waarop u mais gaat telen. Vanaf 15 maart controleert de NVWA ook of er mais wordt geteeld op percelen die hiervoor niet zijn aangemeld.
- Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit